4.3.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan met betrekking tot de zaken [naam zaak 6] , [naam zaak 7] , [naam zaak 8] en [naam zaak 9] .
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, omdat de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan met betrekking tot de zaken [naam zaak 1] [naam zaak 2] , [naam zaak 3] , [naam zaak 4] en [naam zaak 5] , evenals het onder 3 tenlastegelegde. De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1.
hij in de periode van 03 juli 2020 tot en met 6 november 2020 te
Capelle aan den IJssel, Rotterdam, Middelburg en/of Arnhem, telkens tezamen en in vereniging met anderen, meermalen met het oogmerk om zich en/of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een
valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel
van verdichtsels,
- in zaak [naam zaak 1] : [naam slachtoffer 3] (geboren 1929) en
- in zaak [naam zaak 2] : [naam slachtoffer 2] (geboren 1936) en
- in zaak [naam zaak 6] : [naam slachtoffer 4] (geboren 1932) en
- in zaak [naam zaak 3] : [naam slachtoffer 5] (geboren 1932) en
- in zaak [naam zaak 7] : [naam slachtoffer 1] (geboren 1930) en
- in zaak [naam zaak 4] : [naam slachtoffer 6] (geboren 1936) en
- in zaak [naam zaak 8] : [naam slachtoffer 7] (geboren 1923) en
- in zaak [naam zaak 5] : [naam slachtoffer 8] (geboren 1950) en
- in zaak [naam zaak 9] : [naam slachtoffer 9] (geboren 1934),
heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, en het ter
beschikking stellen van gegevens, te weten afgifte van zijn/haar pinpas en
intypen van zijn/haar pincode, door
- het betreffende slachtoffer te bellen en tijdens dat telefoongesprek zich voor te
doen als een medewerker van PostNL en/of PTT, althans de post en te zeggen
dat er een persoon langs komt om een pakketje en/of een brief af te leveren en/of
- al dan niet gekleed in een jas van, dan wel gelijkend op een jas van, PostNL, althans
een jas van de post en/of met een tas van, dan wel gelijkend op een tas van, PostNL,
naar de woning van het betreffende slachtoffer te gaan en/of
- tegen het betreffende slachtoffer te zeggen dat hij medewerker van PostNL was
en/of
- bij het betreffende slachtoffer aan te bellen en een pakketje/envelop/brief met
daarop de naam en/of het adres van het betreffende slachtoffer en/of met daarin
een (onbruikbare) cadeaukaart en/of een kaart aan dat slachtoffer te overhandigen
en/of
- tegen het betreffende slachtoffer te zeggen dat er een geldbedrag betaald moest
worden voor de afgifte van het pakketje/de envelop/de brief en dat die betaling
verricht moest worden met de pinpas van het slachtoffer en/of
- aan het betreffende slachtoffer een mobiele telefoon, aan te bieden, waarop dat slachtoffer (meermalen) zijn/haar pinpas(sen)
moest leggen en waarop dat slachtoffer zijn/haar pincode(s) in
moest toetsen en
- de pinpas van het betreffende slachtoffer ongezien weg te nemen en
- het betreffende slachtoffer een pinpas van een andere persoon te overhandigen;
2.
hij in de periode van 03 juli 2020 tot en met 6 november 2020 te
Capelle aan den IJssel, Rotterdam, Middelburg en/of Arnhem,
telkens tezamen en in vereniging met anderen, met
het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- in zaak [naam zaak 1] : een geldbedrag van ongeveer 1000 euro, toebehorende aan [naam slachtoffer 3] en
- in zaak [naam zaak 2] : een geldbedrag van ongeveer 1000 euro,
toebehorende aan [naam slachtoffer 2] en
- in zaak [naam zaak 6] : een geldbedrag van ongeveer 1000 euro, toebehorende aan [naam slachtoffer 4] en
- in zaak [naam zaak 3] : een geldbedrag van ongeveer 1350 euro, toebehorende aan [naam slachtoffer 5] en
- in zaak [naam zaak 7] : een geldbedrag van ongeveer 1000 euro, toebehorende aan [naam slachtoffer 1] en
- in zaak [naam zaak 4] : een geldbedrag van ongeveer 640 euro, toebehorende aan [naam slachtoffer 6] en
- in zaak [naam zaak 8] : een geldbedrag van ongeveer 4798,68 euro, toebehorende aan [naam slachtoffer 7] en
- in zaak [naam zaak 5] : een geldbedrag van ongeveer 1000,69 euro,
toebehorende aan [naam slachtoffer 8] en
- in zaak [naam zaak 9] : een geldbedrag van ongeveer 3059 euro, toebehorende aan [naam slachtoffer 9] ,
zulks nadat hij, verdachte, en/of zijn mededaders, die weg te nemen
geldbedragen telkens onder zijn/hun bereik hadden gebracht door
meermalen te betalen en/of geld op te nemen met de pinpassen en/of de
bijbehorende pincodes van bovengenoemde [naam slachtoffer 3] en [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer 4]
en [naam slachtoffer 5] en [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 6] en [naam slachtoffer 8] en [naam slachtoffer 9]
, tot welk gebruik verdachte en/of zijn mededaders niet gerechtigd was/waren;
3.
hij op 7 december 2020 te Rotterdam tezamen en in vereniging met
anderen, goederen, te weten een (grote)
hoeveelheid pinpassen heeft verworven en voorhanden gehad ,
terwijl hij en zijn mededaders ten tijde van de verwerving of het
voorhanden krijgen van deze goederen wisten, dat het door misdrijf verkregen goederen betroffen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of misslagen verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.