Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 106 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren;
- met als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 180 uren, bij niet naar behoren verrichten te vervangen door 90 dagen hechtenis;
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..In beslag genomen voorwerpen
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
- verklaart bewezen dat de verdachte de tenlastegelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
- verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
- stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
- verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 (twee) jaren;
- tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
- stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
taakstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) uren, waarbij het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
60 (zestig) dagen;