Op 1 april 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bedreigen van meerdere personen. De zaak betreft drie gevoegde parketnummers: 10/198264-19, 10/131340-19 en 10/102265-19. De verdachte werd verweten dat hij op verschillende data in 2019, bij zijn woning in Maassluis, in totaal zes mensen mondeling heeft bedreigd met de dood of het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Tijdens de zitting op 1 april 2021 heeft de officier van justitie, mr. K.P. Mandos, gevorderd tot bewezenverklaring van de tenlastelegging en een gevangenisstraf van 120 dagen, waarvan 37 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
De rechtbank heeft de verdediging gehoord, die zich gerefereerd heeft aan het oordeel van de rechtbank met betrekking tot de bedreigingen, maar heeft vrijspraak bepleit voor bepaalde onderdelen van de tenlastelegging. De rechtbank heeft geoordeeld dat de bedreigingen wettig en overtuigend bewezen zijn, met uitzondering van het onderdeel waarbij de verdachte een mes zou hebben getoond. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 80 dagen, met aftrek van voorarrest.
Daarnaast heeft de rechtbank de benadeelde partij, die een schadevergoeding had gevorderd, niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering omdat deze niet was onderbouwd. De rechtbank heeft de kosten van de verdediging van de benadeelde partij op nihil vastgesteld. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. A. van Luijck, en is openbaar uitgesproken op 1 april 2021.