Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 270 dagen met aftrek van het voorarrest, waarvan 230 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en met als bijzondere voorwaarden een meldplicht en ambulante behandeling zoals geadviseerd door de reclassering in het rapport van 25 februari 2021;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 240 uur, subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis.
4..Waardering van het bewijs
sals bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten meerdere vuurwapens in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de vorm van
5..Strafbaarheid feiten
2..
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Toepasselijke wettelijke voorschriften
9..Bijlagen
10..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 270 (tweehonderdzeventig) dagen;
230 (tweehonderddertig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaar;
240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
120 (honderdtwintig) dagen;