Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..De beslissing
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 april 2021 uitspraak gedaan in een vonnis in verzet, waarbij de kantonrechter de vorderingen van Stichting Woonbron heeft toegewezen. De zaak betreft een huurgeschil tussen Stichting Woonbron en een gedaagde, die in verzet is gegaan tegen een eerder verstekvonnis. De oorspronkelijke eiseres, Stichting Woonbron, had de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning gevorderd wegens huurachterstand. De gedaagde had een huurachterstand van meer dan zes maanden, wat volgens de rechtspraak voldoende grond biedt voor ontbinding van de huurovereenkomst. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde in verzuim was met de huurbetalingen en dat de door Woonbron gevorderde buitengerechtelijke kosten terecht waren. De rechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur en de ontruiming van de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis. Tevens is de gedaagde in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde aan het vonnis moet voldoen, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.