Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
h.o.d.n. [handelsnaam],
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 14 juli 2020, met producties;
- het schriftelijke antwoord tevens houdende tegenvordering van 8 september 2020, met producties;
- de verbeterde versie van het schriftelijke antwoord tevens houdende tegenvordering van 9 september 2020, met producties;
- de aantekeningen van de griffier van het op 9 september 2020 gegeven mondelinge antwoord tevens houdende tegenvordering van [gedaagde];
- het vonnis van 7 oktober 2020, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- de aanvullende producties zijdens [gedaagde] van 3 december 2020;
- de conclusie van antwoord in reconventie van 4 december 2020.
2..De vaststaande feiten
7 september 2019.
3..Het geschil
in conventiegevorderd bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 2.547,05 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 september 2019 althans de dag van de dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening en tot betaling van € 379,71 aan buitengerechtelijke incassokosten, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten en de nakosten te vermeerderen met rente.
n reconventiegevorderd [eiser 1] te veroordelen tot – samengevat weergegeven – betaling van minimaal € 2.740,47 inclusief btw aan herstelkosten, minimaal € 3.000,00 aan schadevergoeding vanwege derving woongenot, € 379,71 aan buitengerechtelijke incassokosten en vergoeding van alle gemaakte juridische kosten en de nakosten te vermeerderen met rente en kosten van de deurwaarder ad € 83,38 exclusief btw.
master bedroomen leidingwerk en elektra in de keuken. [eiser 2] heeft verschillende derde partijen ingeschakeld om de gebreken te beoordelen en (deels) te herstellen. De reeds gemaakte en nog te maken herstelkosten zijn begroot op minimaal € 2.740,47 inclusief btw en komen voor rekening van [verweerder].
4..De beoordeling
5..De beslissing
- € 319,38 aan verschotten;
- € 374,00 aan salaris voor de gemachtigde;
- voornoemde bedragen vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW ingaande veertien dagen na de datum van dit vonnis tot de dag van algehele voldoening;