Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[naam gedaagde] ,
1..De procedure
- de dagvaarding van 27 september 2019, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de brief van [naam gedaagde] c.s. van 11 maart 2020, met productie 8;
- de akte indiening aanvullende producties van PKG van 25 maart 2020, met producties 31 tot en met 40;
- de conclusie van repliek, met producties;
- de conclusie van dupliek, met producties;
- de oproepingsbrief van deze rechtbank van 30 juli 2020, waarin een comparitie is bepaald;
- de akte indiening aanvullende producties van PKG van 20 oktober 2020, met producties 46 tot en met 53;
- het proces-verbaal van comparitie gehouden op 20 oktober 2020.
2..De feiten
Verkoper sub 1 ( [naam gedaagde] ; rb) is voor 100% gerechtigd in het geplaatste en volgestorte aandelenkapitaal van de besloten vennootschap naar Belgisch recht [naam bedrijf] (“ [naam bedrijf] ”);
1..Definities
3..Mansyde Vendor Loan
5..Koopprijs en betaling
7..Overige afspraken
8..Garanties en Verklaringen
11..Vorderingen van pré Effectieve Datum
met factuurdata van voor de Effectieve Datum; en
indien en voor zover zij het bedrag van de Voorziening Facturen overstijgen,
3..Het geschil
I. Voor recht te verklaren dat [naam gedaagde] c.s. jegens PKG tekort zijn gekomen in de nakoming van hun verplichtingen op grond van de Koopovereenkomst door de vordering van Mammoet wegens de dubbel betaalde factuur ongegrond te laten vrijvallen en de vordering van Mammoet op het Pat-Krüger Concern vervolgens te verzwijgen richting PKG;
Voor recht te verklaren dat [naam gedaagde] c.s. jegens PKG tekort zijn gekomen in de nakoming van hun verplichtingen op grond van de Koopovereenkomst door de opzegging van de onderhuur van Alatas Crane Services te verzwijgen richting PKG en deze opzegging onjuist te verwerken in de genormaliseerde financiële informatie van het Pat-Krüger Concern;
Voor recht te verklaren dat [naam gedaagde] c.s. jegens PKG tekort zijn gekomen in de nakoming van hun verplichtingen op grond van de Koopovereenkomst door de kwestie [naam 6] richting PKG te verzwijgen;
Voor recht te verklaren dat [naam gedaagde] c.s. jegens PKG tekort zijn gekomen in de nakoming van hun verplichtingen op grond van de Koopovereenkomst door het project Tiong Woon incorrect te verantwoorden in de jaarrekening;
Voor recht te verklaren dat [naam gedaagde] c.s. jegens PKG tekort zijn gekomen in de nakoming van hun verplichtingen op grond van de Koopovereenkomst door geen enkele reservering op te nemen voor de “end of service entitlement” voor het personeel van Pat-Krüger ME Ltd (Verenigde Arabische Emiraten);
Te bepalen dat [naam gedaagde] op grond van artikel 11.1 Koopovereenkomst een bedrag ad EUR 16.523,78 dient te betalen aan PKG, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 17 oktober 2017 en de buitengerechtelijke incassokosten;
Te bepalen dat [naam gedaagde] c.s. op grond van artikel 7.3 Koopovereenkomst een bedrag ad EUR 9.637,-- dienen te betalen aan PKG, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 17 oktober 2017 en de buitengerechtelijke incassokosten;
[naam gedaagde] en Mansyde ieder hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van alle door PKG geleden en nog te lijden schade ten gevolge van één of meer van de hierboven in dit petitum onder punt I tot en met V genoemde tekortkomingen, en te bepalen dat deze schade nader opgemaakt zal worden bij staat en vereffend zal worden volgens de wet;
Te bepalen dat bij het vaststellen van de hoogte van de schade ten aanzien van de hierboven in dit petitum onder punt II tot en met V genoemde tekortkomingen een multiplier dient te worden gehanteerd, nu deze tekortkomingen van [naam gedaagde] c.s. de hoogte van de door PKG betaalde koopprijs voor het Pat-Krüger Concern direct hebben beïnvloed;
[naam gedaagde] en Mansyde ieder hoofdelijk te veroordelen in de kosten van dit geding, te vermeerderen met de nakosten ad EUR 157,-- zonder betekening, en verhoogd met EUR 82,- in geval van betekening; bij gebreke waarvan [naam gedaagde] en Mansyde vanaf de 15e dag de wettelijke rente over de proceskosten, alsmede de nakosten verschuldigd worden.”
4..De beoordeling
(Rome I-Vo) van toepassing. Er is immers sprake van verbintenissen uit overeenkomst in burgerlijke en handelszaken in de zin van de Verordening. Partijen hebben in artikel 23 van de koopovereenkomst een rechtskeuze gemaakt als bedoeld in artikel 3 Rome I-Vo, waardoor Nederlands recht van toepassing is op de vorderingen.
.Van stagneren van de winstgevendheid kan geen sprake zijn; het bedrijfsresultaat van 2015 was, ook indien het bedrijfsresultaat over 2014 zou worden gecorrigeerd met een bedrag van de dubbele betaling, aanmerkelijk lager dan het bedrijfsresultaat van 2014 en de prognose voor 2016 was aanmerkelijk lager dan het behaalde resultaat in 2013.
.Het feit dat het [naam 6] is toegestaan om de naam PAT-Kruger te voeren, is bovendien gelet op hetgeen in Annex 5 is opgenomen, in strijd met artikel 7.1 juncto 7.2 van Bijlage C, aldus PKG. Volgens PKG kan zij de door haar overgedragen IE-rechten niet ongehinderd uitoefenen in de Verenigde Arabische Emiraten, omdat het [naam 6] (op grond van een in de Verenigde Arabische Emiraten gevoerde rechterlijke procedure) is toegestaan de naam en logo’s van PAT-Kruger aldaar te gebruiken (voor het aanbieden van precies dezelfde diensten).
5..De beslissing
12 mei 2021