ECLI:NL:RBROT:2021:3067

• Datum uitspraak: 31 maart 2021
• Publicatiedatum: 8 april 2021
• Zaaknummer: C/10/590754 / HA ZA 20-130
• Instantie: Rechtbank Rotterdam
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht
• Procedures: Eerste aanleg - enkelvoudig
• Rechters: E.C. Harting
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Beoordeling van de verschuldigdheid van een success fee na beëindiging van een overeenkomst van opdracht

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 31 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen DB&S B.V. (handelend onder de naam IMAP Netherlands) en Bronswerk Group B.V. De kern van het geschil betreft de vraag of IMAP recht heeft op een success fee van € 100.000, die was overeengekomen bij de totstandkoming van een transactie. IMAP stelde dat de overeenkomst met Bronswerk nietig was, maar dat de voorwaarden voor de success fee waren vervuld door de verkoop van vastgoed door de holding van Bronswerk aan een derde partij. De rechtbank concludeerde echter dat de overeenkomst reeds tussentijds was beëindigd op het moment van de verkoop, waardoor de voorwaarden voor de verschuldigdheid van de success fee niet waren vervuld. De rechtbank wees de vordering van IMAP tot betaling van de success fee af en kende in reconventie een deel van het door Bronswerk betaalde voorschot terug.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven

zaaknummer / rolnummer: C/10/590754 / HA ZA 20-130

Vonnis van 31 maart 2021

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

DB&S B.V. h.o.d.n. IMAP NETHERLANDS ,

gevestigd te Rotterdam,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaat mr. A. Oorthuys te Leiden,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

BRONSWERK GROUP B.V. ,

gevestigd te Nijkerk,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat mr. J.A.M. Jonkhout te Amersfoort.

Partijen zullen hierna IMAP en Bronswerk worden genoemd.

1.. De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

• de dagvaarding van 22 januari 2020 van IMAP, met producties 1 tot en met 21;
• de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie van Bronswerk, met producties 1 en 2;
• de conclusie van repliek in conventie tevens conclusie van antwoord in reconventie van IMAP, met producties 22 tot en met 25;
• de conclusie van dupliek in conventie tevens houdende repliek in reconventie (met wijziging eis) van Bronswerk, met productie 3;
• de conclusie van dupliek in reconventie tevens akte uitlating productie van IMAP;
• het B-16 verzoek van 5 november 2020 van Bronswerk om randnummers 1 tot en met 10 en 13 van de conclusie van dupliek in reconventie tevens houdende akte uitlating productie geen onderdeel uit te laten maken van het procesdossier en haar in de gelegenheid te stellen te reageren op de akte uitlating productie;
• het B-16 verzoek van 17 november 2020 van IMAP waarin zij de rechtbank vraagt om een vonnis;
• het bericht van 26 november 2020 van de rolrechter aan partijen met daarin de negatieve beslissing van de rolrechter op het B-16 verzoek van Bronswerk en waarin de zaak naar rol wordt verwezen voor vonnis.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2.. De feiten

2.1.

Bronswerk drijft een groep van ondernemingen die warmtewisselaars en koelers produceert. Bronswerk is 100% aandeelhouder van Bronswerk Heat Transfer Holding B.V. (hierna: de holding), die op haar beurt aandelen houdt in drie werkmaatschappijen: Bronswerk Heat Transfer B.V., Bronswerk Heat Transfer Services B.V. en ElBrons B.V. (hierna: de werkmaatschappijen).

2.2.

Bronswerk heeft IMAP, dat zich onder meer toelegt op advisering op het gebied van
corporate finance, gevraagd haar te adviseren over een voorgenomen transactie van bepaalde bedrijfsonderdelen.

2.3.

Op 5 juni 2018 heeft IMAP ter herziening van een reeds verstrekte opdracht een nieuwe offerte met aangehecht haar algemene voorwaarden aan Bronswerk gestuurd, waarin zij aanbood Bronswerk te adviseren en begeleiden bij de verkoop van onderdelen van de Bronswerk groep (in het stuk aangeduid als ‘de Onderneming’) en het aantrekken van vers kapitaal. In deze offerte staat – voor zover van belang – het volgende.

Onze offerte d.d. 23 april 2018 inzake strategie en verkoop aandelen heeft u op 30 april 2018 ondertekend. [...]

Na ondertekening van de offerte bleek de liquiditeitspositie bij de Onderneming echter vele malen slechter dan wij tot op dat moment hebben kunnen inschatten. […]

Dit heeft ertoe geleid dat we in mei het concept IM hebben afgerond en drie partijen hebben gesproken (Nimbus, Value Enhancement Partners en Industry International). Met twee andere partijen staan afspraken ingepland (Velodrome Special Equipment (een participatie van Bencis) en Active Capital Company).

We hebben een call gehad met ABNAMRO Bijzonder Beheer. Zij vragen om nieuw schriftelijk mandaat. Het oude mandaat komt hiermee te vervallen omdat de uitgangspunten waaronder deze tot stand was gekomen niet (meer) blijken te kloppen.

[…]

2.. Dienstverlening IMAP (Opdracht)

De opdrachtgever van BD&S BV, handelend onder de naam IMAP Netherlands (hierna: “
IMAP ”) is Bronswerk Group BV (hierna: de “
Opdrachtgever ”), die IMAP inhuurt voor het adviseren en begeleiden bij de verkoop van de aandelen in de Onderneming en het aantrekken van vers kapitaal in de Onderneming (hierna: “
Beoogde Transactie ”) tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden. De voorkeur gaat uit naar de verkoop van een meerderheidsbelang in de combinatie Bronswerk Heat Transfer B.V., Bronswerk Heat Transfer Services B.V. en ElBrons B.V. (een huidig 49% belang).

Opdrachtgever is zich er van bewust dat de opbrengst van de verkoop van de aandelen waarschijnlijk niet hoger zal zijn dat Euro 1. Commitment van de kopende partij zal met name moeten komen uit het geld dat de kopende partij in de Onderneming wenst te steken om de continuïteit van de Onderneming (voor een bepaalde termijn) te waarborgen.

De nakoming van de verbintenissen van IMAP tegenover de Opdrachtgever wordt vastgesteld door deze Offerte en de bijgevoegde Algemene voorwaarden.

[…]

4.. Condities dienstverlening

Alle gewerkte uren worden afgerekend tegen een uurtarief van EUR 250,-.

Bij totstandkoming van een transactie wordt additioneel een Succes Fee in rekening gebracht van EUR 100.000,-.

2.4.

In de algemene voorwaarden van Bronswerk staat – voor zover van belang – het volgende:

Artikel 1 Algemeen en Definities

Diensten

Alle diensten uitgevoerd door IMAP op basis van een Overeenkomst.

Beoogde Transactie

Iedere vorm van transactie, waaronder koop, verkoop of overdracht van een onderneming, aandelen of enige andere zaak of goed, of financiering, herfinanciering, acquisitiefinanciering of andere vorm van financiering die opdrachtgever beoogt en in verband waarmee Opdrachtgever gebruik wenst te maken van de Diensten van IMAP.

Geselecteerde Partij

Iedere (rechts)persoon, overheidsinstelling of andere entiteit die een mogelijk belangstellende partij of een mogelijke kandidaat bij de Beoogde Transactie kan zijn, ongeacht of deze Geselecteerde Partij is aangedragen door IMAP, door Opdrachtgever of zichzelf spontaan heeft gemeld bij Opdrachtgever of IMAP.

Overeenkomst

Overeenstemming, mondeling of schriftelijk tussen IMAP en Opdrachtgever op basis waarvan IMAP Diensten verricht.

Succes Fee

Iedere vorm van honorarium of een beloning aan IMAP, die gerelateerd is aan het geheel of gedeeltelijk behalen van de doelstellingen ter zake een Beoogde Transactie ongeacht de terminologie die daaraan wordt toegekend waaronder, doch niet gelimiteerd tot, succesafhankelijke beloning, succesbonus, bonus, findersfee of incentive fee.

Artikel 3 Honorarium en Succes Fee

[…]

Artikel 3.2 Honorarium en Succes Fee

3.2.1

Verschuldigdheid Succes Fee

Opdrachtgever is een Succes Fee verschuldigd, zodra de Beoogde Transactie wordt voltooid of enige andere in de Overeenkomst beschreven doelstellingen wordt behaald, een en ander met inachtneming van artikel 3.2.3 en 3.2.4, ongeacht of dit voortvloeit uit de door IMAP verleende Diensten dan wel door derden of door Opdrachtgever zelf is gedaan respectievelijk is bereikt.

Opdrachtgever is tevens Succes Fee verschuldigd indien binnen een periode van 18 maanden na (tussentijdse) beëindiging van de Overeenkomst alsnog het doel van de Beoogde Transactie met één van de Geselecteerde Partijen wordt gerealiseerd.

3.2.2

Honorarium en Succes Fee bij tussentijdse beëindiging van de Overeenkomst

Indien een Overeenkomst een opdracht tot koop of verkoop inhoudt en tussentijds wordt beëindigd zal de Opdrachtgever aan IMAP een tekort tussen een honorarium at is berekend op basis van IMAP’ uurtarieven en de al betaalde, gefactureerde of vervallen bedragen respectievelijk termijnen, vergoeden, tenzij a) de beëindiging van deze Overeenkomst het gevolg is van een ernstige tekortkoming van IMAP of b) deze Overeenkomst wordt beëindigd, omdat de Beoogde Transactie niet kan worden gedaan met de Geselecteerde Partijen, omdat de indicatieve biedingen onredelijk laag zijn, of wanneer in redelijkheid mag worden verondersteld dat de Beoogde Transactie, of de in de Overeenkomst beoogde doelen, niet kan worden gedaan, respectievelijk kunnen worden gehaald.

3.2.3.

Het bereiken van een doel of de Beoogde Transactie

In verband met wat is bepaald in artikel 3.2.2 wordt een Beoogde Transactie beschouwd te zijn gedaan of wordt, in aanvulling op de wijze waarop de Beoogde Transactie in de Overeenkomst is gedefinieerd, het doel van de Overeenkomst geacht te zijn bereikt zodra zich één van de navolgende gebeurtenissen ten aanzien van de Beoogde Transactie heeft voorgedaan:

a) iedere vorm van (middellijke) overdracht van juridische of economische eigendom van het gehele of een gedeelte van het (vennootschaps) kapitaal, dan wel de geplaatste aandelen in een vennootschap, lidmaatschapsrechten of (deel van) een onderneming, of activa/passiva van een onderneming welke onderdeel vormt of vormde van de vennootschap of firma welke onderwerp van de Beoogde Transactie vormt, inclusief overdracht door middel van een juridische afsplitsing;

b) enige verbetering van, of verandering in, de schuldpositie van enige firma, vennootschap of rechtspersoon, welke verbetering of verandering op enigerlei wijze verband houdt met de Beoogde Transactie of enige andere doelstelling van de Overeenkomst;

c) het verkrijgen van een herfinanciering of acquisitiefinanciering of enige andere vorm van financiering, als omschreven in de Overeenkomst;

d) indien het een opdracht tot verkoop of koop betreft, een bod of (indicatieve) bieding dat de beoogde doelen uit de Overeenkomst of de Beoogde Transactie in belangrijke mate nadert, en er daarom in redelijke mate verwacht mag worden dat de Beoogde Transactie kan worden gerealiseerd.

3.2.4

Gedeeltelijke voltooiing Beoogde Transactie

Indien een Beoogde Transactie of andere doelstelling uit de Overeenkomst slechts gedeeltelijk wordt voltooid, dan zal ten behoeve van de berekening van de Succes Fee worden uitgegaan van de Transactiewaarde, als ware de Beoogde Transactie of de doelstelling uit de Overeenkomst volledig uitgevoerd.

IMAP is niet aansprakelijk jegens Opdrachtgever indien uit het due diligence onderzoek dan wel uit andere informatiebronnen volgt dat de waarde van de onderneming naar beneden dient te worden bijgesteld en als gevolg daarvan de koopsom dient te worden aangepast dan wel de Beoogde Transactie niet of slechts gedeeltelijk wordt voltooid. Ook in een dergelijk geval is Opdrachtgever gehouden de Succes fee en het Honorarium te voldoen.

Artikel 4 Exclusiviteit

Gedurende de looptijd van de Overeenkomst zal IMAP exclusief gerechtigd zijn de opgedragen Diensten te verlenen en de activiteiten te ontplooien die verband houden met de doelstelling van de Overeenkomst.

2.5.

Gelet op de liquiditeitspositie van Bronswerk heeft IMAP haar gevraagd om een voorschot van € 20.000. Dit voorschot heeft Bronswerk voldaan.

2.6.

In de zomer van 2018 heeft IMAP de transactie voorbereid en Bronswerk op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen. IMAP stelde onder meer een
information memorandum op ten behoeve van de transactie. Hierin staat, voor zover relevant:

The Object of Sale is the combination of BHT, Bronswerk Heat Transfer Services and ElBrons B.V. (49%).

[…]

Bronswerk Heat Transfer Holding B.V. (“BHT Holding”) is the holding company […] and the owner of the buildings.

2.7.

De inspanningen van IMAP hebben geresulteerd in drie indicatieve biedingen die IMAP aan Bronswerk heeft voorgelegd, met de voor- en nadelen van elk. Op 7 augustus 2018 heeft Bronswerk IMAP een update van de stand van zaken aan de kant van Bronswerk gestuurd. Hierin heeft zij aangegeven dat de voorkeur van Bronswerk uitging naar investeringsbedrijf Active Capital Company B.V. (hierna: ACC), en dat Bronswerk aan ACC een alternatief bod heeft gedaan.

2.8.

Op 11 september 2018 heeft IMAP Bronswerk een zogenaamde
mark-up van een
term sheet gestuurd voor de transactie met ACC, waarin onder meer is opgenomen:

Partijen

 Bronswerk Heat Transfer B.V., Bronswerk Heat Transfer Services B.V. en ElBrons B.V. (49%) (Hierna gezamenlijk ‘
Bronswerk ’ of ‘Groep’ of ‘Onderneming’)

 Bronswerk Heat Transfer Holding B.V. (‘
Verkoper ’)

 Active Capital Company B.V., optredend namens Active Capital Company Fund III Coöperatief U.A. of een door haar gehouden entiteit (‘
Investeerder ’ of ‘
ACC ’)

 Hierna gezamenlijk ook aangeduid als ‘
Partijen ’ en ieder afzonderlijk ook als ‘
Partij ’

Investering

 Partijen zijn in onderhandeling over het verkrijgen door de Investeerder van een 65% tot 80% meerderheidsbelang in Bronswerk middels het verschaffen van kapitaal door Investeerder van € 4m (‘
Investering’ ). Het bedrag van de Investering zal op closing volledig, ineens en in cash worden gestort.

 Vanaf de effectuering van de transactie (‘
Transactie ’) bestaat een aandeelhoudersverdeling in de Onderneming van 80% voor Investeerder, respectievelijk 20% voor Verkoper. Bij het behalen van het Business Plan bij verkoop meerderheidsbelang van de Onderneming (de ‘
Exit’ ) zal Verkoper middels een ratchetstructuur additionele aandelen toebedeeld krijgen, oplopend tot maximaal 15% (zie hieronder onder ‘Ratchet’).

Vastgoed

 Het onroerend goed blijft in eigendom van Verkoper en Bronswerk huurt tegen marktconforme voorwaarden, inclusief marktconforme huur. ACC gaat met Verkoper in overleg over hoe de huidige locatie in Nijkerk kan worden geoptimaliseerd en eventueel ontwikkeld. Een en ander nader in goed overleg te structureren.

Exclusiv-iteit

 Het staat Verkoper vrij om de gesprekken met geïnteresseerde partijen te voeren, met dien verstande dat de Verkoper verplicht is om de Transactie met ACC te effectueren indien de voorwaarden zoals vastgelegd in deze intentieovereenkomst stand houden.

2.9.

Bronswerk heeft niet lang daarna besloten niet over te gaan tot de verkoop van de aandelen.

2.10.

Op 2 oktober 2018 heeft IMAP de volgende factuur van 30 september 2018 per e-mail aan Bronswerk verzonden:

Omschrijving

Uren

Tarief (excl btw)

Totaal (excl btw)

Werkzaamheden september conform opdrachtbevestiging

35,00

250,00

8.750,00

Kosten Dataroom1 (voor ACC)

3.000,00

50% succes fee

50.000,00

Voorschotnota

-20.000,00

Sub-totaal

41.750,00

Btw 21,0%

8.767,50

Totaal

50.517,50

Te betalen

50.517,50

2.11.

Deze factuur heeft Bronswerk niet voldaan.

2.12.

Op 29 oktober 2018 heeft de holding haar vastgoed aan de [straatnaam] [huisnummer 1] en [huisnummer 2] in Nijkerk aan Konst Exploitatie Maatschappij B.V. (hierna: Konst) geleverd.

3.. Het geschil

in conventie

3.1.

IMAP vordert in conventie dat de rechtbank, bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Bronswerk veroordeelt tot betaling van:

I. een bedrag van € 50.517,50, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 30 september 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;

II. een bedrag van € 60.500, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 23 oktober 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;

III. de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.925,59, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;

IV. de kosten van deze procedure.

3.2.

IMAP legt hieraan nakoming van de tussen haar en Bronswerk gesloten overeenkomst en haar algemene voorwaarden ten grondslag. Zij voert hiertoe – samengevat – aan dat met de vastgoedtransactie tussen de holding en Konst voldaan is aan de voorwaarden voor betaling van de
success fee door Bronswerk
.

3.3.

Bronswerk voert verweer, strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van IMAP in haar vordering, met veroordeling van IMAP bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente van artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na betekening van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

in reconventie

3.5.

Bronswerk vordert, na wijziging van eis, in reconventie dat de rechtbank bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, IMAP veroordeelt tot betaling van:

I. een bedrag van € 9.982,50;

a. vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119a BW, althans de wettelijke rente, berekend tot 13 maart 2020 op € 389,01;

b. vermeerderd met de buitengerechtelijke kosten, thans begroot op € 874,12;

II. de kosten van deze procedure in reconventie;

a. vermeerderd met de wettelijke rente van artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.

3.6.

Bronswerk legt hieraan – samengevat – ten grondslag dat zij een gedeelte van het voorschot onverschuldigd aan IMAP heeft betaald, nu met de vastgoedtransactie tussen de holding en Konst niet voldaan is aan de voorwaarden voor betaling van de
success fee.

3.7.

IMAP voert verweer, strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van Bronswerk in haar vordering, althans afwijzing daarvan, met veroordeling van Bronswerk bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad in de proceskosten.

3.8.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.. De beoordeling

in conventie

4.1.

IMAP vordert nakoming van een betalingsverplichting ter zake van de
success fee die in haar visie is verschuldigd op grond van de overeenkomst die IMAP en Bronswerk op 15 juni 2018 hebben gesloten. Deze is volgens IMAP – kort gezegd – verschuldigd omdat Bronswerk een transactie tot stand heeft gebracht met Konst. IMAP beroept zich ter onderbouwing van haar standpunt op artikelen 2 en 4 van de overeenkomst en op artikelen 3.2 - meer specifiek artikel 3.2.3 onder a - en 4 van haar algemene voorwaarden.

4.2.

Waar het gaat om de verschuldigdheid van de
success fee maken de algemene voorwaarden in artikel 3.2.1 (“
Verschuldigdheid Succes Fee ”) onderscheid tussen:

de situatie waarin de beoogde transactie wordt voltooid of het doel van de overeenkomst wordt bereikt; en

de situatie waarin de overeenkomst (tussentijds) wordt beëindigd.

4.3.

Per situatie verschillen de criteria die moeten zijn vervuld voor de verschuldigdheid van de door IMAP gevorderde
success fee. De rechtbank dient daarom eerst te beoordelen of de overeenkomst (tussentijds) werd beëindigd en in het verlengde daarvan of de
success fee volgens IMAP zou zijn verdiend voor of na die beëindiging. IMAP lijkt zich op het standpunt te stellen dat Bronswerk gedurende de looptijd van de overeenkomst heeft bewerkstelligd dat de holding haar vastgoed aan Konst heeft verkocht. Zij heeft wel gesteld dát, maar niet wanneer de samenwerking met Bronswerk is beëindigd, zodat de rechtbank voor de beantwoording van die vraag aanknoping zoekt in de door partijen overgelegde stukken.

4.4.

Uit die stukken blijkt ten eerste dat IMAP en Bronswerk hun samenwerking tussen 11 september en 30 september 2018 hebben beëindigd. IMAP heeft op 11 september 2018 een aangepaste versie van de
term sheet aan Bronswerk gestuurd, waaruit kan worden opgemaakt dat de samenwerking op dat moment nog bestond en IMAP nog uitging van een aandelentransactie met ACC als koper van de aandelen. Op 30 september 2018 maakte IMAP een factuur op aan Bronswerk waarmee zij haar 50% van de
success fee in rekening bracht. Dit wijst erop dat partijen hun samenwerking op deze datum hadden beëindigd, omdat anders voor het in rekening brengen van de
success fee geen aanleiding zou zijn.

4.5.

Ten tweede blijkt uit de stukken dat de holding het vastgoed op 29 oktober 2018 aan Konst heeft verkocht en geleverd. In de akte van levering van die datum staat dat deze tevens de koopovereenkomst behelst. Op de eerste pagina van de akte staat:
“Verkoper verkoopt hierbij aan Koper, gelijk Koper koopt van Verkoper het hierna omschreven registergoed (hierna: de Koopovereenkomst ).” In het licht hiervan heeft IMAP, voor zover zij zich dit standpunt heeft willen innemen, onvoldoende gesteld dat de verkoop van het vastgoed door de holding feitelijk heeft plaatsgevonden voor 29 oktober 2018, althans voor de beëindiging van de overeenkomst met Bronswerk.

4.6.

Dat de samenwerking tussen Bronswerk en IMAP was beëindigd op het moment dat de holding haar vastgoed verkocht, strookt ook met de e-mailcorrespondentie naar aanleiding van het onbetaald laten door Bronswerk van de factuur van IMAP. Per e-mail van 11 juli 2019 reageerde IMAP – voor zover relevant – als volgt op per e-mail van 13 november 2018 ingenomen standpunten van Bronswerk:

• “Traject stopzetten mag inderdaad altijd, maar nogmaals, als er binnen de termijn van de algemene voorwaarden alsnog een transactie plaatsvindt is er succes fee verschuldigd.”
• “Prima maar transactie na staken is ook betalen.”
• “Bij onze (overeengekomen) definitie van transactie dus wel, ook een transactie waar wij niet bij betrokken waren en na beëindiging van onze opdracht, triggert de betaling van success fee.”

De rechtbank vat deze e-mail van IMAP zo op dat zij zich hierin op het standpunt heeft gesteld dat de overeenkomst reeds was beëindigd voordat de holding haar vastgoed verkocht, maar dat zij ook in die situatie op grond van de algemene voorwaarden recht had op de
success fee.

4.7.

Op grond van het bovenstaande concludeert de rechtbank dat de overeenkomst reeds tussentijds was beëindigd op het moment dat de holding haar vastgoed aan Konst verkocht.

4.8.

De vraag naar de verschuldigdheid van de
success fee in een dergelijk geval, moet worden beantwoord aan de hand van artikel 3.2.1 van de algemene voorwaarden. Hoewel boven artikel 3.2.2 van de algemene voorwaarden het kopje
“Honorarium en Succes Fee bij tussentijdse beëindiging van de Overeenkomst” staat, beperkt de inhoud van dit artikel zich tot de verschuldigdheid van het honorarium.

4.9.

Artikel 3.2.1, tweede volzin, van de algemene voorwaarden bepaalt dat opdrachtgever tevens een
success fee verschuldigd is
“indien binnen een periode van 18 maanden na (tussentijdse) beëindiging van de Overeenkomst alsnog het doel van de Beoogde Transactie met één van de Geselecteerde Partijen wordt gerealiseerd.” Omdat in de algemene voorwaarden niets anders is geregeld met betrekking tot de
success fee in geval van (tussentijdse) beëindiging van de overeenkomst, is een logische en redelijke uitleg van deze bepaling, bezien in de context van de algemene voorwaarden en de verdere overeenkomst, dat wanneer (tussentijds) is beëindigd en niet aan de in dit artikel genoemde voorwaarden is voldaan, de
success fee niet is verschuldigd.

4.10.

IMAP heeft – in het licht van de door de rechtbank geconstateerde beëindiging van de overeenkomst voorafgaand aan de verkoop van het vastgoed – niet concreet gesteld dat in het onderhavige geval voldaan is aan de criteria genoemd in artikel 3.2.1, tweede volzin van de algemene voorwaarden. Zij heeft weliswaar gesteld dat het doel van de beoogde transactie het aantrekken van geld om (een deel van) de onderneming weer boven water te krijgen was en dat dit doel werd bereikt met de verkoop van het vastgoed door de holding, maar heeft dit onvoldoende onderbouwd, mede gelet op de definitie van “
Beoogde Transactie ” in artikel 1 van de algemene voorwaarden en de gemotiveerde betwisting van Bronswerk. Ook is gesteld noch gebleken dat Konst als geselecteerde partij in de zin van de algemene voorwaarden dient te worden gekwalificeerd.

4.11.

Voor zover IMAP een beroep heeft willen doen op het exclusiviteitsbeding van artikel 4 van de algemene voorwaarden, slaagt dit – gelet op de beëindiging van de overeenkomst maar ook bij gebrek aan onderbouwing – evenmin. Zij heeft zich bij dagvaarding beperkt tot het citeren van de tekst van dit artikel en is er in de daarop volgende stukkenwisseling niet op terug gekomen.

4.12.

Op grond van bovenstaande is de door IMAP gestelde verplichting tot betaling van de
success fee door Bronswerk niet vast komen te staan. De vorderingen van IMAP zullen daarom worden afgewezen.

in reconventie

4.13.

Bronswerk heeft bij conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie “
de wettelijke rente ex art. 6:119a BW ” gevorderd over haar vordering in reconventie van € 9.982,50. Bij conclusie van dupliek in conventie tevens houdende repliek in reconventie heeft zij dit gewijzigd naar “
6:119 BW, althans de wettelijke rente ”. Bronswerk heeft daarmee kennelijk bedoeld: de wettelijke handelsrente van artikel 6:119a BW, althans de wettelijke rente. Nu ook IMAP dit zo lijkt te hebben opgevat, gaat de rechtbank daarvan uit. Omdat IMAP heeft tegen de eiswijziging geen bezwaar gemaakt en de rechtbank ook ambtshalve geen bezwaar ziet, zal de rechtbank bij de beoordeling uitgaan van de gewijzigde eis zoals hiervoor weergegeven onder 3.5.

4.14.

Bronswerk vordert in reconventie betaling van € 9.982,50, omdat zij aan IMAP een voorschot van € 20.000 exclusief btw – € 24.400 inclusief btw – heeft betaald. Dit voorschot heeft IMAP in aftrek gebracht op de in de factuur van 30 september 2018, weergegeven onder 2.10. IMAP voert hiertegen geen verweer onder verwijzing naar de samenhang tussen de vordering in conventie en deze vordering in reconventie.

4.15.

Nu vast is komen te staan dat de
success fee door Bronswerk niet verschuldigd is, komt IMAP in totaal € 8.750 voor haar werkzaamheden en € 3.000 voor gebruik van de dataroom toe. Dit betekent dat het voorschot van Bronswerk de hoogte van het resterende bedrag van de factuur met € 8.250 exclusief btw overstijgt. Bronswerk heeft dus recht op terugbetaling van € 9.982,50 inclusief btw. Haar vordering tot terugbetaling van dit deel van het door haar betaalde voorschot zal daarom worden toegewezen op grond van onverschuldigde betaling.

4.16.

De door Bronswerk gevorderde wettelijke handelsrente van artikel 6:119a BW komt alleen voor vergoeding in aanmerking in geval van een handelsovereenkomst. Omdat de vordering van Bronswerk wordt toegewezen op grond van onverschuldigde betaling en niet op grond van een handelsovereenkomst, zal de wettelijke rente van artikel 6:119 BW vanaf 18 september 2018 worden toegewezen over het bedrag van € 9.982,50.

4.17.

Bronswerk vordert voorts buitengerechtelijke kosten en beroept zich daarbij op het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke kosten (het Besluit). IMAP betwist deze kosten en stelt daartoe dat Bronswerk geen buitengerechtelijke incassokosten heeft gemaakt. Dit heeft Bronswerk niet weersproken, zodat daarvan uit dient te worden gegaan. Het Besluit mist toepassing bij vorderingen uit hoofde van verbintenissen uit de wet, zoals onverschuldigde betaling. De rechtbank toetst de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn daarom aan de eisen voor dergelijke vorderingen zoals deze zijn geformuleerd in het Rapport BGK-integraal. Nu vast staat dat Bronswerk geen buitengerechtelijke incassokosten heeft gemaakt, zal haar vordering tot vergoeding hiervan worden afgewezen.

in conventie en in reconventie

4.18.

IMAP zal als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten van Bronswerk worden veroordeeld, zoals hierna begroot.

5.. De beslissing

De rechtbank

in conventie

5.1.

wijst de vorderingen af,

5.2.

veroordeelt IMAP in de proceskosten van Bronswerk, aan de zijde van Bronswerk tot op heden begroot op:

- griffierecht € 4.131

- salaris advocaat € 3.540 (2 punten × tarief € 1.770)

Totaal € 7.671;

vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten van artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na betekening van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;

in reconventie

5.3.

veroordeelt IMAP tot betaling aan Bronswerk van € 9.982,50 vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag met ingang van 18 september 2018 tot de dag van betaling;

5.4.

veroordeelt IMAP in de proceskosten van Bronswerk, aan de zijde van Bronswerk tot op heden begroot op:

- salaris advocaat € 478 (2 punten × 0,5 × tarief € 478)

Totaal € 478;

vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten van artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;

5.5.

wijst het anders of meer gevorderde af;

in conventie en in reconventie

5.6.

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. E.C. Harting en in het openbaar uitgesproken op 31 maart 2021.1885/3351