Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 tot en met 15 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden een meldplicht, het volgen van een cognitieve vaardigheidstraining, contactverboden met de medeverdachte(n) en de slachtoffers, en een inspanningsverplichting om mee te werken aan het verkrijgen en behouden van huisvesting, inkomen, werk en/of dagbesteding.
4..Waardering van het bewijs
enhet ter beschikking stellen van gegevens , te weten inloggegevens Internetbankieren (rekeningnummer) en een bankpas, door
enhet ter beschikking stellen van gegevens, te weten een bankpas en pincode en inloggegevens Internetbankieren, door
enhet ter beschikking stellen van gegevens, te weten een bankpas en pincode , door
enhet ter beschikking stellen van gegevens, te weten bankpassen en pincodes , door
enhet ter beschikking stellen van gegevens, te weten een bankpas en pincode en inloggegevens en gebruikerscode Internetbankieren, door
enhet ter beschikking stellen van gegevens, te weten bankpassenen pincodes door
enhet ter beschikking stellen van gegevens,
5..Strafbaarheid feiten
medeplegen van oplichting;
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd;
medeplegen van oplichting;
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd;
medeplegen van oplichting;
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
medeplegen van oplichting;
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd;
medeplegen van oplichting;
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd;
medeplegen van oplichting;
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd;
medeplegen van oplichting;
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd;
15..medeplegen van oplichting;
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
Uit het dossier kan worden afgeleid dat de verdachte niet de initiator van de babbeltrucs was en vermoedelijk slechts een deel van de weggenomen bedragen heeft ontvangen. Dit heeft een strafverminderend effect. Anderzijds is het de verdachte geweest die bij de slachtoffers thuis is geweest en heeft hij zo een belangrijk aandeel in de inbreuk op hun vertrouwen en veiligheidsgevoel gehad.
8..Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.. Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
€ 18.420,00 (zegge: achttienduizendvierhonderdtwintig), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 12 september 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 1] te betalen
€ 18.420,00 (zegge: achttienduizendvierhonderdtwintig), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 september 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 18.420,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
107 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 9.800,00 (zegge: negenduizendachthonderd), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 19 oktober 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 2] te betalen
€ 9.800,00 (zegge: negenduizendachthonderd), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 oktober 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 9.800,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
56 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 11.500,00 (zegge: elfduizendvijfhonderd), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 3 september 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 3] te betalen
€ 11.500,00 (zegge: elfduizendvijfhonderd), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 september 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 11.500,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
66 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 20.000,00 (zegge: twintigduizend), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 18 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 4] te betalen
€ 20.000,00 (zegge: twintigduizend), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 augustus 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 20.000,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
116 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 3.350,00 (zegge: drieduizenddriehonderdvijftig), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 12 oktober 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 5] te betalen van
€ 3.350,00 (zegge: drieduizenddriehonderdvijftig), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 3.350,00 niet mogelijk blijkt
, gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
19 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;