2.1.Stichting GFPJ vordert, na wijziging van eis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
te verklaren voor recht dat de franchiseovereenkomsten en addenda die zijn gesloten tussen [bedrijf A] en de franchisenemers die volgens alinea 5 van de dagvaarding deel uitmaken van Groep 1 en Groep 3, op goede gronden buitengerechtelijk zijn vernietigd, althans deze franchiseovereenkomsten tussen [bedrijf A] en de franchisenemers die volgens alinea 5 van de dagvaarding deel uitmaken van Groep 1 en Groep 3 te vernietigen op grond van misbruik van omstandigheden en/of dwaling en/of bedrog;
de tussen [bedrijf A] en de franchisenemers die volgens alinea 5 van de dagvaarding deel uitmaken van Groep 1 en Groep 3 gesloten koopovereenkomsten inzake de bouwkundige voorzieningen en inventaris van hun respectievelijke PJ Winkels, te vernietigen op grond van misbruik van omstandigheden en/of dwaling en/of bedrog;
te verklaren voor recht dat de franchisenemers die volgens alinea 5 van de dagvaarding deel uitmaken van Groep 2 hebben gedwaald;
te verklaren voor recht dat in de verhouding tussen [bedrijf A] en de franchisenemers die volgens alinea 5 van de dagvaarding deel uitmaken van Groep 1, Groep 2 en Groep 3 sprake is van misbruik van omstandigheden en/of bedrog;
de tussen [bedrijf A] en de franchisenemers die volgens alinea 5 van de dagvaarding deel uitmaken van Groep 2 gesloten franchiseovereenkomsten te vernietigen nu deze op grond van misbruik van omstandigheden en/of dwaling en/of bedrog tot stand zijn gekomen;
de tussen [bedrijf A] en de franchisenemers die volgens alinea 5 van de dagvaarding deel uitmaken van Groep 2 gesloten koopovereenkomsten inzake de bouwkundige voorzieningen en inventaris van hun respectievelijke PJ Winkels, te vernietigen nu deze op grond van misbruik van omstandigheden en/of dwaling en/of bedrog tot stand zijn gekomen;
[bedrijf A] en gedaagden sub 2 tot en met 5 hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan Stichting GFPJ, des dat de een betaalt de ander zal zijn gekweten, van het in hoofdstuk IV van de dagvaarding gespecificeerde onverschuldigd betaalde bedrag, zoals nader gespecificeerd in productie 82 en productie 74, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
te verklaren voor recht dat [bedrijf A] onrechtmatig heeft gehandeld jegens iedere franchisenemer die volgens alinea 5 deel uit maakt van Groep 1, 2 en 3 en aansprakelijk is voor de schade die de betreffende franchisenemers als gevolg daarvan hebben geleden en nog zullen lijden, zoals nader gespecificeerd in productie 72;
te verklaren voor recht dat gedaagden sub 2 tot en met 5 onrechtmatig hebben gehandeld jegens iedere franchisenemer die volgens alinea 5 deel uit maakt van Groep 1, 2 en 3 en naast [bedrijf A] hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die de betreffende franchisenemers als gevolg daarvan hebben geleden en nog zullen lijden, zoals nader gespecificeerd in productie 72;
[bedrijf A] en gedaagden sub 2 tot en met 5 hoofdelijk te veroordelen, des dat de een betaalt de ander zal zijn gekweten, tot vergoeding aan Stichting GFPJ van de schade van de franchisenemers PJ die volgens alinea 5 deel uitmaken van Groep 1, 2 en 3, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, voor zover deze schade niet reeds deel uitmaakt van het gevorderde onder vordering 7 en 8 van het petitum;
Subsidiair:
11. te verklaren voor recht dat de franchiseovereenkomsten en addenda die zijn gesloten tussen [bedrijf A] en de franchisenemers die volgens alinea 5 van deze dagvaarding deel uitmaken van Groep 1 en Groep 3, op goede gronden buitengerechtelijk zijn ontbonden, althans deze franchiseovereenkomsten tussen [bedrijf A] en de franchisenemers die volgens alinea 5 van deze dagvaarding deel uitmaken van Groep 1 en Groep 3 te ontbinden;
11. te verklaren voor recht dat [bedrijf A] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens de franchisenemers die volgens alinea 5 van deze dagvaarding deel uitmaken van Groep 1, Groep 2 en Groep 3 en aansprakelijk is voor de schade die de betreffende franchisenemers als gevolg daarvan hebben geleden en nog zullen lijden;
11. te verklaren voor recht dat gedaagden sub 2 tot en met 5 onrechtmatig hebben gehandeld jegens iedere franchisenemer die volgens alinea 5 deel uit maakt van Groep 1, 2 en 3 en hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die de betreffende franchisenemers als gevolg daarvan hebben geleden en nog zullen lijden;
11. de tussen [bedrijf A] en de franchisenemers die volgens alinea 5 van de dagvaarding deel uitmaken van Groep 2 gesloten franchiseovereenkomsten en addenda te ontbinden;
11. de tussen [bedrijf A] en de franchisenemers die volgens alinea 5 van de dagvaarding deel uitmaken van Groep 2 gesloten koopovereenkomsten inzake de bouwkundige voorzieningen en inventaris van hun respectievelijke PJ Winkels te ontbinden;
11. [bedrijf A] en gedaagden sub 2 tot en met 5 hoofdelijk te veroordelen, des dat de een betaalt de ander zal zijn gekweten, tot (i) terugbetaling van alle bedragen die de franchisenemers die volgens alinea 5 deel uitmaken van Groep 1, 2 en 3 aan [bedrijf A] hebben verricht, zoals nader gespecificeerd in de overzichten die als productie 82 en 74 in het geding zijn gebracht en (ii) vergoeding van alle door de franchisenemers die volgens alinea 5 deel uitmaken van Groep 1, 2 en 3 geleden en nog te lijden schade, zoals nader gespecificeerd in productie 73;
11. [bedrijf A] en gedaagden sub 2 tot en met 5 hoofdelijk te veroordelen, des dat de een betaalt de ander zal zijn gekweten, tot vergoeding aan Stichting GFPJ van de als gevolg van de ontbinding geleden en nog te lijden schade van de franchisenemers die volgens alinea 5 deel uitmaken van Groep 1, 2 en 3, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, voor zover deze schade niet reeds deel uitmaakt van de schade die wordt gevorderd onder vordering 16 van het petitum;
18. [bedrijf A] en de bestuurders hoofdelijk te veroordelen tot betaling, des dat de een betaalt de ander zal zijn gekweten, van de met franchisenemers F en R overeengekomen koopsom van € 100.000,- inzake de inventaris;
18. [bedrijf A] en de bestuurders hoofdelijk te veroordelen tot betaling, des dat de een betaalt de ander zal zijn gekweten, van de met franchisenemers D en E overeengekomen koopsom conform artikel 24 (breakoptie) van de met de betreffende franchisenemers gesloten franchiseovereenkomst;
Zowel primair als (meer) subsidiair:
20. [bedrijf A] en de bestuurders hoofdelijk te veroordelen tot betaling, des dat de een betaalt de ander zal zijn gekweten, van de door Stichting GFPJ gemaakte buitengerechtelijke incassokosten, welke kosten conform de Staffel BIK neerkomen op een bedrag van € 6.775,00 vermeerder met de wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
20. [bedrijf A] en de bestuurders hoofdelijk te veroordelen in de kosten van deze procedure, des dat de een betaalt en de anders zal zijn gekweten, waaronder expliciet begrepen de totale beslagkosten, met inbegrip van de na het gewezen vonnis verschuldigde nakosten, begroot op € 157,-- zonder betekening, te vermeerderen met € 82,-- in het geval van betekening van het vonnis en daarbij te bepalen dat gedaagden sub 2 t/m 5 de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over de proceskosten verschuldigd zijn vanaf 14 dagen na de dag van het te dezen te wijzen vonnis.