Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- de dagvaarding, met producties;
- de aanvullende producties van [eiser] d.d. 9 februari 2021;
- de fax van Woonstad d.d. 9 februari 2021, inhoudende een voorwaardelijke eis in reconventie;
- de pleitaantekeningen van [eiser];
- de pleitnota van Woonstad, inhoudende een gewijzigde voorwaardelijke eis in reconventie.
2..De vaststaande feiten
“Woonstad heeft verzocht het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Nu [eiser] op dit punt geen verweer heeft gevoerd en voldoende is gebleken is dat er sprake is van een groot belang van Woonstad bij (spoedige) beëindiging van de huurovereenkomst, zal het vonnis uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard” (r.o. 2.17).
“(…) U deelde onder meer mede dat de funderingswerkzaamheden in de straat waarin zich het door cliënt gehuurde bevindt, opschieten en dat de aannemer begin maart 2021 toe zal komen aan de funderingswerkzaamheden onder de door cliënt gehuurde bedrijfsruimte. (…) Cliënt realiseert zich dat de funderingswerkzaamheden uitgevoerd zullen moeten worden. Dit ongeacht de uitkomst van de nog te starten hoger beroepsprocedure. Het is om deze reden dat cliënt bereid is af te spreken dat de door uw cliënte ingeschakelde aannemer op zeer korte termijn kan starten met de funderingswerkzaamheden onder de door cliënt gehuurde bedrijfsruimte. (…). Cliënt stelt hieraan aan de voorwaarde dat hij na het uitvoeren van de funderingswerkzaamheden kan terugkeren in de bedrijfsruimte en de exploitatie van het theehuis aldaar kan voortzetten. Verder stelt cliënt als voorwaarde dat hij in de woonruimte kan blijven wonen. Cliënt verblijft momenteel ook in de betreffende woonruimte”.