ECLI:NL:RBROT:2021:2936

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 maart 2021
Publicatiedatum
6 april 2021
Zaaknummer
C/10/561855 HA ZA 18-1048
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van de nalatenschap van een ongehuwde erflaatster met meerdere erfgenamen

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, betreft het een geschil over de verdeling van de nalatenschap van een ongehuwde erflaatster die op 15 mei 2008 is overleden. De erflaatster had geen testament, waardoor haar nalatenschap vererft naar haar wettelijke erfgenamen, bestaande uit haar kinderen. De eisende partijen, aangeduid als 'de zussen', hebben de rechtbank verzocht om een bevel tot verdeling van de nalatenschap, omdat zij niet langer in onverdeeldheid willen blijven. De gedaagde partijen, aangeduid als 'de broers', zijn in deze procedure ook betrokken, waarbij verstek is verleend tegen één van hen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de nalatenschap, bestaande uit onroerende zaken en banktegoeden, door de erfgenamen moet worden verdeeld. De rechtbank heeft een notaris aangewezen om de verdeling te begeleiden en een onzijdig persoon benoemd voor het geval dat één of meer erfgenamen niet meewerken aan de verdeling. De kosten van de notaris en de onzijdige persoon zullen ten laste van de nalatenschap komen. De rechtbank heeft ook bepaald dat de integrale kosten van de advocaten van de eisende partijen uit de nalatenschap zullen worden vergoed.

De uitspraak is gedaan op 31 maart 2021, waarbij de rechtbank de erfgenamen heeft bevolen om mee te werken aan de verdeling van de nalatenschap en de wijze van verdeling heeft vastgesteld. De rechtbank heeft de partijen ook verplicht om de kosten van de afwikkeling van de onverdeeldheid te dragen, en heeft de verdeling van de nalatenschap uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
Zittingsplaats Dordrecht
zaaknummer/rolnummer: C/10/561855 HA ZA 18-1048
Vonnis van 31 maart 2021
in de zaak van
[naam eiseres 1] ,
wonende te [woonplaats eiseres 1] ,
tevens gemachtigde van
1. [naam eiseres 2],
wonende te [woonplaats eiseres 2] ;

2. [naam eiseres 3] ,

wonende te [woonplaats eiseres 3] ;

3. [naam eiseres 4] ,

wonende te [woonplaats eiseres 4] ;

4. [naam eiseres 5] ,

wonende te [woonplaats eiseres 5] ;

5. [naam eiseres 6] ,

wonende te [woonplaats eiseres 6] ,
eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie,
advocaat (tot januari 2021): mr. drs. T. Bissessur, Zoetermeer,
tegen

1..[naam gedaagde 1] ,

wonende te [woonplaats gedaagde 1] ,
tegen wie verstek is verleend;

2. [naam gedaagde 2] ,

wonende te [woonplaats gedaagde 2] ,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
advocaat: mr. M.C.G. Stut, Rotterdam;

3. [naam gedaagde 3] ,

wonende te [woonplaats gedaagde 3] ,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
advocaat (tot augustus 2020) mr. A.C. de Bakker, Hendrik-Ido-Ambacht.
Eisende partij in conventie en gedaagde partij in conventie worden hierna mede aangeduid als “de zussen” respectievelijk “de broers.”

1..Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 29 oktober 2018;
  • de conclusie van antwoord in conventie/eis in reconventie van de zijde van [naam gedaagde 2] ;
  • het exploot van betekening van de conclusie van antwoord in conventie/eis in reconventie van de zijde van [naam gedaagde 2] aan [naam gedaagde 1] ;
  • de conclusie van antwoord in conventie/eis in reconventie van de zijde van [naam gedaagde 3] ;
  • de conclusies van repliek in conventie/antwoord in reconventie van de zijde van eisende partij in conventie/verwerende partij in reconventie;
  • het proces-verbaal van de op 11 juli 2019 gehouden comparitie van partijen;
  • de akte uitlating zijdens de zussen van 24 juli 2019;
  • de kostenopgave van [naam 1] binnengekomen ter griffie op 21 oktober 2019;
  • de kostenopgave van [naam 2] , binnengekomen ter griffie op 9 januari 2020;
  • de e-mailberichten van 7, 11 en 19 februari 2020 van mr. Stut, respectievelijk mr. De Bakker en mr. Bissessur;
  • de brieven van mr. Bissessur van 28 augustus 2020 en 3 november 2020;
  • de aantekening dat op 20 november 2020 een mondelinge behandeling is gehouden;
  • de akte houdende wijziging van eis in reconventie van de zijde van [naam gedaagde 2] ;
  • de exploten van betekening (op verzoek van de zussen) van de akte houdende wijziging van eis in reconventie van de zijde van [naam gedaagde 2] , aan [naam gedaagde 1] en aan [naam gedaagde 3] ;
  • de aantekening op de rol van 20 januari 2021 dat [naam gedaagde 1] en [naam gedaagde 3] niet op de eiswijziging hebben gereageerd;
  • het e-mailbericht van 23 maart 2021 van [naam 4] ;
  • de door partijen overgelegde producties.
1.2
Het proces-verbaal van de op 11 juli 2019 gehouden comparitie van partijen is, met instemming van partijen, buiten aanwezigheid van partijen opgesteld.
1.3
Op 20 november 2020 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Aanwezig waren [naam eiseres 1] en [naam eiseres 5] in persoon, bijgestaan door mr. drs. Bissessur, en [naam gedaagde 2] in persoon, bijgestaan door mr. Stut. De griffier heeft aantekening gemaakt van wat tijdens de mondelinge behandeling is besproken. Beide partijen hebben ter zitting hun standpunten (nader) toegelicht.
1.4
De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op vandaag.

2..De feiten

2.1
Op 15 mei 2008 is te Rotterdam overleden [naam erflaatster] , geboren te [geboorteplaats erflaatster] op [geboortedatum erflaatster] , laatstelijk wonende te [adres erflaatster] (hierna: erflaatster).
2.2
Erflaatster was ten tijde van haar overlijden ongehuwd en niet geregistreerd als partner in de zin van artikel 1:80a van het Burgerlijk Wetboek (BW).
2.3
Uit het uittreksel uit het Centraal Testamentenregister blijkt dat erflaatster geen testament heeft opgesteld. Haar nalatenschap vererft daarom naar de wettelijke erfgenamen, zijnde haar kinderen:
[naam gedaagde 1] , geboren te [geboorteplaats gedaagde 1] op [geboortedatum gedaagde 1] ;
[naam eiseres 1] , geboren te [geboorteplaats eiseres 1] op [geboortedatum eiseres 1] ;
[naam gedaagde 2] , geboren te [geboorteplaats gedaagde 2] op [geboortedatum gedaagde 2] ;
[naam eiseres 2] , geboren te [geboorteplaats eiseres 2] op [geboortedatum eiseres 2] ;
[naam eiseres 3] , geboren te [geboorteplaats eiseres 3] op [geboortedatum eiseres 3] ;
[naam gedaagde 3] , geboren te [geboorteplaats gedaagde 3] op [geboortedatum gedaagde 3] ;
[naam eiseres 4] , geboren te [geboorteplaats eiseres 4] op [geboortedatum eiseres 4] ;
[naam eiseres 5] , geboren te [geboorteplaats eiseres 5] op [geboortedatum eiseres 5] en
[naam eiseres 6] , geboren te [geboorteplaats eiseres 6] op [geboortedatum eiseres 6] .
2.4
Tot de nalatenschap van erflaatster behoren de volgende percelen:
1. [perceel 1] ;
2. [perceel 2] .
2.5
De nalatenschap van erflaatster is door de wettelijke erfgenamen, met uitzondering van [naam gedaagde 1] , zuiver aanvaard.
2.6
Bij beschikking van 22 januari 2021 (zaaknummer: 8893387 VZ VERZ 20-19648) is aan [naam gedaagde 1] op grond van artikel 4:192 lid 2 BW een termijn gesteld waarbinnen hij de nalatenschap moet aanvaarden of verwerpen.
2.7
Blijkens raadpleging van het boedelregister door de griffier op 24 maart 2021 heeft [naam gedaagde 1] zich (nog) niet uitgelaten omtrent beneficiaire aanvaarding of verwerping.

3..Het geschil

In conventie

3.1
De zussen vorderen aanvankelijk bij vonnis:
1. de broers te bevelen om binnen twee weken na het door de rechtbank te wijzen vonnis met de zussen over te gaan tot de verdeling van de nalatenschap van erflaatster, en mee te werken aan het passeren van notariële akten van verdeling en levering;
2. te bepalen dat het vonnis in de plaats treedt van de voor eigendomsoverdracht en levering noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van de broers op de koopovereenkomst en notariële akten ingeval de broers weigeren om aan de boedelverdeling mee te werken;
3. de broers te veroordelen in de proceskosten en in de mede-voldoening van de kosten van de boedelscheiding.
3.2
De zussen stellen daartoe dat van hen niet langer gevergd kan worden dat zij in een onverdeeldheid verblijven. Zij wensen daarom over te gaan tot scheiding en verdeling van de nalatenschap van erflaatster.
In reconventie
3.3
[naam eiser 3] en [naam eiser 2] wensen eveneens verdeling van de nalatenschap van erflaatster.
3.4
[naam eiser 3] vordert de wijze van verdeling vast te stellen, meer in het bijzonder door een taxateur te benoemen om de marktwaarde van het perceel te doen vaststellen en daarbij te bepalen dat iedere partij voor 1/9e in de kosten van taxatie dient bij te dragen, alsmede een verkopend makelaar te benoemen die het perceel in de verkoop zal plaatsen op de daarvoor gebruikelijke wijze en in dat kader ook de verkoopprijs dient te bepalen, en kostenveroordeling.
3.5
Met instemming van de zussen vordert [naam eiser 2] na wijziging van eis d.d. 23 december 2020, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
- de verdeling te bevelen van de onverdeeldheid, bestaande uit een tweetal onroerende zaken te Suriname en eventuele banktegoeden, afkomstig uit de nalatenschap van erflaatster en partijen te bevelen tot deze verdeling over te gaan ten overstaan van mr. F.F. Lalmahomed, notaris te Den Haag;
-te bepalen dat de aan te wijzen notaris ten eerste een verklaring van erfrecht opmaakt;
-de wijze van verdeling als volgt te bepalen;
a. a) eventuele banktegoeden gelijkelijk over partijen te verdelen;
b) de notaris laat de waarde van de onroerende zaken bindend vaststellen door [naam 2] , taxateur te Nieuw Nickerie, Suriname;
c) indien [naam 2] om wat voor reden dan ook de opdracht niet kan aannemen, dan wijst de notaris een taxateur aan die de waarde van de onroerende zaken bindend vaststelt;
d) indien [naam eiser 2] binnen 2 weken nadat de notaris het taxatierapport aan [naam eiser 2] heeft toegestuurd te kennen geeft dit te wensen, zal één of zullen beide onroerende goederen in Suriname worden toebedeeld aan [naam eiser 2] tegen de door de taxateur vast te stellen waarde;
e) indien [naam eiser 2] genoemde termijn van 2 weken laat verlopen dan wel eerder kenbaar maakt dat hij geen of één van de onroerende goederen niet wil laten toedelen wordt het andere onroerend goed dan wel beide onroerende goederen te koop gezet, onder aanwijzing van een makelaar door de notaris die als verkopend makelaar zal optreden;
f) de notaris geeft de makelaar opdracht tot verkoop en bepaalt in samenspraak met de makelaar de vraagprijs;
subsidiair:
de verdeling van de nalatenschap van erflaatster te bevelen, de wijze van verdeling in goede justitie vast te stellen op de wijze zoals de rechtbank in goede justitie juist acht en partijen te veroordelen te gehengen en te gedogen dat de nalatenschap wordt verdeeld op de wijze zoals door de rechtbank zal worden vastgesteld;
primair en subsidiair:
- partijen te veroordelen aan deze verdeling mee te werken;
- een onzijdig persoon ex artikel 3:181 BW juncto 677 lid 1 en 2 Rv te benoemen voor het geval één of meer erfgenamen niet meewerkt/meewerken aan de verdeling;
- te bepalen dat de kosten van de werkzaamheden van de notaris ten laste van de nalatenschap zullen komen en de eventuele kosten van die onzijdige persoon/dwangvertegenwoordiger uitsluitend voor rekening van degene namens wie de onzijdige persoon op zal treden en dat deze kosten kunnen worden verrekend met het aandeel van die partij in de verkoopopbrengst van de onroerende goederen en/of diens aandeel in de banktegoeden;
- te bepalen dat de kosten van de afwikkeling van de onverdeeldheid, waaronder de notariskosten, taxatiekosten en makelaarskosten door de notaris kunnen worden voldaan uit de aanwezige banktegoeden en/of de (eventuele) opbrengsten van de verkoop van een of beide onroerende goederen;
- te bepalen dat het restant van de opbrengst tussen partijen wordt verdeeld, ieder voor 1/9e deel dan wel dat ieder bijdraagt in de restschuld;
en daarnaast
primair:
-te bepalen dat de integrale kosten van de advocaten mr. Stut en mr. Bissessur, worden vergoed uit de aanwezige banktegoeden en/of de (eventuele) opbrengsten van de verkoop van een of beide onroerende goederen aan de partij die deze kosten heeft voldaan en, voor zover deze kosten nog niet zijn voldaan, worden voldaan uit de aanwezige banktegoeden en/of (eventuele) opbrengsten van de verkoop van een of beide onroerende goederen, zodat iedere partij voor 1/9e deel bijdraagt in deze kosten;
- [naam eiser 1] en [naam eiser 3] te veroordelen in de proceskosten, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, een salaris van de advocaat
nietdaaronder begrepen; en met veroordeling in de nakosten;
subsidiair:
[naam eiser 1] en [naam eiser 3] te veroordelen in de proceskosten aan de zijde van [naam eiser 2] en de zussen, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, een salaris van de advocaten mr. Stut en mr. Bissessur daaronder begrepen en met veroordeling in de nakosten.

4..De beoordeling

In conventie en in reconventie

4.1
De in conventie en reconventie door partijen ingenomen stellingen en de daarop gebaseerde vorderingen lenen zich voor een gezamenlijke beoordeling.
4.2
Tijdens de op 11 juli 2019 gehouden comparitie van partijen hebben de zussen, [naam gedaagde 2] en [naam gedaagde 3] een aantal afspraken gemaakt waaronder het, zo mogelijk in overleg, voorstellen van een aantal taxateurs voor de taxatie van de tot de nalatenschap van erflaatster behorende onroerende zaken en het laten opmaken van een verklaring van erfrecht. Tevens is afgesproken dat mr. De Bakker, tot augustus 2020 de advocaat van [naam gedaagde 3] , aan de kantonrechter het verzoek zou doen om de in deze procedure niet verschenen [naam gedaagde 1] een termijn te stellen waarbinnen hij moet verklaren of hij de nalatenschap aanvaardt of verwerpt.
Tijdens de comparitie van partijen heeft [naam gedaagde 2] zijn reconventionele vordering, voor zover deze betrekking heeft op de sieraden van erflaatster, ingetrokken.
4.3
De rechtbank heeft de door partijen voorgestelde taxateurs benaderd met het verzoek of deze bereid zijn de betreffende percelen te taxeren en indien zij daartoe bereid zouden zijn de rechtbank een opgave te doen van de kosten ter zake van de taxatie van de waarde van de percelen en de kosten ter zake van het opmaken van uitmetingskaarten en de toekenning van Perceels-ID’s door GLIS met betrekking tot de allodiale eigendom.
4.4
Van de benaderde taxateurs heeft de heer [naam 1] zich op 21 oktober 2019, onder opgave van kosten, bereid verklaard de taxaties te verrichten. De andere, op voorstel van partijen benaderde, taxateur [naam 3] , heeft de rechtbank verwezen naar een collega taxateur in het [geboorteplaats erflaatster] . Deze taxateur, [naam 2] , heeft zich op 9 januari 2020, onder opgave van kosten, eveneens bereid verklaard de benodigde taxaties te verrichten.
4.5
[naam 1] heeft de aan de taxatie verbonden kosten begroot op € 1.575,00/ SRD 13.072,50. [naam 2] heeft de kosten voor het opmaken van perceelkaarten begroot op € 1.300,00 en de kosten voor het opstellen van taxatierapporten begroot op € 680,00.
4.6
Partijen zijn vervolgens in de gelegenheid gesteld zich uit te laten omtrent de begrote taxatiekosten. [naam gedaagde 2] heeft bij die gelegenheid verklaard niet akkoord te gaan met de (hoogte van de) kostenbegrotingen en dat hij door persoonlijke omstandigheden niet in staat is zijn deel van de voorschotten te voldoen. [naam gedaagde 3] heeft verklaard geen opmerkingen te hebben ten aanzien van de kostenbegrotingen van de deskundigen.
Bij brief van hun advocaat van 28 augustus 2020 hebben de zussen de rechtbank bericht dat partijen geen overeenstemming hebben kunnen bereiken omtrent de acceptatie van de uitgebrachte offertes en de betaling van de begrote kosten, en een mondelinge behandeling verzocht.
4.7
Tijdens de mondelinge behandeling op 20 november 2020 zijn de zussen en [naam gedaagde 2] overeengekomen dat door [naam gedaagde 2] een eiswijziging zal worden ingediend die door de zussen aan [naam gedaagde 1] en [naam gedaagde 3] zal worden betekend.
De zussen en [naam gedaagde 2] zijn bij de eiswijziging uitgegaan van een verdeling van de nalatenschap over de negen wettelijke erfgenamen van erflaatster. [naam gedaagde 1] heeft zich tot op heden niet uitgelaten over de aanvaarding dan wel verwerping van de nalatenschap. Indien hij de bij beschikking van 22 januari 2021 gestelde termijn laat verlopen zonder een keuze te hebben gedaan dan wordt hij conform artikel 4:192 lid 3 BW geacht de nalatenschap zuiver te hebben aanvaard.
Mocht echter blijken dat [naam gedaagde 1] de nalatenschap verwerpt, en geen van zijn afstammelingen de nalatenschap zal aanvaarden, dan worden maar acht erfgenamen tot de nalatenschap geroepen en kan aan iedere erfgenaam een groter gedeelte worden toegekend.
4.8
De zussen en [naam gedaagde 2] zijn het erover eens dat de waarde van de onroerende zaken gelegen in [geboorteplaats erflaatster] , door een deskundige bindend zal moeten worden vastgesteld en dat, indien door [naam gedaagde 2] gewenst, de toedeling van (beide of één van) de onroerende zaken aan hem zal plaatsvinden. Over de persoon van de taxateur hebben de zussen en [naam gedaagde 2] eveneens overeenstemming bereikt. Ook hebben zij overeenstemming bereikt dat, indien [naam gedaagde 2] mocht afzien van toedeling aan hem van beide of één van de onroerende zaken, de te benoemen notaris een makelaar zal aanwijzen die als verkopend makelaar zal optreden.
Nu [naam gedaagde 1] en [naam gedaagde 3] , hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet op de eiswijziging hebben gereageerd zal de rechtbank de gewijzigde primaire vordering toewijzen op de wijze als hierna opgenomen.
De door [naam gedaagde 3] ingestelde reconventionele vordering behoeft geen nadere bespreking en beoordeling, aangezien ook hij vaststelling van de verdeling en benoeming van een taxateur wenste, zij het in iets andere bewoordingen.
Het bevel tot verdeling
4.9
Op grond van artikel 3:178 BW jo artikelen 677 e.v. Rv zal de rechtbank partijen bevelen tot verdeling ten overstaan van een notaris over te gaan.
Aanwijzing notaris, benoeming onzijdig persoon, afhandeling van de kosten
4.1
Tegen de benoeming van een notaris, onzijdig persoon en de afhandeling van de kosten is door [naam gedaagde 1] en [naam gedaagde 3] geen bezwaar gemaakt. De rechtbank zal dienovereenkomstig beslissen en de door de zussen en [naam gedaagde 2] voorgestelde notaris aanwijzen en een onzijdig persoon ex artikel 3:181 BW juncto 677 lid 1 en 2 Rv benoemen voor het geval één of meer erfgenamen niet meewerkt/meewerken aan de verdeling.
Blijkens de verklaring van 23 maart 2021 heeft [naam 4] , [naam kantoor] te Dordrecht, zich bereid verklaard de benoeming tot onzijdig persoon te aanvaarden.
4.11
In een procedure als de onderhavige is het, gelet op de erfrechtelijke aspecten en de omstandigheid dat partijen familie van elkaar zijn, gebruikelijk de kosten te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt. De rechtbank vindt echter aanleiding te bepalen dat de integrale kosten van de advocaten mr. Stut en mr. Bissessur worden vergoed uit de aanwezige banktegoeden en/of de (eventuele) opbrengsten van de verkoop van een of beide onroerende goederen aan de partij die deze kosten heeft voldaan en, voor zover deze kosten nog niet zijn voldaan, worden voldaan uit de aanwezige banktegoeden en/of (eventuele) opbrengsten van de verkoop van een of beide onroerende goederen.
De door [naam gedaagde 3] gemaakte advocaatkosten kunnen thans niet worden meegenomen, nu deze kosten niet zijn gevorderd. De rechtbank wil partijen meegeven het wel redelijk te achten dat ook zijn advocaatkosten ter zake van deze procedure uiteindelijk zullen worden toegerekend aan de nalatenschap.

5..De beslissing

De rechtbank:
In conventie en in reconventie:
beveelt de verdeling van de onverdeeldheid, bestaande uit de onder 2.4 vermelde onroerende zaken gelegen in het [geboorteplaats erflaatster] , en eventuele banktegoeden, afkomstig uit de nalatenschap van erflaatster;
beveelt de erfgenamen tot deze verdeling over te gaan ten overstaan van mr. F.F. Lalmahomed, notaris te Den Haag, die door de rechtbank als zodanig wordt aangewezen;
bepaalt dat de notaris ten eerste een verklaring van erfrecht opmaakt;
bepaalt de wijze van verdeling als volgt:
a. a) eventuele banktegoeden zullen gelijkelijk over de erfgenamen worden verdeeld;
b) de notaris zal de waarde van de onder 2.4 vermelde onroerende zaken bindend laten vaststellen door [naam 2] , taxateur in het district Nieuw Nickerie, Suriname;
c) indien [naam 2] om wat voor reden dan ook de opdracht niet kan aannemen, dan zal de notaris een taxateur aanwijzen die de waarde van de betreffende onroerende zaken bindend zal vaststellen;
d) indien [naam gedaagde 2] binnen twee weken nadat de notaris het taxatierapport aan [naam gedaagde 2] heeft toegestuurd te kennen geeft dit te wensen, zal één of zullen beide onder 2.4 vermelde onroerende zaken worden toebedeeld aan [naam gedaagde 2] tegen de door de taxateur vast te stellen waarde;
e) indien [naam gedaagde 2] genoemde termijn van twee weken laat verlopen dan wel eerder kenbaar maakt dat hij geen of één van de onroerende zaken niet wil laten toebedelen, zal de andere onroerend zaak dan wel zullen beide onroerende zaken te koop worden gezet, onder aanwijzing door de notaris van een makelaar die als verkopend makelaar zal optreden;
f) de notaris zal de makelaar opdracht tot verkoop geven en zal in samenspraak met de makelaar de vraagprijs bepalen;
veroordeelt de erfgenamen aan deze verdeling mee te werken;
bepaalt dat de erfgenamen gehouden zullen zijn voor de notaris te verschijnen op de door deze te bepalen plaats en tijd;
benoemt, voor het geval een of meer van de erfgenamen in gebreke blijft/blijven om op door de notaris bepaalde plaats en tijd te verschijnen dan wel weigert/weigeren aan de verdeling mee te werken, tot onzijdig persoon om die erfgena(a)m(en) te vertegenwoordigen en daarbij zijn/haar/hun belangen naar eigen beste weten te behartigen:
[naam 4] , [naam kantoor] , kantoorhoudende aan de [adres] ;
bepaalt dat de kosten van de werkzaamheden van de notaris ten laste van de nalatenschap zullen komen en de eventuele kosten van die onzijdige persoon uitsluitend voor rekening van degene namens wie de onzijdige persoon op zal treden en bepaalt dat deze kosten kunnen worden verrekend met het aandeel van die partij in de verkoopopbrengst van de onroerende zaken en/of diens aandeel in de banktegoeden, met bepaling dat de onzijdig persoon voor zijn werkzaamheden de door hem in de uitoefening van zijn beroep gebruikelijk gehanteerde tarieven in rekening mag brengen;
bepaalt dat de kosten van de afwikkeling van de onverdeeldheid, waaronder de notariskosten, taxatiekosten en makelaarskosten door de notaris kunnen worden voldaan uit de aanwezige banktegoeden en/of de (eventuele) opbrengsten van de verkoop van een of beide onroerende zaken;
bepaalt dat het restant van de opbrengst, tussen de erfgenamen gelijkelijk wordt verdeeld, dan wel dat iedere erfgenaam gelijkelijk bijdraagt in de restschuld;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
bepaalt dat de integrale kosten van de advocaten mr. Stut en mr. Bissessur worden vergoed uit de aanwezige banktegoeden en/of de (eventuele) opbrengsten van de verkoop van een of beide onroerende goederen aan de partij die deze kosten heeft voldaan en, voor zover deze kosten nog niet zijn voldaan, worden voldaan uit de aanwezige banktegoeden en/of (eventuele) opbrengsten van de verkoop van een of beide onroerende goederen;
wijst af het meer of anders gevorderde;
gelast de griffier om een afschrift van dit vonnis aan de notaris en de onzijdig persoon te zenden.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A.F.M. Wouters, rechter en in het openbaar uitgesproken.
452