Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
2. [naam eiseres 3] ,
3. [naam eiseres 4] ,
4. [naam eiseres 5] ,
5. [naam eiseres 6] ,
1..[naam gedaagde 1] ,
2. [naam gedaagde 2] ,
3. [naam gedaagde 3] ,
1..Het verloop van de procedure
- de dagvaarding van 29 oktober 2018;
- de conclusie van antwoord in conventie/eis in reconventie van de zijde van [naam gedaagde 2] ;
- het exploot van betekening van de conclusie van antwoord in conventie/eis in reconventie van de zijde van [naam gedaagde 2] aan [naam gedaagde 1] ;
- de conclusie van antwoord in conventie/eis in reconventie van de zijde van [naam gedaagde 3] ;
- de conclusies van repliek in conventie/antwoord in reconventie van de zijde van eisende partij in conventie/verwerende partij in reconventie;
- het proces-verbaal van de op 11 juli 2019 gehouden comparitie van partijen;
- de akte uitlating zijdens de zussen van 24 juli 2019;
- de kostenopgave van [naam 1] binnengekomen ter griffie op 21 oktober 2019;
- de kostenopgave van [naam 2] , binnengekomen ter griffie op 9 januari 2020;
- de e-mailberichten van 7, 11 en 19 februari 2020 van mr. Stut, respectievelijk mr. De Bakker en mr. Bissessur;
- de brieven van mr. Bissessur van 28 augustus 2020 en 3 november 2020;
- de aantekening dat op 20 november 2020 een mondelinge behandeling is gehouden;
- de akte houdende wijziging van eis in reconventie van de zijde van [naam gedaagde 2] ;
- de exploten van betekening (op verzoek van de zussen) van de akte houdende wijziging van eis in reconventie van de zijde van [naam gedaagde 2] , aan [naam gedaagde 1] en aan [naam gedaagde 3] ;
- de aantekening op de rol van 20 januari 2021 dat [naam gedaagde 1] en [naam gedaagde 3] niet op de eiswijziging hebben gereageerd;
- het e-mailbericht van 23 maart 2021 van [naam 4] ;
- de door partijen overgelegde producties.
2..De feiten
3..Het geschil
In conventie
primair:
nietdaaronder begrepen; en met veroordeling in de nakosten;
4..De beoordeling
In conventie en in reconventie
De door [naam gedaagde 3] gemaakte advocaatkosten kunnen thans niet worden meegenomen, nu deze kosten niet zijn gevorderd. De rechtbank wil partijen meegeven het wel redelijk te achten dat ook zijn advocaatkosten ter zake van deze procedure uiteindelijk zullen worden toegerekend aan de nalatenschap.