Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 april 2021 in de zaak tussen
[naam eiser] , te [plaats] , eiser,
Procesverloop
Overwegingen
[naam arts] en psychiater [naam psychiater 1] . Hiervan is op 11 maart 2019 een verslag van bevindingen opgemaakt. De keurend psychiater heeft de diagnose drugmisbruik in ruime zin gesteld. Daaraan heeft de psychiater ten grondslag gelegd dat eiser anamnestisch heeft verklaard dat hij in die periode gemiddeld één á twee dagen per week cannabis gebruikte. Doordeweeks nooit en in het weekend één á twee joints, nooit meer dan twee joints. De psychiater heeft eiser geconfronteerd met de discrepantie in zijn anamnestische gegevens ten opzichte van zijn verklaring ten tijde van de aanhouding. Eiser heeft daarop verklaard dat hij bij zijn aanhouding het dagelijks gebruik van cannabis onder druk van de agent heeft aangegeven. De psychiater acht de anamnese onbetrouwbaar en acht het daarom aannemelijk dat eiser in deze periode meer drugs heeft gebruikt dan (thans) is opgegeven. Dat is volgens de psychiater een aanwijzing voor onderrapportage. De psychiater heeft verder betrokken dat cannabisgebruik tot een gemiddeld gebruik van maximaal drie á vierjoints per week als normaal gebruik wordt beoordeeld (sociaal gebruik), mits de betrokkene zichzelf of anderen niet in de problemen brengt. Wanneer betrokkene onder invloed van cannabis heeft gereden, dan wordt dit als cannabismisbruik gezien. De psychiater acht het tot slot aannemelijk dat eiser per 8 oktober 2018 is gestopt met het druggebruik.
Beslissing
S. Yalçin, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 1 april 2021.