Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair en het onder 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden.
4..Bewijsbeslissing
Feit 1
Feit 2
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
€ 17.696,24, bestaande uit:
€ 1.677,52 aan reiskosten heeft gemaakt. Deze bedragen zijn door de verdediging onvoldoende gemotiveerd betwist. De rechtbank stelt dan ook vast dat deze materiële schade door het bewezen verklaarde strafbare feit aan de benadeelde partij is toegebracht en zal deze bedragen toewijzen.
Standpunt verdediging
Beoordeling
€ 140.927,52, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11.. Beslissing
180 (honderdtachtig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
90 dagen;
€ 140.927,52 (zegge: eenhonderd veertigduizend negenhonderdzevenentwintig euro en tweeënvijftig eurocent), bestaande uit € 3.427,52 aan materiële schade en € 137.500,= aan immateriële schade,
het bedrag van € 3.427,52 aan materiële schade te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 4 maart 2021 tot aan de dag der algehele voldoening,
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde] te betalen
€ 140.927,52(zegge:
eenhonderd veertigduizend negenhonderdzevenentwintig euro en tweeënvijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 oktober 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 140.927,52 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
365 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;