In deze zaak gaat het om een verkeersongeval dat plaatsvond op 28 oktober 2019 op het fietspad naast de Banneweg te Gorinchem. Eiseres, een vrouw die met haar scooter het fietspad wilde oversteken, kwam in botsing met de tienjarige zoon van gedaagde, die op dat moment met zijn broer en vriend in tegengestelde richting fietste. Eiseres vorderde volledige schadevergoeding van gedaagde, de wettelijke vertegenwoordiger van de minderjarige, op grond van onrechtmatige daad. Gedaagde betwistte de aansprakelijkheid en voerde aan dat eiseres zelf ook een verkeersfout had gemaakt, waardoor zij niet volledig aansprakelijk kon worden gehouden. De rechtbank oordeelde dat, ongeacht de vraag of eiseres met haar scooter aan de hand liep of erop reed, er sprake was van eigen schuld aan de zijde van eiseres. De rechtbank concludeerde dat gedaagde niet meer dan 50% aansprakelijk kon worden gehouden voor de schade van eiseres, en wees de vorderingen van eiseres af. Eiseres werd veroordeeld in de proceskosten.