5.2.Verweerder heeft zich evenwel, ongeacht of eiser voldoet aan de voorwaarden voor gegevensverstrekking op grond van artikel 2, tweede lid, aanhef en onder b, van de Regeling, op het standpunt kunnen stellen dat niet wordt voldaan aan de doelbinding van artikel 12 van het KR, zoals toegelicht in het verweerschrift. In tegenstelling tot hetgeen eiser heeft aangevoerd, heeft verweerder zich in dit kader naar het oordeel van de rechtbank op het standpunt kunnen stellen dat een aanvraag moet zien op concrete gevallen en/of concrete voertuigen. Het gaat immers om het realiseren van rechten en plichten met betrekking tot het ‘desbetreffende’ en dus concrete, voertuig of de ‘desbetreffende’ en dus concrete, eigenaar dan wel houder daarvan, die voor de aanvrager of diens cliënt bestaan of kunnen ontstaan. Verweerder heeft gelet hierop bij zijn besluit kunnen betrekken dat eiser gevoelige gegevens van een grote hoeveelheid (ongeveer 180.000) (voormalige) eigenaren / houders heeft opgevraagd, waarbij het niet gaat om de gegevens van een concrete partij of een concreet voertuig. Verweerder heeft in dit verband gemotiveerd uiteengezet dat eiser in zijn verzoek geen concrete zoeksleutel heeft opgegeven, waardoor de groep (voormalige) eigenaren / houders waarvan de gegevens worden verzocht niet exact is vast te stellen en bij verstrekking uit het kentekenregister mogelijk gevoelige (persoons)gegevens worden verstrekt die niet onder het verzoek vallen. Het verzoek bevat namelijk een bepaald type motor (EA 189) die is geplaatst in voertuigen van specifieke motorvoertuigcategorieën van gespecificeerde automerken. Verweerder heeft toegelicht dat het motortype EA 189 niet als zodanig in het kentekenregister is geregistreerd en dat op een dergelijk specifiek motortype dus niet kan worden gezocht, ook niet in combinatie met het automerk en de inhoud van de motor (1.2, 1.6, of 2.0 liter). Voor zover eiser heeft betoogd dat het technisch gezien wel mogelijk is om de gevraagde gegevens te verstrekken na combinatie van verschillende databanken, overweegt de rechtbank als volgt. Volgens verweerder zou er mogelijk aan de hand van andere databanken die géén onderdeel uitmaken van het kentekenregister een bestand gedestilleerd kunnen worden met voertuigidentificatienummers. Aan de hand daarvan zouden vervolgens de verzochte persoonsgegevens opgezocht kunnen worden. Doordat hierbij een vergelijking met andere databanken plaatsvindt, kan verweerder echter niet instaan voor de juistheid en de volledigheid van de gegevens, waardoor niet kan worden uitgesloten dat er zonder grondslag (persoons)gegevens verstrekt zullen worden van (voormalige) eigenaren /houders die niet onder het verzoek van eiser vallen. Nu enkel (mogelijk) aan het verzoek van eiser kan worden voldaan aan de hand van gegevens uit andere databanken dan het kentekenregister, heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat het verzoek van eiser geen verstrekking van gegevens uit het kentekenregister betreft.
6. De rechtbank is van oordeel dat verweerder reeds op grond van het voorgaande op goede gronden heeft geweigerd de gevraagde gegevens te verstrekken. De rechtbank komt gelet hierop niet toe aan de overige beroepsgronden welke zijn gericht tegen de afwijzing van het verzoek van eiser.
7. Het beroep is ongegrond voor zover het betrekking heeft op het verzoek van eiser.
Het verzoek namens eiseres
8. Op grond van artikel 9, eerste lid, aanhef en onder c, van het KR kunnen gevoelige gegevens worden verstrekt aan belanghebbenden. Verweerder heeft in het verweerschrift erkend dat eiseres als belanghebbende dient te worden aangemerkt, zoals zij zelf ook heeft gesteld. Daarmee is tussen partijen niet langer in geschil, en de rechtbank stelt ook vast, dat eiseres belanghebbende is in de zin van artikel 9, eerste lid, aanhef en onder c, van het KR. Daarbij sluit de rechtbank aan bij het belanghebbendenbegrip in de Awb, nu het uitgangspunt immers is dat een in de Awb omschreven begrip in de overige bestuursrechtelijke wetgeving dezelfde betekenis heeft, tenzij uit de tekst van de wet of uit het samenstel van de desbetreffende bepalingen het tegendeel duidelijk blijkt (zie de memorie van toelichting bij de aanpassingswet eerste tranche, Kamerstukken II 1990/91, nr. 3, p.10/11). Daarvan is in dit geval geen sprake, nu noch uit de tekst van de WVW 1994, noch uit het samenstel van de desbetreffende bepalingen ten aanzien van de registratie van kentekens (de artikelen 41a tot en met 46 van de WVW 1994), waaronder ook de verstrekking van gevoelige gegevens uit het kentekenregister valt, duidelijk het tegendeel blijkt. Op grond van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit betrokken is. Op grond van het derde lid van dit artikel worden ten aanzien van rechtspersonen als hun belangen mede beschouwd de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen. Gelet op haar statutaire doelstelling, het behartigen van de belangen van de (voormalige) eigenaren / houders, en de wijze waarop eiseres dit doel tracht te bereiken, onder meer door het mogelijk te maken dat de (voormalige) eigenaren / houders zich als participant bij eiseres kunnen aansluiten, is het belang van eiseres immers rechtstreeks betrokken bij een besluit tot weigering van het verstrekken van gevoelige gegevens uit het kentekenregister.
9. Nu eiseres als belanghebbende een verzoek om verstrekking van persoonsgegevens heeft ingediend, dient verweerder in beginsel op grond van artikel 11, eerste lid, van het KR aan betrokkenen toestemming te vragen voor de verstrekking van deze gegevens. Zoals verweerder in zijn verweerschrift heeft toegelicht, is dit alleen toepasbaar waar het gaat om individuele en concrete gevallen. De rechtbank overweegt dat dit immers feitelijk betekent dat de individuele (voormalige) eigenaren / houders geselecteerd en benaderd zouden moeten worden. Met verwijzing naar hetgeen reeds onder 5.2. is overwogen heeft verweerder zich in dit verband op het standpunt kunnen stellen dat de zoeksleutel die eiseres heeft opgegeven, onvoldoende concreet is om de groep (voormalige) eigenaren / houders waarvan de gegevens worden verzocht, vast te stellen. Nu enkel (mogelijk) aan het verzoek van eiseres kan worden voldaan aan de hand van gegevens uit andere databanken dan het kentekenregister heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat het verzoek van eiseres geen verstrekking van gegevens uit het kentekenregister betreft.
10. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder reeds op grond van het voorgaande op goede gronden geweigerd de gevraagde gegevens te verstrekken. De rechtbank komt gelet hierop niet toe aan de overige beroepsgronden welke zijn gericht tegen de afwijzing van het verzoek van eiseres.
11. Het beroep is ongegrond voor zover het betrekking heeft op het verzoek van eiseres.