Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het exploot van dagvaarding van 30 juni 2020, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de brief van 4 januari 2021 met producties 12 tot en met 14 zijdens [naam eiser];
- de brief van 15 januari 2021 met productie 15 zijdens [naam eiser].
2..De feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
Boedelbeschrijving
€ 1.081,- op 17 mei 2011 en € 9.669,84 op 18 mei 2011 (totaal € 24.750,84). [naam eiser] heeft niet bestreden dat deze bedragen [naam bedrijf] ten goede zijn gekomen, maar is van mening dat [naam gedaagde] deze bedragen ten onrechte heeft overgemaakt naar [naam bedrijf] en dat deze bedragen niet mogen worden verrekend door [naam gedaagde].
€ 20.000,-.
- te reageren op productie 14 van [naam eiser] (ro. 4.6.);
- de rente te onderbouwen over het bedrag van € 100.000,- van de Rabobankbankrekening, dan wel te reageren op de door [naam eiser] geschatte rente (ro. 4.7.);
- stukken over te leggen waaruit blijkt dat de boot in 2010 voor € 25.000,- was verzekerd (ro. 4.12.);
- kenbaar te maken of zij de sieraden samen met [naam eiser] wenst te taxeren, dan wel kenbaar te maken welke waarde volgens haar moet worden toegekend aan de armband, de ring met diamantjes en de halsketting (ro. 4.20.);
- kenbaar te maken of zij de sieraden toebedeeld wil krijgen (ro. 4.21.).
5..De beslissing
21 april 2021voor het nemen van een akte door beide partijen over hetgeen in de beoordeling en wel onder de samenvatting in r.o. 4.22 en 4.23 is vermeld;