ECLI:NL:RBROT:2021:2551
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Klaagschrift inzake teruggaaf van in beslag genomen auto’s en geld in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar witwassen
Op 22 maart 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin meerdere klagers een klaagschrift hebben ingediend op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De klagers vroegen om teruggaaf van in beslag genomen auto’s en geld, die oorspronkelijk waren gelegd op basis van artikel 94 Sv, maar gehandhaafd werden op grond van artikel 94a Sv ter bewaring van het recht van verhaal voor een op te leggen geldboete. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een reële verdenking van (medeplegen van) witwassen tegen de verdachten, waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd. De rechtbank verklaarde het beklag van de klagers ongegrond, omdat het beslag niet disproportioneel was en de verdenking van witwassen niet was ontzenuwd. De rechtbank concludeerde dat het niet hoogst onwaarschijnlijk was dat de strafrechter later een geldboete zou opleggen aan de verdachten. De klagers, waaronder bedrijven en individuen, stelden dat het beslag onrechtmatig was en dat er geen redelijk vermoeden van overtreding was, maar de rechtbank vond voldoende steun voor de verdenkingen in het dossier. De beslissing werd genomen door een meervoudige raadkamer, bestaande uit drie rechters, en werd openbaar uitgesproken.