2.2.Op de rechtsverhouding tussen partijen is de splitsingsakte van 4 september 2006 (hierna: “de splitsingsakte”) van toepassing. In de splitsingsakte is – onder meer – het volgende opgenomen:
“SPLITSING
De rechten van Woonbron op voormeld gebouw met bijbehorende grond worden
gesplitst in de navolgende achtenzestig appartementsrechten:
…
2. het appartementsrecht, rechtgevende op het uitsluitend gebruik van de woning op de eerste, tweede en derde verdieping met afzonderlijke berging op de begane grond, plaatselijk bekend [adres 2] te 3077 EV Rotterdam, kadastraal bekend gemeente IJsselmonde, sectie [sectie] , complexaanduiding [complex] , appartementsindex 2.
…
40. het appartementsrecht, rechtgevende op het uitsluitend gebruik van de woning op de begane grond met afzonderlijke berging op de begane grond, plaatselijk bekend [adres 1] te 3077 ES Rotterdam, kadastraal bekend gemeente IJsselmonde, sectie [sectie] , complexaanduiding [complex] , appartementsindex 40.
1. De eigenaars van de appartementsrechten zijn in de gemeenschap gerechtigd als volgt:
…
- elk van de eigenaars van de appartementsrechten met indices … 40, voor twaalf/negenhonderd zesennegentigste (12/996e)gedeelten;
- elk van de eigenaars van de appartementsrechten met indices 2, …. voor vierentwintig/negenhonderd zesennegentigste (24/996e)gedeelten;
…
3 a. De eigenaars zijn voor de in het eerste lid bedoelde breukdelen verplicht bij te dragen in de schulden en kosten, die voor rekening van de gezamenlijke eigenaars zijn.
…
3 f. Bijzondere regeling gemeenschappelijke entrees, trappenhuizen en trappen.
Met inachtneming van het hiervoor sub 3.a en 3.d bepaalde komen de kosten ten aanzien van de gemeenschappelijke entrees, trappenhuizen en trappen uitsluitend ten laste van de eigenaars van de appartementsrechten met indices 2 tot en met 5, 8 tot en met 11,13,14,17 tot en met 20,23 tot en met 26, 28 tot en met 30, 32 tot en met 34, 36 tot en met 38, 40 tot en met 42, 44 tot en met 46,48 tot en met 50, 52 tot en met 54, 56 tot en met 58 en 60 tot en met 62.
Ten aanzien van de verdeling van deze kosten over de in de vorige zin bedoelde eigenaars is het hiervoor bepaalde sub 3.a en 3.d van overeenkomstige toepassing.
Artikel 3
Tot de schulden en kosten als bedoeld in artikel 5:112 eerste lid onder a van het Burgerlijk Wetboek worden gerekend:
die, welke gemaakt zijn in verband met het onderhoud of het gebruik van de gemeenschappelijke gedeelten of van de gemeenschappelijke zaken of tot het behoud daarvan;
die, welke verband houden met noodzakelijke herstelwerkzaamheden en vernieuwingen van de gemeenschappelijke gedeelte en de gemeenschappelijke zaken, voor zover die ingevolge het reglement of een rechterlijke beslissing als bedoeld in artikel 5:121 van het Burgerlijk Wetboek niet ten laste komen van bepaalde eigenaars en voor zover die niet vallen onder a;
1. Na afloop van elk boekjaar dat gelijk is aan het kalenderjaar, wordt door het bestuur een exploitatierekening over dat boekjaar opgesteld en ter vaststelling aan de jaarlijkse vergadering voorgelegd. Deze exploitatierekening omvat enerzijds de baten en anderzijds de lasten over dat boekjaar. Daaronder is begrepen een naar tijdsduur evenredig gedeelte van de te begroten kosten van onderhoud en vernieuwing die op meer jaren betrekking hebben, zulks ten behoeve van het in artikel 32 lid 1 bedoelde reservefonds. Het eerste boekjaar eindigt met eenendertig december van het jaar na het ten tijde van de onderhavige akte van splitsing lopende jaar.
2. Op grond van de vastgestelde exploitatierekening worden de definitieve bijdragen van de eigenaars door het bestuur met inachtneming van de verhouding als is bepaald in artikel 2 derde lid sub a tot en met f vastgesteld met dien verstande dat de definitieve bijdragen in de plaats treden van de in artikel 5 tweede lid bedoelde voorschotbijdragen en dat hetgeen als
voorschotbijdragen is betaald in mindering wordt gebracht.
…
4. Indien over enig boekjaar de definitieve bijdragen de voorschotbijdragen te boven gaan, moeten de eigenaars dit tekort binnen een maand na de vaststelling van de exploitatierekening aanzuiveren tenzij de vergadering anders besluit.
1. Van de gezamenlijke schulden en kosten - waaronder begrepen een naar tijdsduur evenredig gedeelte van de te begroten kosten als bedoeld in artikel 4 eerste lid - wordt jaarlijks door het bestuur een begroting voor het aangevangen of het komende boekjaar ontworpen en aan de jaarlijkse vergadering voorgelegd. Deze vergadering stelt de begroting vast.
2. Bij het vaststellen van de begroting bepaalt de vergadering tevens het bedrag, dat bij wijze van voorschotbijdrage door de eigenaars verschuldigd is, alsmede het aandeel van iedere eigenaar daarin, vastgesteld met inachtneming van de verhouding als is bepaald in artikel 2 derde lid sub a tot en met f. De eigenaars zijn verplicht met ingang van een door het bestuur te bepalen datum maandelijks een/twaalfde (1/12) van het bedoelde aandeel aan de vereniging te voldoen…
1. De vergadering beslist over het beheer van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken en rechten, voor zover de beslissing hierover niet aan het bestuur toekomt.
2. De beslissing over het onderhoud van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken berust bij het bestuur. Het bestuur kan echter geen onderhoudswerkzaamheden opdragen die een bedrag dat door de vergadering zal worden vastgesteld te boven gaan, tenzij het daartoe vooraf door de vergadering is gemachtigd.
…
4. Iedere eigenaar en gebruiker is verplicht zijn medewerking te verlenen aan de uitvoering van de besluiten van de vergadering, voor zover dit redelijkerwijs van hem verlangd kan worden. Lijdt hij als gevolg hiervan schade, dan wordt deze hem door de vereniging vergoed.
5. Besluiten door de vergadering tot het doen van buiten het onderhoud vallende uitgaven die een derde deel van de begroting te boven gaan en waarvoor geen reserve is gevormd, kunnen slechts worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derden van het aantal uitgebrachte stemmen in een vergadering, waarin een aantal eigenaars tegenwoordig of vertegenwoordigd is, dat ten minste twee/derden van het totaal aantal stemmen kan uitbrengen. In een vergadering, waarin minder dan twee/derden van het in de vorige zin bedoelde maximum aantal stemmen kan worden uitgebracht, kan geen geldig besluit worden genomen.
…
7. Indien door de vergadering overeenkomstig het in het vijfde of het zesde lid bepaalde tot het doen van een uitgave wordt besloten, wordt tevens de extra voorschotbijdrage bepaald, welke door het bestuur te dier zake van de eigenaars kan worden gevorderd.
De uitvoering van zodanige besluiten kan eerst geschieden wanneer de voor de uitvoering benodigde gelden in de kas van de vereniging gereserveerd zijn.
8. Het in het vijfde en zesde lid bepaalde geldt eveneens voor besluiten tot verbouwing of voor besluiten tot het aanbrengen van nieuwe installaties of tot het wegbreken van bestaande installaties, voor zover deze niet als een uitvloeisel van het onderhoud zijn te beschouwen. De eigenaar die van zodanige maatregel geen voordeel trekt is niet verplicht in de kosten hiervan bij te dragen.
…
10. In zoverre in afwijking van het in dit reglement bepaalde omtrent de bevoegdheden van de vergadering en het bestuur geldt met betrekking tot de kwaliteit en het onderhoud van het complex het volgende.
a. Planmatig onderhoud.
Onder planmatig onderhoud wordt verstaan het volgens een vooraf vastgesteld plan uit te voeren onderhoud dat er op is gericht dat de gemeenschappelijke gedeelten en zaken van het gebouw een goede bouwkundige staat en bouwtechnische kwaliteit behouden.
b. Onderhoudswaarborg.
De vereniging is verplicht de gemeenschappelijke delen te onderhouden en in goede staat te houden en zo nodig tijdig te vernieuwen.
Als waarborg voor het behoud van een goede onderhoudstoestand van de opstallen zijn de navolgende bepalingen van kracht.
Regeling met betrekking tot onderhoud en kwaliteit
c. Het bestuur laat door een ter zake deskundige de nodige inspecties aan het gebouw verrichten teneinde de kwaliteit en onderhoudstoestand van het gebouw vast te stellen.
d. De bestuur laat tenminste eenmaal per drie jaar door een ter zake deskundige een voorstel opstellen voor een onderhoudsplanning met bijbehorende begroting voor een periode van ten minste vijftien jaar met betrekking tot de kwaliteit en het planmatig onderhoud van
het gebouw.
e. Het bestuur legt bedoeld voorstel voor een onderhoudsplanning en begroting ter beoordeling voor aan de vergadering.
f. De vergadering stelt de onderhoudsplanning en bijbehorende begroting vast naar eigen beleidsinzichten met dien verstande dat de onderhoudsplanning ten minste voorziet in een goede kwaliteit en onderhoudsstaat van het gebouw en de begroting voorziet in voldoende reservering om de onderhoudsplanning uit te voeren. Indien er tussen de eigenaars verschil van mening bestaat over wat moet worden verstaan onder een goede kwaliteit en onderhoudsstaat van het gebouw, kan het geschil ter beslissing worden voorgelegd aan een onafhankelijk bouwkundige. Evenbedoelde bouwkundige wordt door de eigenaars in onderling overleg benoemd en - bij gebreke van overeenstemming - door de kantonrechter van de rechtbank te Rotterdam.