Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
2..primair
opzettelijk enig geautomatiseerd werk of enig werk voor telecommunicatie beschadigen en stoornis in de gang of in de werking van zodanig werk veroorzaken, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen of voor de verlening van diensten te duchten is
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vorderingen benadeelde partijen
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 180 (honderdtachtig) dagen;
164 (honderdvierenzestig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
taakstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
120 (honderdtwintig) dagen;
€ 600,00 (zegge: zeshonderd euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 mei 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 1838,99 (zegge: achttienhonderdachtendertig euro en negenennegentig cent),bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 mei 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;