ECLI:NL:RBROT:2021:2405
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot nakoming van betalingsverplichting uit overeenkomst van opdracht
In deze zaak vordert eiseres, een onderneming, dat gedaagde, eveneens een onderneming, wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 725,12, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst van opdracht waarbij eiseres werkzaamheden heeft verricht voor gedaagde. Eiseres heeft op 23 augustus 2019 een factuur van € 598,64 gestuurd voor de verrichte werkzaamheden. Gedaagde heeft de vordering betwist en voert aan dat eiseres wanprestatie heeft gepleegd door de werkzaamheden niet met de gevraagde spoedeisendheid uit te voeren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van haar betalingsverplichting. Het beroep op wanprestatie door gedaagde werd verworpen, omdat dit niet afdoet aan de betalingsverplichting van gedaagde. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten toewijsbaar zijn, aangezien gedaagde geen verweer heeft gevoerd tegen deze vorderingen. De proceskosten zijn eveneens voor rekening van gedaagde gesteld, omdat zij als de in het ongelijk gestelde partij is aangemerkt. De uitspraak is gedaan op 19 maart 2021.