[naam gedaagde] te veroordelen in de proceskosten.
13. [naam eiser 1] en [naam eiser 2] stellen daartoe – samengevat – het volgende.
[naam eiser 1] en [naam eiser 2] vorderen op grond van artikel 3:185 BW dat de (wijze van) verdeling van de nalatenschap(pen) als volgt wordt vastgesteld:
- dat uit het depot voldaan dienen te worden de navolgende bedragen:
i. een bedrag van € 2.998,50 aan executeursloon aan [naam eiser 1];
ii. een bedrag van € 3.171,48 aan [naam eiser 1] wegens voorgeschoten kosten;
iii. een bedrag van € 1.600,03 aan [naam eiser 2] wegens voorgeschoten;
iv. de aan de notaris nog verschuldigde kosten;
- dat vervolgens aan ieder van partijen 1/3e deel toekomt van het restant
depotbedrag;
- dat de rekeningen bij de ING-bank opgeheven dienen te worden, waarbij
aan ieder van partijen 1/3e deel van de restantsaldi wordt uitgekeerd.
Tijdens het gesprek bij de notaris op 29 maart 2019 zijn afspraken gemaakt over de verdeling van de roerende zaken. [naam gedaagde] wil daarop terugkomen, maar dat staat hem niet vrij.
Op 30 mei 2020 heeft de notaris een ‘akte afwikkeling nalatenschappen’ aan partijen voorgelegd, met als bijlage een financieel overzicht, teneinde tot verdeling van de nalatenschappen te komen. Op dat moment bedroeg het saldo op de derdengeldrekening van de notaris € 549.345,18. Ondanks herhaald verzoek heeft [naam gedaagde] niet ingestemd met de voorgestelde verdeling.
14. [naam gedaagde] heeft – samengevat – als verweer het volgende aangevoerd.
Tijdens de bespreking op 29 maart 2019 is geen overeenstemming bereikt over de verdeling van de roerende zaken. [naam gedaagde] beschikte op dat moment niet over alle relevante informatie. De omvang van de nalatenschappen staat nog altijd niet vast.
[naam gedaagde] heeft de geldigheid van het codicil betwist, omdat de omschrijving ‘de rest van de inboedel’ te vaag is. De inboedel is vervolgens ten onrechte buiten de verdeling van de nalatenschappen gehouden.
Partijen hebben nog geen overeenstemming bereikt over de waarde van de auto.
[naam gedaagde] kan zich niet verenigen met het bij de concept akte afwikkeling nalatenschappen gevoegde financieel overzicht van de notaris. Hij betwist de kosten van de notaris. Daarnaast betwist hij dat [naam eiser 1] aanspraak kan maken op executeursloon, omdat hij zijn taak niet naar behoren heeft uitgevoerd. De door [naam eiser 1] en [naam eiser 2] opgevoerde ‘voorgeschoten kosten’ worden ook betwist, bij gebreke van een onderbouwing daarvan.
De vordering in reconventie
15. [naam eiser 3] vordert in reconventie, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad: