Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
14 januari 2021.
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van de impliciet primair ten laste gelegde poging doodslag;
- bewezenverklaring van de impliciet subsidiair ten laste gelegde poging tot zware mishandeling;
- oplegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen.
4..Waardering van het bewijs
Op 10 september 2020 wordt melding gedaan dat twee licht getinte mannen met elkaar aan het vechten waren aan de [pleegplaats] (proces-verbaal van bevindingen nr. [procesverbaalnummer 1] ). Uit de melding volgt dat één van hen een mes van 30 centimeter in zijn hand heeft en een donkere jas, spijkerbroek en een zwart petje draagt. De verbalisanten [naam agent 1] en [naam agent 2] komen kort na de melding ter plaatse en treffen daar de latere aangever aan, de heer [naam aangever] . De verbalisanten constateren dat er bij de aangever sprake is van letsel, bestaande uit een bebloede rechter onderarm met een wond van 5 centimeter.
Uit het verder door de aangever opgegeven signalement volgt dat de verdachte een grijze cap op had met daarop de letters LA. Op basis van de verklaring van [naam aangever] is verbalisant [naam agent 3] op zoek gegaan naar de hem ambtshalve bekende verdachte. Kort hierna wordt deze door de verbalisant herkend en aangehouden. Daarbij wordt door de verbalisant geconstateerd dat de verdachte een sneetje op zijn rechterhand heeft.