ECLI:NL:RBROT:2021:2196
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam van een minderjarige in het belang van het kind
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 11 maart 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam van een minderjarige, [naam 2], die bij haar geboorte de geslachtsnaam van haar vader, eiser, heeft gekregen. De moeder, [naam 1], heeft een aanvraag ingediend om de geslachtsnaam van [naam 2] te wijzigen in de geslachtsnaam van de moeder, '[naam 4]'. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze wijziging, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de wijziging in het belang van [naam 2] is. De rechtbank heeft vastgesteld dat [naam 2] inmiddels de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt en dat zij zelf instemt met de wijziging, wat een belangrijke voorwaarde is volgens het Besluit geslachtsnaamswijziging. De rechtbank heeft de verklaringen van [naam 2] tijdens een hoorgesprek als voldoende bewijs beschouwd dat zij de gevolgen van de wijziging begrijpt en dat haar instemming oprechte intentie weerspiegelt. Eiser heeft aangevoerd dat de wijziging niet in het belang van [naam 2] zou zijn, maar de rechtbank heeft geconcludeerd dat identificatie met de moeder voor [naam 2] van groter belang is dan identificatie met de vader via de geslachtsnaam. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en de beslissing van de Minister voor Rechtsbescherming om de geslachtsnaam te wijzigen, bevestigd.