ECLI:NL:RBROT:2021:2195
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag traplift op basis van brandveiligheid en heroverweging van Wmo-voorzieningen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 maart 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiseres en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. De eiseres had een aanvraag ingediend voor de plaatsing van een traplift, welke was afgewezen op basis van brandveiligheidseisen. De rechtbank had eerder op 30 oktober 2020 een tussenuitspraak gedaan waarin werd vastgesteld dat het bestreden besluit in strijd was met artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De verweerder kreeg de gelegenheid om het gebrek te herstellen, maar de aanvullende motivering die werd ingediend, voldeed niet aan de eisen. De rechtbank oordeelde dat de rechtsgevolgen van het te vernietigen besluit niet in stand konden blijven en dat verweerder binnen zes weken een nieuwe beslissing op bezwaar moest nemen. Tevens werd het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd, en werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres. De rechtbank benadrukte dat de toezegging voor de plaatsing van de traplift niet kon worden gehonoreerd vanwege de brandveiligheidseisen, maar dat er wel een verplichting kan ontstaan om schade te vergoeden die voortvloeit uit het niet nakomen van die toezegging.