Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
10/136268-20 en 10/246311-20(gevoegd)
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de onder parketnummer 10/136268-20 onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten en het onder parketnummer 10/246311-20 ten laste gelegde feit;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering, zich zal houden aan een meldplicht, zich onder ambulante behandeling zal stellen en zich zal onthouden van het gebruik van alcohol, waarbij hij mee zal werken aan onderzoeken ter controle;
- oplegging van de vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38v Wetboek van Strafrecht, inhoudende een locatieverbod voor de gemeente Capelle aan den IJssel en een contactverbod met het slachtoffer voor de duur van 3 jaar, met 2 weken hechtenis per overtreding (maximaal 6 maanden);
- dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden en de maatregel.
4..Waardering van het bewijs
enRomeo), aan te maken op naam van die [naam slachtoffer 1] ,
leden en de werkgever van die [naam slachtoffer 1] over die [naam slachtoffer 1] en/of om adres/contactgegevens te achterhalen van die [naam slachtoffer 1] ,
eenlease-auto aan te vragen en abonnementen (onder andere voor tijdschriften en telefoons) aan te vragen op naam en/of adres van die [naam slachtoffer 1] ,
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf en maatregel
8..Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 40 (veertig) maanden;
dadelijk uitvoerbaarzijn;
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
de maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
€ 6.580,43 (zegge: vijfenzestighonderdtachtig euro en drieënveertig cent), bestaande uit € 1.580,43 aan materiële schade en € 5.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 6 oktober 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen van
€ 6.580,43(hoofdsom,
zegge: vijfenzestighonderdtachtig euro en drieënveertig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 oktober 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 6.580,43 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
67 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;