ECLI:NL:RBROT:2021:2097

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 februari 2021
Publicatiedatum
12 maart 2021
Zaaknummer
10/045843-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van zware mishandeling en niet-ontvankelijkheid benadeelde partijen

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 februari 2021 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van twee keer primair zware mishandeling en subsidiair poging tot zware mishandeling. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten, omdat het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend is bewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er in de nacht van 20 op 21 oktober 2018 in Dordrecht een vechtpartij heeft plaatsgevonden waarbij twee slachtoffers gewond zijn geraakt. Echter, de rechtbank kon niet met de wettelijk vereiste mate van zekerheid vaststellen hoe, door wie en op welke wijze deze verwondingen zijn ontstaan.

De officier van justitie, mr. M.J. Blotwijk, had vrijspraak gevorderd, en de rechtbank heeft deze vordering gevolgd. De rechtbank heeft ook de vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte is vrijgesproken. De benadeelde partijen kunnen hun vorderingen alleen bij de burgerlijke rechter indienen. De rechtbank heeft bepaald dat de benadeelde partijen en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen. Dit vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer voor strafzaken, met mr. V.M. de Winkel als voorzitter en mrs. M.J.M. van Beckhoven en L. Stevens als rechters.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer:
10/045843-19
Datum uitspraak: 24 februari 2021
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres verdachte] ,
raadsvrouw mr. F. Kellouh, advocaat te Den Haag.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 24 februari 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie, mr. M.J. Blotwijk, heeft vrijspraak gevorderd van het tenlastegelegde (1 primair en subsidiair en 2 primair en subsidiair).

4..Vrijspraak

Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat vast staat dat in de nacht van 20 op 21 oktober 2018 in Dordrecht een vechtpartij heeft plaatsgevonden waarbij onder andere [naam slachtoffer 1 ] en [naam slachtoffer 2] gewond zijn geraakt. De rechtbank kan niet met de wettelijk vereiste mate van zekerheid vaststellen hoe, door wie en op welke wijze deze verwondingen zijn ontstaan.
De conclusie is dat de verdachte zal worden vrijgesproken.

5..Vorderingen benadeelde partijen

Ter zake van het onder 1 (primair en subsidiair) ten laste gelegde feit heeft [naam benadeelde 1] zich in het geding gevoegd als benadeelde partij. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 385,- aan materiële schade en een vergoeding van € 10.000,- aan immateriële schade.
Ter zake van het onder 2 (primair en subsidiair) ten laste gelegde feit heeft [naam benadeelde 2] zich in het geding gevoegd als benadeelde partij. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 250,- aan materiële schade en een vergoeding van € 5.000,- aan immateriële schade.
De benadeelde partijen zullen in hun vorderingen niet-ontvankelijk worden verklaard, nu de verdachte zal worden vrijgesproken van het tenlastegelegde. De vorderingen kunnen slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De conclusie is dat in deze procedure over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing wordt genomen.

6..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

7..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair en subsidiair en 2 primair en subsidiair ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vorderingen slechts kunnen worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
bepaalt dat de benadeelde partijen en de verdachte ieder de eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. V.M. de Winkel, voorzitter,
en mrs. M.J.M. van Beckhoven en L. Stevens, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.J. Voogel-van Buuren, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter en griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
Hij op of omstreeks 21 oktober 2018 te Dordrecht aan [naam slachtoffer 1 ] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een snijwond in het gezicht en/of nek (waarbij sprake is van een blijvend (ontsierend) litteken vanaf de wang, doorlopend langs het oor naar achter in de nek), heeft toegebracht door die [naam slachtoffer 1 ] met een kapot geslagen en/of gebroken glas, in elk geval met een scherp en/of puntig voorwerp in het gezicht en/of nek te snijden en/of te slaan en/of te steken;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 21 oktober 2018 te Dordrecht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [naam slachtoffer 1 ] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [naam slachtoffer 1 ] met een kapot geslagen en/of gebroken glas, in elk geval met een scherp en/of puntig voorwerp in het gezicht en/of nek heeft gesneden en/of
geslagen en/of gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 21 oktober 2018 te Dordrecht aan [naam slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een snijwond in het gezicht (waarbij sprake is van een blijvend (ontsierend) litteken op de kin/rechterkaak), heeft toegebracht door die [naam slachtoffer 2] met een kapot geslagen en/of gebroken glas, in elk geval met een scherp en/of puntig voorwerp in de kin, althans in het gezicht te snijden en/of te slaan en/of te steken;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 21 oktober 2018 te Dordrecht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [naam slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen met dat opzet die [naam slachtoffer 2] met een kapot geslagen en/of gebroken glas, in elk geval met een scherp en/of puntig voorwerp in de kin, althans in het gezicht heeft gesneden
en/of geslagen en/of gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.