ECLI:NL:RBROT:2021:2001
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van verstekvonnis in arbeidszaak met betrekking tot loon en vakantietoeslag
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 26 februari 2021 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De eiseres, werkzaam in de horecazaak van de gedaagde, had eerder een verstekvonnis verkregen waarin de gedaagde, Marsan Horeca B.V., werd veroordeeld tot betaling van achterstallig loon, vakantietoeslag en andere vergoedingen. De eiseres had in verband met coronamaatregelen haar werkzaamheden moeten staken en vorderde nu betaling van haar loon en vakantietoeslag. De gedaagde heeft in verzet gepleit en stelde dat de arbeidsovereenkomst per 10 april 2020 was beëindigd en dat de eiseres geen recht had op de gevorderde bedragen. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet voldoende had gereageerd op de stellingen van de eiseres en dat de loonaanspraken van de eiseres daardoor vaststonden. De kantonrechter bekrachtigde het eerdere verstekvonnis en veroordeelde de gedaagde in de kosten van de verzetprocedure.