ECLI:NL:RBROT:2021:2000
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil tussen Stichting Woonbron en gedaagden over huurachterstand en ontruiming
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 19 februari 2021 uitspraak gedaan in een huurgeschil tussen Stichting Woonbron en twee gedaagden. Woonbron, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, heeft de gedaagden aangeklaagd wegens huurachterstand en heeft ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde gevorderd. De gedaagden hebben een huurachterstand laten ontstaan en zijn meerdere keren gesommeerd om de achterstand te voldoen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagden de huurprijs niet tijdig en volledig hebben betaald, wat hen in verzuim heeft gebracht.
Tijdens de mondelinge behandeling op 22 januari 2021 is gebleken dat de actuele huurachterstand € 1.504,63 bedraagt. De kantonrechter heeft de vordering van Woonbron tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde toegewezen, maar heeft de gedaagden een termijn van één maand gegeven om de achterstand te voldoen. Indien de gedaagden niet binnen deze termijn aan hun betalingsverplichtingen voldoen, zal de huurovereenkomst worden ontbonden en moeten zij het gehuurde ontruimen.
De kantonrechter heeft ook de gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten toegewezen. De proceskosten zijn aan de zijde van Woonbron vastgesteld op € 601,96 aan verschotten en € 374,00 aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Woonbron direct kan overgaan tot uitvoering van de uitspraak, ongeacht een eventuele hoger beroep.