ECLI:NL:RBROT:2021:1946

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 januari 2021
Publicatiedatum
9 maart 2021
Zaaknummer
C/10/612028 / FA RK 21-591
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting crisismaatregel op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 27 januari 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op basis van artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 25 januari 2021 een verzoek ingediend om de op 24 januari 2021 opgelegde crisismaatregel voort te zetten. Bij het verzoekschrift waren verschillende bijlagen gevoegd, waaronder een medische verklaring van een psychiater en relevante politiegegevens. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 januari 2021 werd betrokkene, die in een separeer cel verbleef, gehoord samen met zijn advocaat en een arts van de instelling waar hij verbleef.

De rechtbank beoordeelde dat er niet voldaan was aan de noodzakelijke voorwaarden voor de voortzetting van de crisismaatregel. Er was geen overtuigend bewijs van een psychische stoornis en het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel kon niet worden vastgesteld. De behandelend arts gaf aan dat er waarschijnlijk geen sprake was van een psychose, maar van middelengebruik gepaard met agressie. Betrokkene had geen eerdere psychoses doorgemaakt en de rechtbank concludeerde dat het verzoek van de officier van justitie moest worden afgewezen.

De beschikking werd mondeling gegeven door rechter W.J. van den Bergh en op 1 februari 2021 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/612028 / FA RK 21-591
Externe referentie: [referentienummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 27 januari 2021 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , [geboorteland betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, locatie Albrandswaardsedijk te Poortugaal,
advocaat mr. S. Scheimann te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 25 januari 2021, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 24 januari 2021 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 24 januari 2021;
  • de medische verklaring opgesteld door drs. [naam psychiater] , psychiater, van 24 januari 2021;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 27 januari 2021.
Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam arts] , arts, verbonden aan Antes;
  • J. Janssen, officier van justitie.

2..Beoordeling

2.1.
Betrokkene is opgenomen in de accommodatie met het vermoeden van een psychotische stoornis. Betrokkene verblijft sinds zijn opname in een separeer cel. Tijdens de mondelinge behandeling is hij rustig en kan hij op samenhangende wijze zijn verhaal doen. De behandelend arts verklaart tijdens de mondelinge behandeling dat er hoogst waarschijnlijk geen sprake is (geweest) van een psychose, maar van middelengebruik gepaard aan agressie. Betrokkene, 43 jaar, heeft voor zover bekend niet eerder een psychose doorgemaakt. Ook het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel – meer in het bijzonder dat betrokkene onder invloed van een psychose agressief is naar anderen dan wel agressie over zich zelf afroept - kan niet worden vastgesteld.
2.2.
Er is derhalve niet voldaan aan twee noodzakelijke voorwaarden voor een crisismaatregel op grond van de Wvggz, te weten het vermoeden van een psychische stoornis en onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Het verzoek wordt afgewezen.

3..Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 27 januari 2021 mondeling gegeven door mr. W.J. van den Bergh, rechter, in tegenwoordigheid van H.J. de Wit, griffier, en op 1 februari 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.