ECLI:NL:RBROT:2021:1882

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 februari 2021
Publicatiedatum
8 maart 2021
Zaaknummer
8766253 \ CV EXPL 20-32830
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeerde partij gedagvaard in schadevergoedingzaak

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Rotterdam, heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Schade 24 B.V. (hierna: Schade24) een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die als gevolmachtigde van Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. (hierna: NN) optrad. De vordering betreft een schadevergoeding van € 523,- aan hoofdsom, € 78,45 aan buitengerechtelijke kosten en € 58,- aan verschenen rente, voortvloeiend uit een aanrijding op 7 oktober 2018 waarbij de heer [naam persoon 1] betrokken was. Schade24 stelt dat de heer [naam persoon 2], bestuurder van de auto die de aanrijding veroorzaakte, onrechtmatig heeft gehandeld en dat de gedaagde partij als verzekeraar verantwoordelijk is voor de betaling van de gemaakte incassokosten.

De gedaagde partij heeft de vordering betwist en aangevoerd dat NN had moeten worden gedagvaard in plaats van haarzelf, aangezien zij slechts als gevolmachtigde van NN heeft gehandeld. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij in de afhandeling van de schade als gevolmachtigde van NN heeft opgetreden en dat de schade door NN is erkend. De kantonrechter oordeelt dat de vordering van Schade24 niet tegen de gedaagde kan worden ingesteld, omdat de grondslag voor de vordering ontbreekt. De vordering wordt afgewezen en Schade24 wordt veroordeeld in de proceskosten.

De kantonrechter heeft ook het verzoek van de gedaagde partij om Schade24 te veroordelen in de daadwerkelijke proceskosten afgewezen, omdat niet is vastgesteld dat er sprake was van misbruik van procesrecht. De proceskosten worden toegewezen aan de zijde van de gedaagde partij, vastgesteld op € 374,- aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 12 februari 2021.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8766253 \ CV EXPL 20-32830
uitspraak: 12 februari 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SCHADE 24 B.V.,
vestigingsplaats: Nijmegen ,
eiseres bij exploot van dagvaarding van 10 september 2020,
gemachtigde: F. Krougman ,
tegen
[gedaagde]
,
vestigingsplaats: [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. L.C. Dufour.
Partijen worden hierna aangeduid als “ Schade24 ” respectievelijk “ [gedaagde] ”.

1..Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding, met producties;
  • de conclusie van antwoord, met producties;
  • het vonnis van 30 november 2020, waarin een comparitie van partijen is bepaald;
  • de door [gedaagde] op 5 januari 2021 nader toegezonden productie;
  • de door partijen overgelegde pleitnotities;
  • de aantekeningen van de op 15 januari 2021 gehouden mondelinge behandeling.
1.2
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1
Schade 24 is een (letsel)schadebureau.
2.2
De heer [naam persoon 1] is op 7 oktober 2018, terwijl hij met zijn auto geparkeerd stond, aangereden door een auto. Deze auto behoorde toe aan en werd bestuurd door de heer [naam persoon 2] .
2.3
[gedaagde] heeft als gevolmachtigde agent van Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. (hierna: “NN”) met [naam persoon 2] een motorrijtuigenverzekering gesloten.
2.4
De heer [naam persoon 1] heeft Schade 24 ingeschakeld om de voertuigschade te verhalen.

3..De vordering

3.1
Schade24 heeft ter gelegenheid van de mondelinge behandeling haar eis gewijzigd en vordert thans [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 523,- aan hoofdsom,
€ 78,45 buitengerechtelijke kosten en € 58,- aan verschenen rente, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding.
3.2
Aan haar vordering heeft Schade24 - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - ten grondslag gelegd dat de heer [naam persoon 2] onrechtmatig jegens de heer [naam persoon 1] heeft gehandeld en dat [gedaagde] als zijn verzekeraar verantwoordelijk is voor betaling van de gemaakte incassokosten.

4..Het verweer

[gedaagde] heeft de vordering betwist en heeft daartoe – voor zover thans van belang –aangevoerd dat NN had moeten worden gedagvaard en niet [gedaagde] . Zij heeft slechts als gevolmachtigde van NN gehandeld. Voorts is Schade24 niet gemachtigd om namens [naam persoon 1] op te treden in rechte.

5..De beoordeling

5.1
Tussen partijen is niet in geschil dat [gedaagde] in de afhandeling van de schade als gevolmachtigde van NN heeft gehandeld. De schade is door [gedaagde] , namens NN, erkend. De hier met die erkenning verband houdende vorderingen moeten dan ook tegenover NN worden ingesteld. Dat [gedaagde] , zoals Schade24 betoogt, de primaire gesprekspartner van Schade24 is geweest en debet is aan de opgelopen vertraging van de afwikkeling van deze kwestie, betekent niet dat zij in de plaats van NN treedt als schuldenaar. Eventueel onjuist of onvoldoende voortvarend handelen van [gedaagde] heeft slechts werking in haar relatie met NN. Voor een vordering jegens [gedaagde] ontbreekt een grondslag. De vordering wordt daarom afgewezen en Schade24 zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure.
5.2
[gedaagde] heeft verzocht om Schade24 te veroordelen in de daadwerkelijke proceskosten. Daaraan legt zij ten grondslag dat sprake is van misbruik van procesrecht, omdat reeds voorafgaand aan de procedure duidelijk was dat NN de formele procespartij was. De kantonrechter is echter van oordeel dat door Schade24 uitvoerig is aangevoerd waarom [gedaagde] in haar optiek toch aansprakelijk zou zijn. Zo heeft zij aangevoerd alleen met [gedaagde] gecorrespondeerd te hebben, en acht zij de lange tijd die in het dossier is gaan zitten, en daarmee de hoge kosten, de verantwoordelijkheid van [gedaagde] . Hoewel dat standpunt zoals zojuist geoordeeld niet juist is, kan niet gezegd worden dat dit zodanig evident was dat dat sprake is van misbruik van procesrecht. De proceskosten zullen daarom worden toegewezen als hierna vermeld.

6..De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt Schade24 in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] vastgesteld op € 374,- aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het méér of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.K. Rapmund en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
527