7.3.2.Rapportages
In een e-mail van de Reclassering Nederland van 9 november 2020 ten behoeve van de voorgeleiding is het volgende vermeld:
Onder parketnummer 09.808244-18 staat hij onder toezicht wegens een diefstal met geweldpleging. Op 21 april 2020 hebben wij een advies ten uitvoerlegging geschreven, welke bij zitting van 29 juni 2020 gedeeltelijk ten uitvoer is gelegd wegens het onvoldoende meewerken aan het toezicht. De Waag had de behandeling gestopt, omdat cliënt te vaak afwezig was en hij geen hulpvraag had. Ook verscheen hij onvoldoende op de meldplichtafspraken en heeft hij meerdere malen het contactverbod overtreden.
In juli 2020 is cliënt aangehouden voor een gewapende overval, waarvan hij op 4 november is vrijgesproken (10.650041-20). Het baart ons dan ook grote zorgen dat hij nog geen twee dagen nadat hij vrijkwam opnieuw verdacht wordt van een delict. Ook was hij wederom samen met de heer [naam medeverdachte] waarmee een contactverbod is.
De heer [naam verdachte] heeft na het einde van de voorlopige hechtenis op 4 november geen contact
opgenomen met de reclassering. Wij hebben wel geprobeerd contact te leggen, maar het bij ons bekende telefoonnummer was buiten gebruik. De bijzondere voorwaarden zoals nu geformuleerd lijken onvoldoende effect te hebben. Wellicht zal een NIFP-onderzoek meer duidelijkheid geven.
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 12 februari 2021. Dit rapport houdt het volgende in.
Op het moment dat onderhavige feiten zich hebben afgespeeld, was er sprake van een proeftijd en een reclasseringstoezicht en bovendien was de verdachte reeds twee dagen op vrije voeten. Gedurende het toezicht voorafgaand aan zijn vorige hechtenis heeft de verdachte een wisselende houding en inzet en vaak een beperkte mate van openheid laten zien. Betrokkene heeft zich tot op heden ten aanzien van zijn meldplicht, behandelverplichting en het contactverbod onvoldoende gehouden aan de voorwaarden. Hierover geeft hij zelf te kennen dat het achteraf bezien een beetje gemakzucht is geweest. Hij vond het allemaal niet zo noodzakelijk en zag het nut niet in van de gesprekken. Ook geeft betrokkene aan dat hij eerst alles serieus nam maar hij op een gegeven moment in een gemakzuchtigere modus belandde en hij de afspraken niet zo nauw meer nam.
Risico’s ziet de reclassering vanuit reclasseringsperspectief in het netwerk van de verdachte en zeker in combinatie met het feit dat hij geen zinvolle dagbesteding heeft. De contacten met politie en justitie, zeker snel op elkaar volgend, vindt de reclassering een zorgelijke ontwikkeling.
Aanvankelijk was mogelijk beschermend de houding van de verdachte daar hij eerder aangaf zich in te willen zetten voor een constructieve toekomst. Bij een veroordeling voor onderhavige feiten kan de reclassering uitspraken over de wijze waarop hij invulling wil geven aan zijn leven in twijfel trekken. Om een positieve en constructieve weg te kunnen inslaan, schat de reclassering in dat meer structuur en controle noodzakelijk zal zijn. Om die reden heeft de reclassering in de onderstaande voorwaarden ook een locatiegebod middels elektronische controle geadviseerd. Verder zal binnen het toezicht naast een controlerend
element ook worden gewerkt aan de factoren die als criminogeen beschouwd kunnen worden. Positief is te noemen dat de verdachte bij zijn ouders terecht kan na zijn detentie. Met zijn zus, die namens het gezin spreekt, is contact geweest voor het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek elektronische controle, hetgeen uitvoerbaar blijkt te zijn. Het doel is nog steeds om ouders/familie te betrekken binnen het toezicht en de begeleiding. De combinatie van toezicht met elektronische controle en het betrokken zijn van familie kunnen beschermende factoren zijn.
De reclassering adviseert het volwassenenstrafrecht toe te passen. Bij een veroordeling waarbij de lengte van de straf het toelaat dat de verdachte een voorwaardelijk strafdeel opgelegd krijgt, acht de reclassering de volgende bijzondere voorwaarden geïndiceerd: een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandeling, een contactverbod, een locatiegebod en een inspanningsverplichting voor dagbesteding, inkomen en afbetaling van schulden. Daarbij acht de reclassering het van belang dat er een forse voorwaardelijke gevangenisstraf als stok achter de deur wordt opgelegd.
Bij een veroordeling met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf kunnen deze bijzondere voorwaarden worden meegenomen in het resocialisatieplan in het kader van de V.I. Verder ziet de reclassering geen zwaarwegende contra-indicaties voor het opleggen van een gevangenisstraf.
De rechtbank heeft acht geslagen op deze stukken.