Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[eiser 1] ,
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..De vordering
4..Het verweer
5..De beoordeling
dinsdag 9 maart 2021 om 13:30 uur;
Rechtbank Rotterdam
In deze huurzaak, behandeld door de kantonrechter te Rotterdam, hebben eisers, vertegenwoordigd door mr. L.P. Biemond, een vordering ingesteld tegen gedaagde, vertegenwoordigd door mr. J. Visscher van Achmea Rechtsbijstand. De zaak betreft een geschil over de oplevering van een appartement dat gedaagde van eisers huurde van mei 2014 tot 1 maart 2020. Er was geen schriftelijke huurovereenkomst en de huurprijs bedroeg laatstelijk € 887,50 per maand. Eisers stellen dat gedaagde het appartement in een smerige en beschadigde staat heeft opgeleverd, wat hen schade heeft berokkend ter hoogte van € 5.371,20, plus buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente.
De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder een dagvaarding en conclusies van antwoord, repliek en dupliek. Gedaagde heeft de vordering betwist en concludeert tot afwijzing, met veroordeling van eisers in de proceskosten. De kantonrechter heeft, vanwege de coronamaatregelen, geen mondelinge behandeling kunnen houden na de conclusie van antwoord. De rechter heeft echter de mogelijkheid geboden voor een mondelinge behandeling via een beeld- en geluidverbinding, waarbij partijen hun standpunten kunnen toelichten en mogelijk tot een schikking kunnen komen.
De zaak is verwezen naar een rolzitting om de verhinderdata van partijen voor april en mei 2021 te verzamelen, zodat een datum voor de mondelinge behandeling kan worden vastgesteld. De kantonrechter heeft verder bepaald dat partijen hun e-mailadressen moeten opgeven voor deelname aan de behandeling en dat stukken die nog niet in het geding zijn gebracht, uiterlijk een week voor de zitting moeten worden ingediend. Het vonnis is uitgesproken door mr. I.K. Rapmund.