“(…) Op 22 oktober 2020 omstreeks 12:57 uur ontving de politie een melding, dat er op de [adres] te Oostvoorne een buurman ruzie met een ander persoon zou hebben. Tijdens het ter plaatse gaan kreeg de politie door, dat 1 van deze personen een mes zou hebben. De persoon met het mes zou een roze polo dragen en een donker petje op hebben. De man met het mes zou achter iemand aanrennen. Vervolgens hield de politie op de [naam locatie 1] één man op straat aan ter zake bedreiging met een mes, die aan het opgegeven signalement voldeed en hield vervolgens op de [naam locatie 2] een 2e man die tevens ook melder was, aan ter zake mishandeling. Beide handen van deze 2e man zaten onder het bloed en hadden meerdere snijwonden. Ook werd bij deze 2e man in zijn rechterbroekzak een zakmes aangetroffen.
De 1e man die werd aangehouden bleek later genaamd:
[gedaagde], (…).
De 2e man die werd aangehouden bleek later genaamd:
[naam persoon 2], (…).
Beide mannen staan in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Westvoorne ingeschreven op de [adres] te Oostvoorne.
(…)
Onderzoek + afsluiten woning [adres] te Oostvoorne door 2e politie-eenheid
Door de politie werd in de woning een onderzoek ingesteld, omdat [gedaagde] tegen de politie had gezegd dat [naam persoon 2] de gehele woning van binnen had verbouwd. De politie heeft vervolgens de woning betreden. De politie zag dat de woning van binnen ernstig verwaarloosd was en dat er overal in de woning rotzooi en consumptieafval op de grond lag. Er was recentelijk in de woning harddrugs gebruik. Er lagen op een tafel in de woonkamer verschillende verbrande stukjes aluminiumfolie. Er lagen op deze tafel ook plastic basepijpjes.
Tevens lagen er op deze tafel resten van wit poeder zeer vermoedelijk cocaïne (harddrugs). Het is bekend dat deze pijpjes in combinatie met aluminiumfolie gebruikt worden voor het gebruiken van heroïne en cocaïne. (…) Verder zag de politie dat er 2 grote keukenmessen met zwart handvat op het aanrecht in de keuken in de woning lagen.
(…)
Bevindingen politie bij sluiten woning [adres] te Oostvoorne
Op 22 oktober 2020 de woning met toestemming van [gedaagde] betreden. [naam persoon 2] was niet aanwezig. Op de salontafel in de woonkamer lag een basepijp met as erin, een zakmes waarvan het mesje was opengeklapt ( 4 cm), aluminiumfolie, as en vloeitjes. Op het aanrecht in de keuken lagen in het midden 2 grote vleesmessen met een zwart handvat.
[gedaagde] gaf aan, dat hij vond en dacht te weten dat hij gewoon harddrugs in zijn woning mag gebruiken en dat dan ook regelmatig deed door middel van het roken van de heroïne met een basepijp. Vertelde ongevraagd dat hij erg boos op [naam persoon 2] was, omdat hij zijn spullen had verkocht toen hij de afgelopen weken in de gevangenis zat. Dat hij de dag ervoor was vrijgekomen en dat [naam persoon 2] en hij samen in de woning 2 gram coke hadden gebruikt en wat wiet. Dat zij in de woning ruzie met elkaar over de verkoop van de spullen hadden gekregen en dat zij toen met elkaar hadden gevochten en dat er over en weer rake klappen waren uitgedeeld. Dat [gedaagde] daarna [naam persoon 2] eruit had gezet en had gezegd dat hij moest oprotten, zijn spullen moest pakken en nooit meer terug moest komen. [naam persoon 2] had toen een mes getrokken en wilde hem daarmee wat aandoen. [gedaagde] is toen naar buiten gerend en zou door [naam persoon 2] achterna zijn gezeten.
[gedaagde] vertelde tijdens de sluiting ook aan de politie, dat hij en Dennis [naam persoon 2] de harddrugs altijd op hun woonadres op de [adres] laten bezorgen door een drugsdealer uit Rotterdam. [naam persoon 2] zou die dealer dan altijd 30 euro geven voor de voorrijdkosten.
Telefonisch gesprek met [naam persoon 2] op 23 oktober 2020
[naam persoon 2] vertelde het volgende mbt de uit de hand gelopen ruzie van gisteren. [gedaagde] en ik hadden de verkoop van zijn spullen door mij, uitgepraat. We hebben samen harddrugs in de woning gerookt en gingen pas rond 05:00 uur gisterochtend slapen. Rond 12:00 uur werden wij wakker en toen werd hij ineens boos op mij, omdat ik de schroefjes van zijn laptop eruit had gehaald. Hij heeft toen heel veel scherpe dingen, waaronder mokken naar mij toe gegooid. De vloer in de woonkamer
lag vol met kapotte spullen en scherven. Ik hield daar toen ook wonden op mijn enkel, voet en handen aan over. Hij schreeuwde er ook bij. Ik ben door hem toen de woning uitgewerkt met vuistslagen en trappen, omdat hij dat eiste. Ik stond voor de voordeur op de galerij en bloedde hevig, Ik zag dat er een paar deuren verder 2 kleine kindjes in de deuropening van hun woning zaten en naar mij keken.
Ik heb mij dan ook rustig gehouden. Ik vroeg [gedaagde] of ik mij spullen mocht pakken en gaf hem aan daarna te zullen vertrekken.
Hij eiste geld van mij. Ik moest mijn pinpas aan hem afgeven en met de reader aan hem laten zien, dat ik de juiste pincode opgaf en er geld op mijn rekening stond. Hij had namelijk geen pinpas meer, omdat hij die aan een drugsdealer heeft moeten afgeven. Ik mocht de woning weer in.
Ik had een zakmes bij mij en [gedaagde] zei toen tegen mij, dat hij een veel groter mes had en wees toen naar een groot vleesmes met zwart handvat dat op het aanrecht in de keuken lag. Toen hij aanstalten maakte om dat mes te pakken, ben ik weggerend met mijn zakmes in mijn hand. Hij riep toen naar mij dat ik hem geld moest geven, anders zou hij doorgaan met waarmee hij gebleven was. Toen ik beneden op straat in de [adres] bij de berging stond, bleef hij in de deuropening van onze woning staan. Volgens mij had hij dat mes bij zich. Hij kwam toen opeens via de trap schreeuwend en rennend naar beneden toe en rende mij toen achterna op straat. Ik was doodsbang en heb toen 112 gebeld. Ik zat toen ook helemaal onder het bloed. Ik was doodsbang voor hem. Meerdere bewoners en kinderen in de [adres] moeten dit gezien hebben.
(…)
Gelet op de bovenstaande bevindingen wordt de burgemeester van de gemeente Westvoorne door de politie geadviseerd om de bevindingen uit deze bestuurlijke rapportage te gebruiken voor de overweging tot het toepassen van passende bestuurlijke maatregelen.(…)”