ECLI:NL:RBROT:2021:1756

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 februari 2021
Publicatiedatum
3 maart 2021
Zaaknummer
8800748 CV EXPL 20-35033
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling uit hoofde van een koopovereenkomst via een webwinkel met betwisting van ontvangst

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 12 februari 2021, heeft Zalando Payments GmbH, gevestigd in Berlijn, een vordering ingesteld tegen een consument, aangeduid als [gedaagde], die in persoon procedeert. De vordering betreft een bedrag van € 152,50, vermeerderd met wettelijke rente, uit hoofde van een koopovereenkomst voor de aankoop van sneakers via de website van Zalando. De consument betwist de ontvangst van de bestelling en heeft aangegeven dat zij meerdere malen contact heeft opgenomen met Zalando over de levering. Zalando heeft de vordering gebaseerd op de niet-betaling van een factuur van € 111,95, die niet door [gedaagde] is voldaan, ondanks aanmaningen.

De kantonrechter heeft allereerst de rechtsmacht van de Nederlandse rechter beoordeeld, gezien de woonplaats van [gedaagde] in Nederland en de vestiging van Zalando in Duitsland. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat het Nederlandse recht van toepassing is. Vervolgens heeft de kantonrechter de informatieverplichtingen van Zalando onder de artikelen 6:230m en 6:230v BW beoordeeld, die van toepassing zijn op koopovereenkomsten op afstand. Zalando heeft gesteld dat zij aan deze verplichtingen heeft voldaan, maar de kantonrechter kon niet vaststellen of dit in alle opzichten het geval was.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter geoordeeld dat Zalando onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de bestelling daadwerkelijk bij [gedaagde] is afgeleverd. Het afleverbewijs van DHL was niet voldoende om te concluderen dat de consument de bestelling had ontvangen. De vordering van Zalando is daarom afgewezen, en Zalando is veroordeeld in de proceskosten, die voor [gedaagde] op nihil zijn vastgesteld, aangezien zij zich niet door een gemachtigde heeft laten bijstaan.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8800748 CV EXPL 20-35033
uitspraak: 12 februari 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van:
de vennootschap naar buitenlands recht
Zalando Payments GmbH,
gevestigd te Berlijn (Duitsland),
eiseres,
gemachtigde: [naam gemachtigde] ,
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats gedaagde] , gemeente [gemeente] ,
gedaagde,
die procedeert in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Zalando’ en ‘ [gedaagde] ’.

1..Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
• de dagvaarding van 28 september 2020, met producties;
• de aantekeningen van de griffier van het mondelinge antwoord van gedaagde;
• de conclusie van repliek, met producties;
• de conclusie van dupliek, met bijlagen.
1.2
De kantonrechter heeft de uitspraak van het vonnis bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1
Op of omstreeks 26 november 2019 heeft [gedaagde] via de website van Zalando SE schoenen besteld met de artikelomschrijving “AIR MAX 90 ESSENTIAL – Sneakers laag – black”.
2.2
Zalando SE heeft [gedaagde] een factuur gestuurd ten aanzien van deze bestelling met factuurnummer [factuurnummer] ten bedrage van € 111,95 inclusief btw. Deze factuur is niet door [gedaagde] voldaan.
2.3
Bij brief van 19 mei 2020 is [gedaagde] aangemaand om binnen 14 dagen vanaf de dag nadat deze brief bij haar is bezorgd het factuurbedrag alsnog te voldoen. Nadat betaling wederom is uitgebleven heeft Zalando SE haar vordering op [gedaagde] gecedeerd aan Zalando Payments GmbH.

3..Het geschil

3.1
Zalando vordert dat [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling aan Zalando van een bedrag van € 152,50, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 111,95 vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2
Zalando heeft nakoming van de koopovereenkomst aan haar vordering ten grondslag gelegd. Via de website van Zalando heeft [gedaagde] een bestelling geplaatst. [gedaagde] heeft de bestelling in ontvangst genomen en niet geretourneerd, maar zij heeft de factuur van Zalando, ondanks aanmaningen, niet voldaan. [gedaagde] is daarom naast het factuurbedrag ook wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd.
3.3
[gedaagde] is het niet eens met de vordering van Zalando. Zij voert daartegen aan dat de bestelling niet geleverd is en dat zij meerdere malen contact heeft opgenomen met Zalando om hiervan melding te maken. Zij heeft het vermoeden dat het is misgegaan bij de post. [gedaagde] vindt daarom dat zij de factuur niet hoeft te betalen.

4..De beoordeling

De bevoegdheid van de kantonrechter en de toepasselijkheid van het Nederlandse recht
4.1
Aangezien Zalando in het buitenland is gevestigd, dient de kantonrechter allereerst ambtshalve te beoordelen of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft ten aanzien van het onderhavige geschil en welk recht op het geschil van toepassing is.
4.2
[gedaagde] heeft haar woonplaats in Nederland. Nederland is een lidstaat van de Europese Unie. Op grond van artikel 4 van de EEX Verordening (EU) Nr. 1215/2012 dient [gedaagde] opgeroepen te worden voor een gerecht van de lidstaat waarin zij woont. Dat betekent dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft. Gelet op de woonplaats van [gedaagde] is de kantonrechter in Rotterdam bevoegd om van de vordering kennis te nemen.
4.3
Blijkens artikel 11 van de algemene voorwaarden van Zalando SE als overgelegd bij productie 5 van de dagvaarding zijn op al haar overeenkomsten Nederlands recht van toepassing.
(Pre)contractuele informatieverplichtingen
4.4
De vordering van Zalando is gebaseerd op een koopovereenkomst op afstand met betrekking tot een zaak tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet ter bescherming van de consument onder meer aan de wettelijke (pre)contractuele informatieverplichtingen van de artikelen 6:230m en 6:230v BW worden voldaan. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd.
Ingevolge deze bepalingen dient de handelaar de consument op duidelijke en begrijpelijke wijze te informeren over de voornaamste kenmerken van de zaak, de identiteit van de handelaar, waar en hoe de handelaar kan worden bereikt, de totale prijs en eventuele verdere kosten, de mogelijkheid van herroeping en de kosten van retournering. Uitdrukkelijk zij er op gewezen dat dit slechts een samenvatting is van de kern van deze bepalingen. De kantonrechter verwijst voor het overige naar hetgeen in die bepalingen verder is vermeld en attendeert erop dat afhankelijk van de aard van de zaak meer of minder informatie wordt verlangd.
Waar het in artikel 6:230m BW gaat om de vraag welke informatie moet worden verstrekt, bepaalt artikel 6:230v BW de wijze waarop die informatie moet worden gegeven. Ook de wijze waarop de informatie gegeven moet worden, verschilt naar gelang de aard en de inhoud van de overeenkomst.
Wat de wijze van verstrekking van de informatie betreft kan de handelaar naar het oordeel van de kantonrechter niet volstaan met het opnemen daarvan in algemene voorwaarden. Tijdens het verkoopproces dient de consument stap voor stap langs deze informatie te worden geleid, zodat er geen enkel misverstand kan ontstaan over de vraag of de gemiddelde consument deze informatie bewust onder ogen heeft gekregen. Het gebruik van ‘kleine lettertjes’, zo blijkt uit de Kamerstukken, is in dat verband niet aanvaardbaar.
Als sluitstuk heeft de wetgever bepaald dat de handelaar binnen een redelijke termijn na het sluiten van de overeenkomst, maar in ieder geval bij de levering van de zaken, de consument op een duurzame gegevensdrager, een bevestiging van de overeenkomst verstrekt, waarin alle verlangde informatie is opgenomen, mits dat niet al bij het sluiten van de overeenkomst zelf is verstrekt. Zo’n duurzame gegevensdrager kan een brief zijn, een e-mailbericht, een pdf-bestand of zelfs een factuur, mits daarin alle informatie is opgenomen.
In geval van een procedure dient de eisende partij te stellen dat aan al deze verplichtingen is voldaan. Deze stellingen moeten ook worden gesubstantieerd met bewijsstukken, zoals algemene voorwaarden, de duurzame gegevensdrager en een al dan niet in printscreens vastgelegd verslag van het bestelproces dat de consument doorloopt, waaruit blijkt hoe en waar de betreffende informatie is verstrekt. Kort gezegd, Zalando dient inzichtelijk te maken wat de klant te zien heeft gekregen en dat daarmee aan de wettelijke verplichtingen is voldaan.
4.5
In deze zaak heeft Zalando gesteld dat de koopovereenkomst is gesloten in een webwinkel. Verder heeft Zalando gesteld dat de vordering niet gebaseerd is op bepalingen in de algemene voorwaarden. Daarnaast is gesteld dat voldaan is aan de precontractuele en contractuele informatieverplichtingen. Hierbij heeft Zalando verwezen naar haar algemene voorwaarden waarin deze informatie is opgenomen en die in de vorm van een link worden aangeboden dan wel te raadplegen zijn op de website Zalando.nl. Zalando heeft voorts het bestelproces aan de hand van printscreens toegelicht en daarbij gesteld dat [gedaagde] een bevestigingsmail en factuur heeft ontvangen met daarop de specificatie van de gekochte zaak en wat er in rekening is gebracht. Deze factuur heeft Zalando overgelegd.
4.6
De kantonrechter kan niet vaststellen of daarmee in alle opzichten aan [gedaagde] op duidelijke en begrijpelijke wijze de in art. 6:230m BW bedoelde informatie is verstrekt en op een duurzame gegevensdrager (in bijvoorbeeld een pdf-bestand bij de bevestigingsmail) ter beschikking is gesteld.
4.7
De vraag is welke consequenties dit voor de vordering van Zalando moet hebben. In de rechtspraak wordt wisselend gedacht over de vraag op welke wijze de naleving van de informatieverplichtingen moet worden getoetst en welke sancties verbonden moeten worden aan het niet naleven van die informatieverplichtingen. Dat heeft er toe geleid dat het voor partijen, zoals ook Zalando in dit geval, en de daarbij betrokken gemachtigden, niet steeds voldoende helder was, noch tot heden is, wat van hen in het kader van informeren en in de procedure stellen en substantiëren wordt verlangd. Daarom zal aan de tekortkomingen in deze zaak, op dit moment geen sanctie worden verbonden.
4.8
Op basis van het voorgaande wordt duidelijk wat in het kader van de wettelijke informatieverplichtingen (van art. 6:230m en v BW) van handelaren wordt verwacht, zowel ten aanzien van het verkoopproces als ten aanzien van de manier waarop een vordering op basis van koop op afstand moet worden onderbouwd. Zowel handelaren, hun rechtsopvolgers en gemachtigden zijn aldus in staat om hun werk daarop in te richten. Mocht blijken dat zij daarmee ook in de toekomst in gebreke blijven, dan bestaat mogelijk wel aanleiding voor het opleggen van sancties, processueel bij onvoldoende substantiëring of materieel als niet kan worden vastgesteld dat sprake is geweest van een verkoopproces dat aan de eisen van de wetgever voldoet.
Het geschil
4.9
Tussen partijen is in geschil of [gedaagde] een bedrag aan Zalando verschuldigd is uit hoofde van de koopovereenkomst.
4.1
Op grond van artikel 7:26 lid 2 BW dient de koopsom in beginsel te worden betaald ten tijde van de aflevering. [gedaagde] betwist dat zij de bestelling heeft ontvangen. Daarmee betwist zij de opeisbaarheid van de koopsom. Het ligt daarom op de weg van Zalando om haar stelling dat [gedaagde] de bestelling wel ontvangen heeft en dat de vordering dus opeisbaar is, nader te onderbouwen.
4.11
In reactie op de betwisting van [gedaagde] heeft Zalando een afleverbewijs van DHL in het geding gebracht waaruit zou blijken dat het pakket op 26 november 2019 om 19:14 uur in ontvangst is genomen door [gedaagde] op het adres [adres] te Vierpolders. [gedaagde] heeft niet betwist dat dit haar adres is. Zij blijft echter bij haar standpunt dat zij de bestelling niet heeft ontvangen. [gedaagde] voert aan dat zij op een kruispunt van drie dijken woont waar het vaker misgaat met het bezorgen van post. Pakketten worden bijvoorbeeld ten onrechte bij de buren bezorgd of buiten achtergelaten waardoor het pakket meegenomen kan worden door een ander. Ter onderbouwing van haar stelling heeft [gedaagde] foto’s in het geding gebracht van hoe verschillende pakketten bij haar woning zijn afgeleverd: onder andere in de brievenbus die aan de weg staat en een klep aan de bovenkant heeft en buiten naast het huis. Ook bij de levering van deze pakketten was een bericht gestuurd dat het pakket was afgeleverd, soortgelijk als de bevestiging van DHL die Zalando thans heeft overgelegd.
4.12
Naar aanleiding van hetgeen partijen over en weer hebben aangevoerd overweegt de kantonrechter als volgt. Uit het afleverbewijs van DHL blijkt niet dat getekend is voor de ontvangst van het pakket. Deze verzendwijze brengt het risico met zich mee dat de daadwerkelijke aflevering van het pakket niet kan worden bewezen. Zo kan het pakket bijvoorbeeld – zoals [gedaagde] heeft aangevoerd - afgegeven zijn bij de buren of buiten zijn achtergelaten en meegenomen door een ander. Ook kan het zijn dat de bezorger de gegevens onjuist heeft ingevuld. Dit risico komt voor rekening van de afzender van het pakket. Zalando heeft onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld om te kunnen vaststellen dat de bestelling bij [gedaagde] is afgeleverd. Op basis van de door Zalando overgelegde stukken kan de opeisbaarheid van het gevorderde bedrag van € 111,95 niet vast komen te staan. De vordering wordt daarom afgewezen.
4.13
Zalando zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten zullen voor [gedaagde] worden vastgesteld op nihil nu zij zich niet heeft laten bijstaan door een gemachtigde.

5..De beslissing

De kantonrechter
:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt Zalando in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. D.L. Spierings en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
43416