Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[eiser 1] ,
1..De procedure
- de dagvaarding van 24 december 2020, met 8 producties;
- de 5 producties van [gedaagde] ;
- de mondelinge behandeling op 28 januari 2021;
- de pleitnotities van [eiser 1] c.s.;
- de pleitnotities tevens conclusie van antwoord van [gedaagde] .
2..De feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
- een schriftelijke verklaring van [naam persoon 1] van september 2020, waarin deze verklaart dat hij [eiser 1] c.s. destijds, in het bijzijn van de makelaar, op de hoogte heeft gesteld van de afspraken omtrent de vlonder en dat hij de overeenkomst van 30 april 2002 aan hen heeft meegegeven;
- het e-mailbericht aan [naam persoon 1] van de notaris van 20 november 2020, waarin deze als bijlage het bij hem in bezit zijnde digitale dossier rondom de verkoop van de woning aan het [adres 1] aan [eiser 1] c.s. heeft meegezonden. Daarin bevindt zich, naast de koopovereenkomst, tevens een kopie van de overeenkomst van 30 april 2002 en een kadastraal uittreksel van de woning aan de [adres 2] .
€ 1.016,00