ECLI:NL:RBROT:2021:1606
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wajong-uitkering aanvraag afgewezen, rechtbank oordeelt over arbeidsvermogen en deskundigenrapport
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 1 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een Wajong-uitkering. De eiseres had een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, maar deze was door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen afgewezen op basis van de conclusie van de primaire verzekeringsarts dat zij ten minste vier uur per dag belastbaar was. In beroep is de diagnose van eiseres gewijzigd en heeft de rechtbank een onafhankelijke deskundige ingeschakeld. Tijdens de procedure is eiseres overleden, maar haar erven hebben de procedure voortgezet. De deskundige concludeerde dat eiseres niet ten minste vier uur per dag belastbaar was en dat er geen sprake was van ontwikkeling van arbeidsvermogen. De rechtbank volgde de deskundige in zijn conclusie en oordeelde dat de afwijzing van de Wajong-uitkering op een onjuiste medische grondslag berustte. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en bepaalde dat eiseres met ingang van 18 januari 2018 recht had op een Wajong-uitkering. Tevens werd het besluit van 12 juni 2018 herroepen. De rechtbank droeg verweerder op het griffierecht te vergoeden en veroordeelde verweerder in de proceskosten van eisers.