ECLI:NL:RBROT:2021:1604

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 februari 2021
Publicatiedatum
1 maart 2021
Zaaknummer
10/660130-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal door meerdere personen met gebruik van valse sleutels in Rotterdam

Op 16 februari 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die samen met anderen twee winkeldiefstallen heeft gepleegd. De verdachte werd beschuldigd van inbraak in de winkels Hennes & Mauritz (H&M) en Ulla Popken in Rotterdam op 8 februari 2019. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten in de nacht van de inbraak in H&M zijn geweest, waar zij goederen hebben weggenomen door middel van braak. Camerabeelden toonden de verdachte en medeverdachten in de winkel, en getuigenverklaringen bevestigden hun aanwezigheid in de buurt van de inbraak. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de diefstal bij H&M en Ulla Popken, waarbij hij samen met anderen handelde. De officier van justitie had een gevangenisstraf geëist, maar de rechtbank legde een taakstraf op van 200 uren op, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het feit dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld. De rechtbank achtte de bewezenverklaring van de feiten op basis van de beschikbare bewijsmiddelen en de verklaringen van de betrokkenen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/660130-19
Datum uitspraak: 16 februari 2021
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. M.A. Oosterveen, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 2 februari 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A. Ekiz heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 76 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 60 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en een tot taakstraf voor de duur van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering feiten 1 primair en 2 primair
4.1.1.
Standpunt verdediging
Aangevoerd is dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte heeft ingebroken in de winkelpanden van Hennes & Mauritz (hierna: H&M) en Ulla Popken en de verdachte daarom moet worden vrijgesproken.
4.1.2.
Beoordeling
Inleiding
De volgende feiten en omstandigheden kunnen op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen als vaststaand worden aangemerkt.
Op 8 februari 2019 is ingebroken bij H&M aan de [adres delict 1] te Rotterdam. Op camerabeelden, die zijn gemaakt door camera’s in H&M, is te zien dat om 03:44 uur vijf personen achter elkaar aan op handen en voeten over de vloer van de winkel kruipen. Verder is op de camerabeelden te zien dat deze personen lades uit de toonbank trekken en lades van de balie openen met behulp van een breekijzer. Vlak na de inbraak is gebleken dat een portemonnee die op de dag van de inbraak in een kast in H&M had gelegen, was verdwenen.
Omstreeks 03:52 uur hebben de daders &M via een nooduitgang verlaten. De nooduitgang staat in verbinding met het trappenhuis van het appartementencomplex ‘Karel Doormanflat’. Op camerabeelden die zijn gemaakt in de Karel Doormanflat, is te zien dat de vijf daders door het portiek van de flat liepen en via een deur, die toegang geeft tot de Crispijnstraat, naar buiten zijn gegaan. Een van de daders droeg op dat moment een rode boodschappentas met daarop in het wit de letters ‘DIRK’. Toen hij naar buiten stapte, heeft hij deze tas naast een daar gestalde fiets neergezet. In de tas zijn een koevoet, een champagnefles en meerdere, verpakte powerbanks aangetroffen.
Op camerabeelden is te zien dat de vijf daders om 03:53 uur op de Crispijnstraat lopen.
Op 8 februari 2019 omstreeks 03.50 uur hebben twee verbalisanten naar aanleiding van het inbraakalarm dat in H&M was afgegaan, hun positie ingenomen aan de achterzijde van H&M in de Crispijnstraat. Enkele minuten later zagen zij in de Crispijnstraat vijf personen uit een deur van de Karel Doormanflat nabij de fietsenstalling komen. Zij hebben de vijf personen staande gehouden en om hun legitimatie gevraagd. Deze vijf personen waren de verdachte en de medeverdachten [naam medeverdachte 1] , [naam medeverdachte 2] , [naam medeverdachte 3] en [naam medeverdachte 4] . De verbalisanten die de verdachten hebben staande gehouden, hebben naderhand de camerabeelden van de inbraak in H&M bekeken. Zij hebben de medeverdachten [naam medeverdachte 1] , [naam medeverdachte 4] en [naam medeverdachte 2] op de camerabeelden herkend als drie van de daders.
De medeverdachte [naam medeverdachte 1] heeft op 8 februari 2019 in de middag een filmpje via WhatsApp naar de verdachte gestuurd, waarop te zien is dat de verdachte, samen met [naam medeverdachte 2] , [naam medeverdachte 4] en nog een persoon zich bevinden in de ruimte die toegang geeft tot het gangenstelsel van H&M en die niet toegankelijk is voor het publiek. Twee van hen gooien een plank tegen de glazen deur in de ruimte, waardoor een barst in het glas ontstaat. Voorts is op de film te zien dat op de grond bij de verdachten een rode tas met witte letters ‘DIRK’ erop staat.
Tussen 7 februari 2019 te 18:00 uur en 8 februari 2019 te 08:50 uur is ook ingebroken in het winkelpand van Ulla Popken. Deze winkel is net als H&M gevestigd in het centrum van Rotterdam. Tijdens de inbraak zijn een fles champagne, geld en 20 powerbanks van het merk ‘JP’ gestolen.
Tijdens doorzoekingen in de woning van de verdachte zijn in zijn slaapkamer één en in de slaapkamer van zijn broertjes twee powerbanks van het merk JP aangetroffen. Ook in de slaapkamers van de medeverdachten [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 4] is een JP powerbank aangetroffen.
Daderschap verdachte inbraak H&M
De verdachte heeft verklaard dat hij in de nacht van 7 op 8 februari 2019 in het gebouw is geweest waar H&M in is gevestigd.
De verdachte bevond zich minder dan tien minuten na het afgaan van het inbraakalarm van H&M aan de achterzijde van deze winkel, in een groep van vijf personen - hetzelfde aantal als het aantal daders - onder wie de medeverdachten [naam medeverdachte 1] , [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 4] , die door verbalisanten op camerabeelden in H&M zijn herkend als drie van de vijf daders.
De vijf inbrekers zijn na de inbraak naar buiten gekomen via een deur van de Karel Doormanflat die toegang geeft tot de Crispijnstraat. Op de camerabeelden in de Karel Doormanflat zijn geen andere personen dan de vijf daders te zien. De verbalisanten hebben gezien dat [naam medeverdachte 1] , [naam medeverdachte 2] , [naam medeverdachte 4] samen met [naam medeverdachte 3] en de verdachte, gezamenlijk aan kwamen lopen over de Crispijnstraat uit de richting van de deur waar de daders door naar buiten zijn gegaan. Het proces-verbaal noch een ander stuk in het dossier bevat aanwijzingen dat naast de groep waar de verdachte deel van uit maakte, andere personen in de Crispijnstraat aanwezig waren. Uit het vorenstaande leidt de rechtbank af dat het niet anders kan dan dat de verdachte één van de vijf daders van de inbraak bij H&M is geweest.
Dit oordeel vindt verder steun in het filmpje dat de medeverdachte [naam medeverdachte 1] dezelfde dag naar de verdachte heeft gestuurd, waarop is te zien dat de verdachte samen met [naam medeverdachte 4] , [naam medeverdachte 2] en een vierde persoon in een - niet openbare - ruimte van het gangenstelsel van H&M was en de twee laatstgenoemden een toegangsdeur naar H&M vernielden. Hoewel er geen datum en tijdstip bekend zijn waarop het filmpje is gemaakt, gaat de rechtbank ervan uit dat dit moet zijn geweest kort voor de inbraak op 8 februari 2019 toen zij bezig waren H&M binnen te dringen. Naast het feit dat [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 4] zijn herkend als daders van de inbraak, zijn de daders H&M binnengekomen door een deur waarvan de ruit op een vergelijkbare manier is vernield als de verdachten in het filmpje hebben gedaan. Ook is op het filmpje een rode tas met de witte letters ‘DIRK’ erop bij de verdachten te zien, die er hetzelfde uitziet als de tas die één van de vijf daders bij zich had toen hij na de inbraak in de Crispijnstraat liep.
De rechtbank acht gezien het vorenstaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de inbraak en de diefstal bij H&M heeft (mede)gepleegd.
Daderschap verdachte inbraak Ulla Popken
Op grond van de feiten en omstandigheden en hetgeen hiervoor is overwogen, komt de rechtbank tot de volgende conclusies.
In de rode boodschappentas met witte letters ‘DIRK’ erop die de verdachte en zijn medeverdachten gedurende de inbraak bij H&M bij zich hadden en die één van hen in de Crispijnstraat heeft achtergelaten, zaten een fles champagne en drie powerbanks die nog in hun verpakking zaten. Gezien de omstandigheid dat eerder die nacht dezelfde soort goederen waren gestolen uit de nabij H&M gelegen winkel Ulla Popken, concludeert de rechtbank dat in de rode boodschappentas de fles champagne en een deel van de powerbanks zaten die bij de inbraak in Ulla Popken waren gestolen. Daar komt bij dat de filiaalmanager van Ulla Popken heeft verklaard dat JP het eigen merk is van Ulla Popken en dat JP powerbanks alleen worden verkocht in winkels van Ulla Popken in Rotterdam, Maastricht en Apeldoorn. De verdachte was, net als twee medeverdachten die hebben ingebroken bij H&M, in het bezit van deze - kennelijk niet veel voorkomende - JP powerbank.
Op grond van deze omstandigheden en omdat de verdachte voor deze belastende omstandigheden geen onderbouwde verklaring heeft gegeven, staat voor de rechtbank buiten redelijke twijfel vast dat de verdachte ook één van de daders van de inbraak en diefstal bij Ulla Popken is geweest.
De rechtbank acht het onder 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1. primair
hij op 8 februari 2019 te Rotterdam tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening, uit een winkel/pand, heeft weggenomen goederen, toebehorende aan een ander dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededaders, zulks nadat hij, verdachte, en zijn mededaders, die weg te nemen goederen onder hun bereik hadden gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door met een pasje de toegangsdeuren van voornoemde Hennis & Mauritz open te flipperen;
2. primair
hij op of omstreeks 08 februari 2019 te Rotterdam tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening, uit een winkel/pand, heeft weggenomen powerbanks van het merk JP en een geldbedrag van ongeveer 295 euro en een champagnefles, toebehorende aan Ulla Popken, gevestigd aan de [adres delict 2] , zulks nadat hij, verdachte, en zijn mededaders, die weg te nemen powerbanks en dat geldbedrag en die champagnefles onder hun bereik hadden gebracht door middel van braak.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

2. primairdiefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft samen met anderen in één nacht ingebroken in twee winkels en daarbij geld en andere goederen gestolen.
Dit zijn hinderlijke feiten die financiële schade voor de benadeelden met zich brengen en hen ergernis en overlast bezorgen. De verdachte heeft getoond geen respect te hebben voor andermans eigendommen. Hij heeft kennelijk uitsluitend aan zijn eigen financiële gewin gedacht.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 13 januari 2021, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 25 oktober 2019. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
De verdachte lijkt sociaal maatschappelijk goed te functioneren. Hij heeft een structurele dagbesteding, een inkomen en hij woont nog thuis. Er zijn geen aanwijzingen voor cognitieve, gedrags- dan wel psychische problemen. Het is aannemelijk dat het sociale netwerk van de verdachte een rol heeft gespeeld bij de feiten. Los daarvan worden geen probleemgebieden gezien. Interventies worden op dit moment niet noodzakelijk geacht.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de op te leggen straf aansluiting gezocht bij de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht, die dienen ter bevordering van de rechtseenheid in de strafoplegging. De verdachte is niet eerder voor vermogensdelicten veroordeeld en wordt daarom beschouwd als een zogenoemde ‘first offender’. Verder heeft de rechtbank laten meewegen dat de bewezenverklaarde feiten al enige tijd geleden hebben plaatsgevonden.
Rekening houdend met de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd, zal een lagere straf worden opgelegd dan de officier van justitie heeft geëist. Gezien het reclasseringsrapport wordt geen aanleiding gezien een deels voorwaardelijke straf op te leggen.
De rechtbank acht het opleggen van een taakstraf van een flinke duur, te weten 200 uren, passend en geboden.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 22c, 22d, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
200 (tweehonderd) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
168 (honderdachtenzestig) urente verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
84 dagen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.V. Scheffers, voorzitter,
en mrs. C.E. Bos en E.M. Rocha, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K. Aagaard, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 februari 2021.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 08 februari 2019 te Rotterdam tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening, uit een winkel/pand, heeft weggenomen een (of meer) goed(eren),
geheel of ten dele toebehorende aan Hennis & Mauritz gevestigd op/aan de
[adres delict 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte,
en/of
zijn mededader(s),
zulks nadat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), die/dat weg te nemen
goed(eren) onder zijn/hun bereik had(den) gebracht
door middel van braak en/of verbreking en/of
door middel van een valse sleutel, te weten door met een
pasje de toegangsdeur(en) van voornoemde Hennis & Mauritz open te flipperen;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 03 februari 2019 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om
enig geldbedrag en/of diverse goederen, in elk geval enig goed, dat geheel of
ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde,
te weten aan Hennis & Mauritz, gelegen op/aan de [adres delict 1] ,
weg te nemen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die
weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen
door middel van braak en/of verbreking
- de toegangsdeur(en) van voornoemde Hennis & Mauritz heeft/hebben geforceerd
en/of
- de counterboxen heeft/hebben geprobeerd open te maken en/of
- een deur heeft/hebben geprobeerd open te trappen, en/of
door middel van een valse sleutel, te weten met een pasje de toegangsdeur(en)
van voornoemde Hennis & Mauritz heeft opengeflipperd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 08 februari 2019 te Rotterdam tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening heeft weggenomen één of meer powerbanks (van het merk JP) en/of
enig geldbedrag (met een totaalbedrag van ongeveer 295 euro) en/of een
champagnefles, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
Ulla Popken, gevestigd op/aan de [adres delict 2] , in elk geval aan
een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), zulks
nadat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), die weg te nemen powerbanks
en/of geldbedrag en/of champagnefles onder zijn/hun bereik had(den) gebracht
door middel van braak en/of verbreking;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 mei 2019 te Rotterdam,
een goed, te weten een powerbank van het merk JP heeft verworven, voorhanden
gehad, en/of overgedragen,
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed
wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf
verkregen goed betrof.