ECLI:NL:RBROT:2021:1589

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 februari 2021
Publicatiedatum
26 februari 2021
Zaaknummer
613572 / HA RK 21-161
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing wrakingsverzoek in strafzaak wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid

Op 24 februari 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker in een strafzaak met parketnummer 10-123362-19. Dit verzoek tot wraking was ingediend op 18 februari 2021, voorafgaand aan een geplande zitting op 16 maart 2021. De wrakingskamer had eerder, op 17 februari 2020, al bepaald dat een volgend wrakingsverzoek van dezelfde verzoeker in deze strafzaak niet in behandeling zou worden genomen. Dit leidde tot de conclusie dat het huidige verzoek niet ontvankelijk was. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen op basis van artikel 9.1 van het Wrakingsprotocol van de rechtbank Rotterdam, zonder dat het verzoek ter zitting werd behandeld. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer voor wrakingszaken, bestaande uit de voorzitter mr. A.J.P. van Essen en de rechters mr. W.J. Roos-van Toor en mr. M. de Geus. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van griffier mr. Y. Doğanyiğit.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Meervoudige kamer voor wrakingszaken
Zaaknummer / rekestnummer: 613572 / HA RK 21-161
Beslissing van 24 februari 2021
op het verzoek van
[naam verzoeker],
wonende te [adres] ,
verzoeker,
strekkende tot wraking van:
mr. dr. J. de Lange, rechter in de rechtbank Rotterdam, team straf 2 (hierna: de rechter).

1.Het procesverloop en de processtukken

De strafzaak van het Openbaar Ministerie tegen verzoeker als verdachte met parketnummer 10-123362-19 werd voor de voortgezette behandeling gepland op de zitting van de rechter in diens hoedigheid van politierechter op 16 maart 2021 te 14.45 uur.
Bij e-mailbericht van 18 februari 2021 heeft verzoeker wraking van de rechter verzocht.
Aan de wrakingskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven procedure, waarin zich onder meer bevindt de beslissing van de wrakingskamer van 17 februari 2020.

2.De ontvankelijkheid van het verzoek

2.1.
Het wrakingsverzoek is ingediend in de strafzaak met parketnummer 10-123362-19.
In die zaak heeft de wrakingskamer bij beslissing van 17 februari 2020 bepaald dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in (onder meer) die strafzaak niet in behandeling wordt genomen.
2.2.
Gelet op deze omstandigheden wordt het verzoek op grond van artikel 9.1, tweede volzin en onder f, van het Wrakingsprotocol rechtbank Rotterdam wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid en zonder behandeling ter zitting afgewezen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- wijst af het verzoek tot wraking van mr. dr. J. de Lange wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.J.P. van Essen, voorzitter, mr. W.J. Roos-van Toor en mr. M. de Geus, rechters en door de voorzitter uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 februari 2021 in tegenwoordigheid van mr. Y. Doğanyiğit, griffier.
Verzonden op:
aan:
- verzoeker
- mr. dr. J. de Lange