Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
“Zoals zojuist besproken zullen wij de zaak in trekken indien u uiterlijk 07-06 het bedrag (…) tegen finale kwijting voldoet.”In de antwoordmail van [gedaagde] van diezelfde dag staat, voor zover hierbij van belang, het volgende vermeld:
3..Het geschil
4..De beoordeling
De kantonrechter kan de stelling van [gedaagde] begrijpen dat het voor haar niet duidelijk was wat de verhouding tussen [eiseres] , Atradius en Flanderijn precies was, maar dit betekent niet dat zij daarom de onderhavige factuur niet meer hoeft te betalen. Van een debiteur mag verwacht worden goed bij te houden welke facturen zij heeft betaald en welke facturen nog openstaan. [gedaagde] had dus aan de hand van haar eigen administratie moeten zien dat onderhavige factuur nooit betaald was en hierop actie moeten ondernemen. Factuur [factuurnummer] moet dus nog betaald worden. Dit deel van de vordering wordt daarom toegewezen.
5..De beslissing
: