ECLI:NL:RBROT:2021:1546

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 februari 2021
Publicatiedatum
25 februari 2021
Zaaknummer
10/751010-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van handel in harddrugs en voorbereidingshandelingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 februari 2021 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het medeplegen van handel in harddrugs, voorbereidingshandelingen en het voorhanden hebben van harddrugs. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De officier van justitie had gevorderd om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 18 maanden, maar de rechtbank oordeelde dat de bewijsmiddelen in het dossier uitsluitend in de richting van de medeverdachten wijzen. De verdachte had verklaard dat hij alleen handelde, maar deze verklaring werd door de rechtbank ongeloofwaardig geacht, mede gezien de verklaringen van de medeverdachten en de in beslag genomen goederen. De rechtbank concludeerde dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen was, en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/751010-19
Datum uitspraak: 24 februari 2021
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] ,
raadsman mr. H. Raza, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 9 maart 2020, 10 september 2020, 25 januari 2021 en 27 januari 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. J.M. Bonnes heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 1 primair, 4 en 5 ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte als medepleger betrokken is bij het verkopen, afleveren, verstrekken of vervoeren van harddrugs, alsmede het verrichten van voorbereidingshandelingen voor die drugshandel en het opzettelijk voorhanden hebben van harddrugs.
4.1.2.
Beoordeling
De verdachte heeft bij de politie verklaard – samengevat weergegeven – dat hij medeverdachten [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] uit de buurt kent, dat hij eind december 2017 in de woning aan de [adres 1] is getrokken en dat hij in januari of februari 2018 een drugslijn heeft overgenomen die hij vanuit die woning runde. Voorts heeft hij verklaard dat hij alleen handelde en dat de rol van de medeverdachte [naam medeverdachte 1] beperkt is gebleven tot het ter beschikking stellen van diens woning en het op zijn verzoek inkopen doen bij Staples. De verdachte ontving via de e-mail bestellingen voor harddrugs die hij per post verstuurde naar adressen over de hele wereld. Met betrekking tot de betalingen heeft de verdachte verklaard dat de bestellingen werden betaald in bitcoins en dat hij daartoe als enige een bitcoinadres beheerde.
De rechtbank overweegt dat belangrijke bewijsmiddelen die zich in het dossier bevinden – in het bijzonder de op de adressen [adres 1] en [adres 2] in beslag genomen goederen, de bevindingen in het onderzoek naar de aangetroffen gegevensdragers en de getapte telefoongesprekken – in onderlinge samenhang bezien uitsluitend in de richting van de medeverdachten [naam medeverdachte 1] , [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 3] wijzen. Tegen die achtergrond is de verklaring van de verdachte ongeloofwaardig. Daarbij neemt de rechtbank mede in aanmerking dat de verdachte bij de politie desgevraagd heeft verklaard niet te weten op wat voor soort (darknet)websites werd geadverteerd en dat hij slecht is met computers. Gelet op het dossier en het onderzoek ter terechtzitting wordt de verklaring van de verdachte dat hij de (enige) persoon is geweest die de handelingen heeft gepleegd daarom niet gevolgd.
Dat de medeverdachten [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] de verklaring van de verdachte hebben bevestigd door te verklaren dat zij niet betrokken zijn geweest bij de handel in drugs, niet op de hoogte waren van de aanwezigheid van harddrugs in de woning en dat hij ( [naam medeverdachte 1] ) alleen wat hand- en spandiensten heeft verricht, doet daaraan niet af. Deze medeverdachten hebben er immers zeer veel belang bij om aldus te verklaren.
4.1.3.
Conclusie
Het ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

5..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. I.M.A. Hinfelaar, voorzitter,
en mrs. C.E. Bos en R.H. Kroon, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.P. Eekhout, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 24 februari 2021.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 6 november 2017 tot en met 25 juni 2018 te Rotterdam, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans éénmaal, (telkens) opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft/hebben gebracht, (telkens) als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet,
althans opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of
vervoerd,
- 51 plastic verpakkingen, met een totale weeghoeveelheid van ongeveer 159 gram, in elk geval (telkens) één of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende heroïne en/of cocaïne en/of MDMA en/of afleidingen, (
telkens) een of meer middel(en) als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I;
hebbende hij en/of zijn mededader(s):
-De voornoemde plastic verpakkingen met voornoemde inhoud in enveloppen gedaan
en/of laten doen;
-De enveloppen gelabeld en/of laten labelen met adresstickers met (een) bestemming(en) in het en/of de land (en) Nederland en/of Frankrijk en/of Italië en/of het Verenigd Koninkrijk en/of Verenigde Staten en/of Duitsland en/of België en/of Polen en/of Canada en/of Australië en/of Tsjechië en/of Slowakije en/of Oostenrijk;
-De enveloppen, dichtgeplakt of laten dichtplakken en/of (laten) voorzien van (een) logo(s) van (een) (bestaand(e)) bedrij(f)(ven) en/of (laten) voorzien van (voldoende) postzegels en/of met (een) retouradres(sen) in Nederland;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in de periode van 6 november 2017 tot en met 25 juni 2018 te Rotterdam, in een pand aan de [adres 1] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans éénmaal (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, één of meerdere (gebruikers) hoeveelhe(i)d(en) cocaïne en/of heroïne en/of MDMA, in elk geval één of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende, cocaïne en/of heroïne en/of MDMA,
zijnde cocaïne en/of heroïne en/of MDMA (telkens) een middel als bedoeld in de
wet behorende lijst I;
2.
hij op of omstreeks 25 juni 2018 te Rotterdam in een pand aan de [adres 1] en/of [adres 2] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ongeveer 1412 gram (zijnde 1344 gram en/of 52,5 gram adres de [adres 1] en/of 15,5 gram adres [adres 2] ), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of
- ongeveer 1244,9 gram (zijnde 1140 gram en/of 90 gram adres de [adres 1] en/of 14,9 gram adres [adres 2] ), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en/of
- ongeveer 877 gram (zijnde 858,8 gram en/of 15,1 gram adres de [adres 1] en/of 3,1 gram adres [adres 2] ), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA zijnde heroïne en/of cocaïne en/of MDMA
(telkens) een of meer middel(en) als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I;
3.
Hij op één of meerdere tijdstippen in de periode van 6 november 2017 tot en met 25 juni 2018 te Rotterdam, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet,
te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende
heroïne en/of cocaïne en/of MDMA, zijnde heroïne en/of cocaïne en/of MDMA,
(telkens) een of meer middel(en) als bedoeld in de bij die wet behorende lijst
I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
(telkens) een of meer anderen heeft/hebben getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
(telkens) zich en/of een of meer ander(en) gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen en/of
(telkens) voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden, dat die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens)
-enveloppen en/of adresstickers en/of postzegels en/of labelprinter en/of
-(een) vacuummachine en/of weegapparatuur en/of een geldtelmachine en/of
-(ongeveer) 1100 gram paracetamol (versnijdingsmiddel)
ter beschikking gesteld en/of voorhanden gehad;
4.
hij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in de periode van 1 januari 2014 tot en met 25 juni 2018, te Rotterdam, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s),
a)
(telkens) van een of meer voorwerp(en), te weten één of meer geldbedrag(en) met een totale waarde van in elk geval 40.440,- euro (16.440,- euro adres [adres 2] en/of 24.000,- euro adres [adres 3] )
en/of twee horloges (ter waarde van ongeveer 10.000 euro en ongeveer 8.000 euro) en/of een Vespa-scooter,
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld, en/of verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op voornoemd(e) voorwerp(en) was/waren en/of wie voornoemd(e) voorwerp(en) voorhanden had(den) en/of
b)
(telkens) een of meer voorwerp(en), te weten één of meer geldbedrag(en) met een totale waarde van in elk geval 40.440,- euro (16.440,- euro adres [adres 2] en/of 24.000,- euro adres [adres 3] )
en/of twee horloges (ter waarde van (ongeveer) 10.000 euro en (ongeveer) 8.000 euro) en/of een Vespa-scooter,
(telkens) verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet en/of gebruik gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) kunnen vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
5.
hij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in de periode van 1 januari 2017 tot en met 25 juni 2018, te Rotterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) een of meer voorwerp(en), te weten 40.440,- euro (16.440,- euro op de [adres 2] en/of 24.000,- euro op [adres 3] ),
heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van een voorwerp, te weten 40.440,- euro (16.440,- euro op de [adres 2] en/of 24.000,- euro op de [adres 3] ), gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk - afkomstig was uit enig eigen misdrijf.