ECLI:NL:RBROT:2021:1488
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit DNB inzake overgang verzekeringsportefeuille van Optas naar Aegon
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 26 februari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van De Nederlandsche Bank (DNB) over de overgang van de verzekeringsportefeuille van Optas Pensioenen N.V. naar Aegon Levensverzekering N.V. De eisers, bestaande uit meerdere polishouders van Optas, stelden dat zij als belanghebbenden moesten worden aangemerkt bij het besluit van DNB om in te stemmen met deze overgang. DNB had eerder het bezwaar van de eisers niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij volgens DNB geen rechtstreeks belang hadden bij het instemmingsbesluit. De rechtbank oordeelde echter dat de eisers wel degelijk een persoonlijk en rechtstreeks belang hadden, aangezien de overgang van hun levensverzekeringen naar Aegon nadelige financiële gevolgen voor hen kon hebben. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van DNB en droeg DNB op om opnieuw te beslissen op het bezwaar van de eisers. Tevens werd DNB veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan de eisers. De uitspraak benadrukt het belang van de erkenning van individuele belangen van polishouders in het kader van collectieve besluiten.