Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
Verloop van de procedure
[naam minderjarige 1], geboren op [geboortedatum minderjarige] te [geboorteplaats minderjarige] , wonende aan de [adres minderjarige] te [postcode minderjarige] [woonplaats minderjarige] , de woning van
[naam erflater]voornoemd (hierna: erflater) en zijn echtgenote, adres: [adres] , [postcode] te [woonplaats] , te mogen verkopen en leveren voor een bedrag van € 455.000,- k.k. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
a) het testament d.d. 13 juni 2014 van erflater;
b) een taxatierapport van Makelaardij Wapstra te Steenwijk met als marktwaarde van voormelde woning (met onderliggende grond en verdere aanhorigheden): € 455.000,- per 28 januari 2021;
Beoordeling van het verzoek
De kantonrechter begrijpt uit het verzoek dat de woning mede wordt verkocht omdat dit nodig is voor de voldoening van schulden van de nalatenschap en nakoming van aan de executeur opgelegde lasten. De executeur kan dus zonder medewerking of toestemming van de erfgenamen tot de verkoop en levering van de woning overgegaan. Een machtiging ex artikel 1:345 BW jo 1:253k BW ten behoeve van de minderjarige erfgenaam behoeft in dat geval niet te worden gegeven. Het verzoek wordt daarom afgewezen.
Ambtshalve
Beslissing
- het aan de minderjarige toekomende deel van de opbrengst van de verkoop van het onroerend goed wordt gestort op een bankrekening ten name van de minderjarige die is voorzien van een zogenoemde BEM-clausule;
- een rekeningafschrift waaruit blijkt dat het aan de minderjarige toekomende bedrag op haar bankrekening is ontvangen, alsmede stukken waaruit blijkt hoe voormeld bedrag is berekend en dat de rekening is voorzien van een BEM-clausule vóór 15 april 2021 bij de griffier van de rechtbank Rotterdam, locatie Dordrecht, dienen te worden ingediend.