Op 1 februari 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft betrokkene, die lijdt aan een schizo-affectieve stoornis en die op dat moment verbleef in een kliniek te Rotterdam. De officier van justitie had op 22 januari 2021 een verzoek ingediend voor een aansluitende zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, omdat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren. Tijdens de mondelinge behandeling op 1 februari 2021 zijn zowel betrokkene als haar advocaat en een psychiater gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van betrokkene, als gevolg van haar psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk was, omdat betrokkene onvoldoende bereid was om behandeling op vrijwillige basis te accepteren. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, met ingang van de datum van de beschikking, en bepaalde dat verschillende vormen van verplichte zorg konden worden toegepast, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven door rechter L.A.C. van Nifterick en schriftelijk uitgewerkt op 4 februari 2021. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.