ECLI:NL:RBROT:2021:1457

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 februari 2021
Publicatiedatum
23 februari 2021
Zaaknummer
C/10/611936 / FA RK 21-545
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam

Op 1 februari 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft betrokkene, die lijdt aan een schizo-affectieve stoornis en die op dat moment verbleef in een kliniek te Rotterdam. De officier van justitie had op 22 januari 2021 een verzoek ingediend voor een aansluitende zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, omdat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren. Tijdens de mondelinge behandeling op 1 februari 2021 zijn zowel betrokkene als haar advocaat en een psychiater gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van betrokkene, als gevolg van haar psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk was, omdat betrokkene onvoldoende bereid was om behandeling op vrijwillige basis te accepteren. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, met ingang van de datum van de beschikking, en bepaalde dat verschillende vormen van verplichte zorg konden worden toegepast, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven door rechter L.A.C. van Nifterick en schriftelijk uitgewerkt op 4 februari 2021. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/611936 / FA RK 21-545
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 1 februari 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , [geboorteland betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende bij Antes, locatie kliniek Ouderen te Rotterdam,
advocaat mr. H.M. Schwab te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 22 januari 2021.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater 1] , psychiater, van 14 januari 2021;
  • een niet ingevulde zorgkaart;
  • het zorgplan van 4 januari 2021;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wvggz;
  • het bericht dat er geen relevante politiegegevens en de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 1 februari 2021. Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met haar hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam psychiater 2] , psychiater, verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Bij beschikking van 28 augustus 2020 heeft de rechtbank een zorgmachtiging verleend tot en met 28 februari 2021. Op 22 januari 2021 heeft de officier een verzoek ingediend voor een aansluitende zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizo-affectieve stoornis.
2.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Toen betrokkene opgenomen werd was zij lichamelijk verwaarloosd. Ze weigerde insuline die noodzakelijk is voor haar suikerziekte. Betrokkene raakt ontregelt door lichamelijke problemen en is valgevaarlijk. Ze is met het verband op haar wonden onder de douche gaan staan. Toen de verpleging het verband wilde verschonen werd betrokkene agressief.
2.4.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint en de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van haar psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, heeft betrokkene zorg nodig.
2.5.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • het onderzoek aan kleding of lichaam;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten. Betrokkene moet ambulante behandelcontacten toestaan;
  • het opnemen in een accommodatie.
Betrokkene zal de aankomende tijd nog in deze accommodatie verblijven, waarna zij of begeleid gaat wonen, of bij Antes in de chronische zorg blijft. Voor een begeleid wonen traject is het nakomen van ambulante behandelcontacten noodzakelijk. Om deze reden is het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten als verplichte zorg toegewezen.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van twaalf maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 1 februari 2022.
Deze beschikking is op 1 februari 2021 mondeling gegeven door mr. L.A.C. van Nifterick, rechter, in tegenwoordigheid van M.M.P.H. van den Boomen, griffier, en op 4 februari 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.