ECLI:NL:RBROT:2021:1431

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 januari 2021
Publicatiedatum
23 februari 2021
Zaaknummer
C/10/610138 / JE RK 20-3528
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 25 januari 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige, geboren in 2005, momenteel verblijft in een gesloten groep bij Pluryn en dat het ouderlijk gezag wordt uitgeoefend door de ouders. De GI heeft op 18 december 2020 een verzoek ingediend voor een machtiging om de minderjarige in een gesloten accommodatie te plaatsen voor de duur van drie maanden. Dit verzoek is later gewijzigd naar een machtiging voor de duur van de ondertoezichtstelling, die loopt tot 15 april 2021.

De kinderrechter heeft de zaak ter zitting behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige werd bijgestaan door haar advocaat, mr. E. Janse, en een vertegenwoordigster van de GI. De kinderrechter heeft geconstateerd dat de minderjarige al bijna twee jaar gesloten geplaatst is en dat het vinden van een geschikte open groep voor haar behandeling moeilijk is. De minderjarige heeft aangegeven niet naar De Beele te willen, wat de noodzaak voor een verlenging van de gesloten jeugdhulp onderstreept.

De kinderrechter heeft op basis van artikel 6.1.2 van de Jeugdwet geoordeeld dat de machtiging gesloten jeugdhulp noodzakelijk is vanwege de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van de minderjarige. De kinderrechter heeft de machtiging verleend met ingang van 6 februari 2021 tot 15 april 2021, met de nadruk op het belang van goede communicatie met de minderjarige over haar situatie en de stappen die gezet worden voor haar toekomst.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/610138 / JE RK 20-3528
datum uitspraak: 25 januari 2021

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2005 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 18 december 2020, ingekomen bij de griffie op 18 december 2020;
- de verklaring d.d. 18 december 2020 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 22 januari 2021 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 25 januari 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [voornaam minderjarige] , bijgestaan door haar advocaat mr. E. Janse,
- een vertegenwoordigster van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster] .
Opgeroepen en niet verschenen zijn:
- de moeder,
- de vader.
In overeenstemming met de aanwezigen ter zitting is de vertegenwoordigster van de GI telefonisch gehoord.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige] verblijft op een gesloten groep bij Pluryn.
Bij beschikking van 31 maart 2020 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengd tot 15 april 2021. Bij beschikking van 23 oktober 2020 is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 6 november 2020 tot 6 februari 2021.

Het verzoek

De GI heeft een machtiging verzocht om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden.
De GI heeft ter zitting het verzoek gewijzigd, in die zin dat de GI een machtiging gesloten jeugdhulp verzoekt voor de duur van de ondertoezichtstelling. De GI heeft het verzoek als volgt toegelicht. Er wordt momenteel hard gezocht naar een open groep voor [voornaam minderjarige] waar zij haar behandeling kan voortzetten. [voornaam minderjarige] kon terecht bij De Beele, maar zij wilde hier niet naartoe. Het vinden van een andere geschikte plek is moeilijk. [voornaam minderjarige] is wisselend in haar uitspraken en heeft zich sinds de laatste zitting nog twee keer onttrokken van de groep. [voornaam minderjarige] vraagt, terecht, vaak om duidelijkheid, maar die duidelijkheid kan haar op dit moment nog niet geboden worden. Zodra er een geschikte plek voor [voornaam minderjarige] is gevonden kan gewerkt worden aan de eisen om aan die plaatsing te voldoen. De jeugdbeschermer heeft alle vertrouwen in [voornaam minderjarige] dat zij dit kan.

Het standpunt van [voornaam minderjarige]

heeft drie maanden geleden al aangegeven niet naar De Beele te willen. Nu, drie maanden later, lijkt er in de tussentijd geen progressie gemaakt te zijn. Voor [voornaam minderjarige] is onduidelijk wat er is gebeurd en wat de plannen zijn voor de komende tijd. Dat de machtiging gesloten jeugdhulp telkens voor een korte periode wordt verleend zorgt bij [voornaam minderjarige] enkel voor meer verwarring en onzekerheid. [voornaam minderjarige] staat achter een verlenging, maar enkel als duidelijk met haar gecommuniceerd wordt wat er gebeurd.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige] al bijna twee jaar gesloten geplaatst is. Na meerdere overplaatsingen binnen de gesloten setting is [voornaam minderjarige] nu klaar voor een open groep. Het vinden van een geschikte open groep die bij [voornaam minderjarige] past en waar ze haar behandeling kan blijven volgen is lastig gebleken. Dat [voornaam minderjarige] een plek op De Beele heeft afgewezen maakte dat een machtiging gesloten jeugdhulp langer noodzakelijk was. Zij heeft hier zelf voor gekozen. [voornaam minderjarige] heeft aangegeven achter een verlenging van de gesloten plaatsing te staan, zolang voor haar duidelijk is welke stappen er worden gezet. Ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige] niet altijd op de hoogte is van wat er speelt, waardoor de situatie voor haar lijkt stil te staan. Dit werkt demotiverend.
Nu er nog geen open plek voor [voornaam minderjarige] beschikbaar is en [voornaam minderjarige] de afgelopen drie maanden nog twee keer van de groep is weggelopen, zal de kinderrechter de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 15 april 2021. De kinderrechter merkt daarbij op dat van belang is dat alle ontwikkelingen met [voornaam minderjarige] worden besproken en dat de komende drie maanden goed worden benut met als doel dat er voor 15 april 2021 een vervolgplek duidelijk, en hopelijk ook beschikbaar, is voor [voornaam minderjarige] .

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 6 februari 2021 tot 15 april 2021 betreffende de minderjarige [voornaam minderjarige] .
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 25 januari 2021 door mr. W.J. Loorbach, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 4 februari 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.