In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 25 januari 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige, geboren in 2005, momenteel verblijft in een gesloten groep bij Pluryn en dat het ouderlijk gezag wordt uitgeoefend door de ouders. De GI heeft op 18 december 2020 een verzoek ingediend voor een machtiging om de minderjarige in een gesloten accommodatie te plaatsen voor de duur van drie maanden. Dit verzoek is later gewijzigd naar een machtiging voor de duur van de ondertoezichtstelling, die loopt tot 15 april 2021.
De kinderrechter heeft de zaak ter zitting behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige werd bijgestaan door haar advocaat, mr. E. Janse, en een vertegenwoordigster van de GI. De kinderrechter heeft geconstateerd dat de minderjarige al bijna twee jaar gesloten geplaatst is en dat het vinden van een geschikte open groep voor haar behandeling moeilijk is. De minderjarige heeft aangegeven niet naar De Beele te willen, wat de noodzaak voor een verlenging van de gesloten jeugdhulp onderstreept.
De kinderrechter heeft op basis van artikel 6.1.2 van de Jeugdwet geoordeeld dat de machtiging gesloten jeugdhulp noodzakelijk is vanwege de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van de minderjarige. De kinderrechter heeft de machtiging verleend met ingang van 6 februari 2021 tot 15 april 2021, met de nadruk op het belang van goede communicatie met de minderjarige over haar situatie en de stappen die gezet worden voor haar toekomst.