4.4.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen,
houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond
daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en
overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/198346-20 onder 3 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende
voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave
wordt volstaan, omdat de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/198346-20 onder 1 en 2 en onder parketnummer 10/177964-20 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
Ten aanzien van parketnummer 10/198346-20:
1.
hij op 31 juli 2020 te Rotterdam een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten
een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van een
pistool van het merk/type Walther Ppk kaliber 7.65mm en
bijbehorende munitie in de zin van art. 1 onder 4º van de Wet wapens en
munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de Categorie
III
,te weten 8 kogelpatronen, kaliber 7.65mm
,voorhanden heeft gehad;
2.
hij op 31 juli 2020 te Rotterdam een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie II onder 5º van de Wet wapens en munitie, te weten
een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos
kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht te weten een
stroomstootwapen voorhanden heeft gehad;
3.
hij in de periode van 29 september 2019
tot en met 31 juli 2020, te Rotterdam,
- een geldbedrag van € 2.500,00 en
- hotelovernachtingen ter waarde van in totaal € 486,-
en
- voorhanden heeft gehad,
terwijl hij redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat deze
voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig
misdrijf;
Ten aanzien van parketnummer 10/177964-20:
hij op 10 oktober 2019 en 11 oktober 2019 te Rotterdam, althans in Nederland en/of Irak, ter
uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [naam slachtoffer 2] door bedreiging met enige
andere feitelijkheid gericht tegen die [naam slachtoffer 2] , wederrechtelijk heeft gedwongen
iets te doen, te weten:
- het regelen van een huis en geld,
waartoe die [naam slachtoffer 2] is gedwongen, door:
- telefonisch contact te hebben met die [naam slachtoffer 2] en te zeggen dat hij morgen om 11:00 uur de beelden van [naam slachtoffer 3]
online ging zetten hoe zij vijf keer door haar hoofd was geschoten en dat als hij
voor 10:00 uur geen huis kreeg dat hij alles online zou zetten en dan zou iedereen
weten wie hij was en dat hij wist wie
zij was hoe
zij eruit zag en waar
zij
woonde en
- die [naam slachtoffer 2] via whats-app berichten en foto’s te sturen
inhoudende een foto van een afschrift van Facebook met daarbij
de tekst: “Inspectie: ernstig falen bij stalking
[naam slachtoffer 3] #openbaarministertie#rotterdam# [naam slachtoffer 3] #politie# [naam dader] ” en
een ongecensureerde foto van [naam slachtoffer 3] en [naam dader] met daarbij de tekst:
“Die krijg je van mij en elk uur gaat eentje online” en een foto van
pagina 86 van het politiedossier van het onderzoek naar de moord op [naam slachtoffer 3] ,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.