Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden met aftrek van voorarrest, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en als bijzondere voorwaarden een meldplicht, het volgen van een ambulante behandeling, begeleid wonen en een inspanningsverplichting ten aanzien van het verkrijgen en behouden van een zinvolle dagbesteding;
- dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10/298939-19;
- afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging in de zaak met parketnummer 02/821176-16.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering tenuitvoerlegging 10/298939-19
9..Vordering tenuitvoerlegging 02/821176-16
10..Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) maanden;
4 (vier) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
3 (drie) jaren;
tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk gedeelte, groot
80 (tachtig) uren, van de bij vonnis van 2 juli 2020 van de politierechter in deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde taakstraf, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
40 (veertig) dagen;