2.1.SCF Bouw en Advies vordert dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
voor recht verklaart dat de ontbinding door Giesbers-Rotterdam Bouw van de overeenkomst van aanneming van werk nietig is en dat Giesbers-Rotterdam bouw als gevolg van de nietigheid van de ontbinding schadeplichtig is;
de overeenkomst tussen partijen, als gevolg van de nietige buitengerechtelijke ontbinding door Giesbers-Rotterdam Bouw, primair ontbindt dan wel subsidiair voor recht verklaart dat de overeenkomst door Giesbers-Rotterdam Bouw is opgezegd ex artikel 7:764 BW, dan wel meer subsidiair voor recht verklaart dat de overeenkomst door Giesbers-Rotterdam Bouw op andere wijze is beëindigd en dat in alle gevallen Giesbers-Rotterdam Bouw als gevolg van de beëindiging van de overeenkomst jegens SCF Bouw en Advies schadeplichtig is;
Giesbers-Rotterdam Bouw veroordeelt tot betaling aan SCF Bouw en Advies van een schadevergoeding ten aanzien van de gederfde inkomsten ex artikel 6:277 BW juncto artikel 6:74 BW nader op te maken bij staat;
Giesbers-Rotterdam Bouw veroordeelt tot betaling aan SCF Bouw en Advies van een bedrag van € 5.850,-- ter zake van de in het lichaam van de dagvaarding genoemde facturen voor meerwerk, te vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten conform WIK ad € 667,50 en te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, te berekenen vanaf de vervaldatum van de afzonderlijke facturen, dan wel te berekenen vanaf een zodanig tijdstip als uw rechtbank zal vermenen te behoren, tot aan de dag van algehele voldoening;
Giesbers-Rotterdam Bouw veroordeelt tot betaling aan SCF Bouw en Advies van een bedrag begroot op € 144.252,-- ter vergoeding van de gereserveerde en niet ingezette manuren, dan wel een door Uw rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag dat voor vergoeding in aanmerking komt, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over de hoofdsom vanaf de datum ontbinding door Giesbers-Rotterdam Bouw, zijnde 18 december 2019, tot aan de dag van de algehele voldoening;
Giesbers-Rotterdam Bouw veroordeelt tot betaling aan SCF Bouw en Advies van een bedrag van € 12.000,-- ter vergoeding van de materialen (stempels) van SCF Bouw en Advies, dan wel een door Uw rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag dat voor vergoeding in aanmerking komt, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over de hoofdsom vanaf de datum ontbinding door Giesbers-Rotterdam Bouw, zijnde 18 december 2019, tot aan de dag van de algehele voldoening;
Giesbers-Rotterdam Bouw veroordeelt tot betaling aan SCF Bouw en Advies van de door haar gemaakte redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte, conform het Besluit buitengerechtelijke kosten begroot op een bedrag van 1% van het schadebedrag tot maximaal € 6.775,--, althans een door Uw rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van dagvaarding, althans vanaf een zodanig als Uw rechtbank vermeent te behoren tot de dag van de algehele voldoening;
Giesbers-Rotterdam Bouw veroordeelt in de kosten van het geding;
Giesbers-Rotterdam Bouw veroordeelt tot betaling aan SCF Bouw en Advies van de nakosten ter hoogte van een bedrag van € 131,00, te vermeerderen met € 68,00, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van dagvaarding, althans vanaf een zodanig tijdstip als Uw rechtbank vermeent te behoren, tot de dag van algehele voldoening.