Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) jaar met aftrek van voorarrest.
4..Waardering van het bewijs
25 augustus 2016 met de Belastingdienst heeft zijn echtgenote verklaard valse aangiften omzetbelasting te hebben ingediend. De verdachte was bij dat gesprek aanwezig. Vanaf dat moment is er bewijs dat de verdachte op de hoogte was van de fraude met de omzetbelasting en had hij er voor moeten zorgen dat de juiste aangiften omzetbelasting werden ingediend. Hij heeft daartoe echter geen noemenswaardige actie ondernomen. Aldus heeft de verdachte vanaf 25 augustus 2016 bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat de verboden gedragingen zich zouden voordoen.
25 augustus 2016tot en met 31 oktober 2016 te 's-Gravenhage meermalen, telkens opzettelijk bij de Belastingwet voorziene aangiften, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten maandaangiften voor de omzetbelasting ten name van [naam bedrijf 2] betreffende de tijdvakken:
zij- zakelijk weergegeven -telkensopzettelijk
25 augustus 2016tot en met 31 mei 2017 te 's-Gravenhage meermalen, telkens opzettelijk bij de Belastingwet voorziene aangiften, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten maand aangiften voor de omzetbelasting ten name van [naam bedrijf 3] betreffende de tijdvakken:
zij - zakelijk weergegeven - telkens opzettelijk
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straffen
criminal charge’als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en het wijzen van vonnis door de rechtbank bedraagt dan ook (afgerond) vier jaar en zes maanden. Naar het oordeel van de rechtbank is er in deze zaak geen sprake van bijzondere omstandigheid die deze overschrijding rechtvaardigt. De redelijke termijn is dan ook ruimschoots overschreden. De rechtbank laat dit meewegen bij de uiteindelijke straftoemeting.
8..Toepasselijke wettelijke voorschriften
9..Bijlagen
10..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden;
taakstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
234 (tweehonderdvierendertig) urente verrichten taakstraf resteert;
117 (honderdzeventien) dagen.