Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- ten aanzien van feit 2: partiële vrijspraak van diefstal met geweld van de autosleutels en tassen met inhoud;
- ten aanzien van feit 1: bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde voorhanden hebben van vuurwapens en munitie;
- ten aanzien van feit 2: bewezenverklaring van de onder 2 ten laste gelegde diefstal met geweld van een lachgastank/lachgasfles;
- ten aanzien van feit 3: bewezenverklaring van de onder 3 ten laste gelegde openlijk geweld;
- onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen vuurwapens en bijbehorende munitie als opgenomen in de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar met als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering en de overige in het reclasseringsrapport opgenomen bijzondere voorwaarden.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
Beroep op noodweer, noodweerexces en putatief noodweer
Beoordeling
6.Strafbaarheid verdachte
7.Strafmotivering
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Vordering benadeelde partij/schadevergoedingsmaatregel
[benadeelde] B.V.ter zake van het onder 3 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert hoofdelijk een vergoeding van € 7.228,12 aan materiële schade van de verdachte en zijn mededaders, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade en de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
6 (zes) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
- verklaart onttrokken aan het verkeer:
[benadeelde] B.V., te betalen een bedrag van
€ 5.973,65 (zegge: vijfduizend negenhonderddrieënzeventig euro en vijfenzestig eurocent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf
11 juni 2020tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[benadeelde] B.V. te betalen
€ 5.973,65(hoofdsom,
zegge: vijfduizend negenhonderddrieënzeventig euro en vijfenzestig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
11 juni 2020tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 5.973,65 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
64 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
en/of een lachgastank/lachgasfles, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander